71

MALONE HIELD ZIJN AANDACHT GERICHT OP DE VROUW DIE ZICH een weg baande uit de kerkbank. De man met wie ze ruzie had gemaakt volgde haar voorbeeld. Samen liepen ze weg van het hoofdaltaar, in de richting van de toegangsdeuren. De man droeg een dunne, openhangende nylon jas. Malone zag niets verdachts.

Opnieuw liet hij zijn blik over de aanwezigen dwalen.

Hij zag dat Haviksneus met zijn rugzak een plaatsje zocht op een halfvolle bank voorin, een kruis sloeg en knielde om te gaan bidden.

In de zijbeuk aan de overkant zag hij Olijfje vlak bij het altaar weer uit de schaduw tevoorschijn komen. De man baande zich een weg door de laatste kijkers en bleef staan bij fluwelen koorden die de doorgang blokkeerden.

Wat Malone zag beviel hem allerminst.

Zijn hand verdween in zijn jaszak en greep het pistool.

Sam zag Lyon schieten in de richting van de plek waar Meagan naar op weg was geweest. Hij hoorde kogels afketsen op steen en hoopte vurig dat ze niet was geraakt.

Er klonk opnieuw een kletterend geluid.

En nóg een keer.

Ashby zag dat Lyon werd geraakt door de twee klapstoelen, zijn evenwicht verloor en wankelde. Caroline had ze allebei naar hem toe gegooid op het moment waarop Lyon werd afgeleid door de onbekende die de kerk binnen was gekomen. Daarna was ze verdwenen in de duisternis.

Toen Lyon zich had hersteld realiseerde hij zich dat Caroline was verdwenen. Hij richtte zijn pistool nu op Ashby.

‘Zoals je zelf al zei,’ merkte Lyon op, ‘is zíj de enige die weet waar de schat te vinden is. Jou heb ik niet nodig.’

Een feit dat Caroline kennelijk niet in overweging had genomen.

‘Zorg – dat – ze – terugkomt.’

‘Caroline!’ riep hij luidkeels. ‘Je móét terugkomen.’ Nooit eerder had iemand een pistool op hem gericht. Het was een akelige gewaarwording die hem helemaal niet aanstond.

‘Nú! Alsjeblieft.’

Thorvaldsen zag dat Caroline Dodd de klapstoelen naar Lyon smeet en daarna verdween in het duister van de westelijke zijbeuk. Waarschijnlijk bewoog ze zich onder dekking van de grafmonumenten en de pilaren in zijn richting. Een andere route was er niet, want Lyon stond dichter bij de andere zijbeuk die bovendien aanzienlijk beter verlicht was.

Zijn ogen waren gewend aan de duisternis dus bleef hij waar hij was, met één oog Lyon en Ashby in de gaten houdend en met het andere de lege ruimte links van hem.

Toen zag hij haar.

Langzaam sloop ze zijn kant op. Hoogstwaarschijnlijk koerste ze naar de halfgeopende deuren van het zuidportaal, waar de wind en de regen zich nog steeds lieten horen.

Naar de enige uitweg die ze had.

Het probleem was dat Lyon dat ook wel wist.

Malones vingers kromden zich om de Beretta. Hij deed het liever niet, maar als het nodig was zou hij Olijfje zonder pardon neerschieten.

Hij doelwit stond een meter of tien bij hem vandaan. Hij wachtte totdat de man iets zou ondernemen. Een vrouw liep op Olijfje af en haakte haar arm in de zijne. Ze kuste hem zachtjes op de wang en even keek hij haar verbaasd aan. Toen herkende hij haar en ze begonnen ontspannen te praten.

Ze draaiden zich om en wandelden terug naar de hoofdingang.

Malones greep op het pistool verslapte. Het was vals alarm geweest.

Hij richtte zijn blik weer op het hoofdschip. De mis begon. Hij zag dat Haviksneus zijn plaats op het bankje verliet en zich naar het middelste gangpad bewoog.

Malone zette zijn speurtocht naar verdachte personen voort. Eigenlijk zou hij de kerk moeten laten ontruimen, maar het was heel goed mogelijk dat ook hier niets aan de hand was.

Van de bank die Haviksneus zojuist had verlaten was een vrouw opgestaan. Ze hield zijn rugzak omhoog en gebaarde naar de man dat hij die was vergeten. Haviksneus maakte een wegwuivend gebaar en liep door. De vrouw liep naar het gangpad en haastte zich met de rugzak achter hem aan.

Malone bleef in de zijbeuk staan.

Haviksneus draaide zich om en zag dat de vrouw op hem afkwam met de rugzak in haar hand. Hij rende naar haar toe, rukte het zwarte gevaarte uit haar hand en gooide het naar voren. De rugzak gleed over de marmeren vloer en bleef liggen bij de twee smalle treden die naar het altaar leidden.

Haviksneus draaide zich om en rende naar de uitgang.

Malone was weer terug in Mexico-Stad.

Dit was het.

Doe iets!