Mejuffrouw Nansoeboega
'Zeg dokter,' vroeg mij laatst iemand, 'merkt u er daar in uw vak nou veel van dat inheemsen hier innerlijk verscheurd worden door de strijd tussen het Oude en het Nieuwe?' Ik begreep de vraag echt niet. Het Oude en Nieuwe Testament? Hij bedoelde gewoon of de mensen moeite hadden te beslissen of ze naar de lokale medicijnman moesten of naar de ziekenhuisarts. Ik had er nog nooit bij stilgestaan, maar nu ik er dan toch over na moest denken, leek me niet dat er om deze reden mensen innerlijk verscheurd werden. Ik had ze tenminste nog nooit gezien. De mensen hebben de ziekten ingedeeld in een Afrikaanse groep en een Europese. Voor de ene wordt alleen de medicijnman geraadpleegd, voor de andere gaat men naar het ziekenhuis. Er tussenin ligt waarschijnlijk een grote groep ziekten waar men pragmatisch van twee walletjes eet. Hoeveel ziekten iemand 'Europees' en hoe weinig hij er' Afrikaans' vindt, hangt af van zijn opleiding en de mate waarin hij heeft geleerd geloof te hechten aan de vermaningen van zijn moeder. Een ziekte bijvoorbeeld die door de gewone man, maar - helaas - ook door een hoog percentage intellectuelen, typisch Afrikaans genoemd wordt is de epilepsie. Kortgeleden werd er in het ziekenhuis een veertienjarig meisje opgenomen. Haar moeder vertelde dat ze ineens twee dagen geleden, vreemd was gaan doen. 'Lijdt uw dochtertje aan vallende ziekte?' luidde één van mijn routinevragen. Tussen de tolk en de moeder ontspon zich een langdurige tweespraak, die door de tolk tenslotte kort en bondig met 'ja' vertaald werd. Toen ik om een uitgebreidere vertaling vroeg, bleek dat de moeder eerst 'nee' had gezegd, omdat ze dacht dat het er toch niets mee te maken had en omdat het een typisch Afrikaanse ziekte was, waarbij ik toch niet kon helpen. Ik heb haar toen omstandig uitgelegd dat behalve Afrikanen ook Eskimo's, Engelsen, Limburgers en Vietnamezen aan deze ziekte lijden en dat er fantastische geneesmiddelen tegen waren, die ze maandelijks op de polikliniek moest komen halen en dagelijks aan haar dochter geven. Mijn moeite werd op haar eerstvolgende polikliniekbezoek beloond met een grote levende kip die niet aan epilepsie bleek te lijden. Als ik er nog meer wilde moest ik het zeggen. Ze had er toch genoeg. Het is vreemd, maar zelfs als arts merk je van de wereld van 'witchcraft' en medicijnmannen eigenlijk maar weinig. In gesprekken met andere artsen komt het onderwerp nauwelijks ter sprake. Niet, geloof ik, omdat die wereld zo exclusief, bijzonder of geheim is, maar juist omdat hij zo alledaags huistuinenkeukerig is. Voor zover ik het kan overzien zijn er maar weinig patiënten die niet geloven dat hun ziekte het gevolg is van 'witchcraft' en er zijn er dus maar weinig die niet eerst bij de lokale medicijnman geweest zijn of daar later nog eens naar toe gaan. De ziekte mag dan Europees in vorm zijn, de etiologie is Afrikaans. Dat geldt zeker voor de psychiatrische gevallen die ik meestal zie, maar toch niet veel minder, denk ik, voor lichamelijke ziekten, vooral als ze wat chronisch van aard zijn.
Als mejuffrouw Nansoeboega geteisterd wordt door ziekte dan is dat niet zo maar een grapje van het noodlot of een bacterie. Er zit veel meer achter en mejuffrouw Nansoeboega kan je precies vertellen wat. De Staatkundig Gereformeerden zouden zeggen: 'Mejuffrouw heeft gezondigd. God doet mejuffrouw boeten.'
Voor onze vriendin ligt het echter allemaal veel simpeler. Ze is 'bewitched' door haar buren. Waarom? 'Omdat ik een harde werker ben en mijn shamba veel meer oplevert dan de hunne.' Of het is de andere vrouw van haar echtgenoot. 'Omdat ik zes kinderen heb en zij alsmaar miskramen krijgt.' Of het is de concurrente. 'Omdat ik veel beter bier brouw en de mensen liever van mij kopen.' Of het zijn de klasgenoten. 'Omdat ik veel intelligenter ben dan de rest en de rector mij aardig vindt.' Het is niet de zonde in jezelf die de ziekte veroorzaakt, maar de afgunst van de ander, die er zo de pest in heeft vanwege jouw voorspoed, dat hij er een koe, een geit of een smak geld voor over heeft om je met behulp van een medicijnman een hak te zetten. Die hak heeft dan vaak de vorm van een dichtgenaaid zakje medicijnen, dat stiekem door je vermeende vijand ergens in je huis verstopt is. Je hoeft er niet naar te zoeken. Het is er en je vindt het toch niet. Beter is het het onwerkzaam te maken en alleen een medicijnman kan je vertellen hoe.
Vaak ook word je niet speciaal ziek, maar de zekere wetenschap dat je bewitched bent, maakt je zo angstig dat het leven niet leuk meer is. Zo kreeg ik in Mbale een of andere middelhoge regeringsofficial op de polikliniek. Het was niet moeilijk te raden waar hij aan leed. Hij leed aan verschrikkelijke schuddingen in de schouders, alsof iemand hem zonder ophouden door elkaar rammelde. Hij kwam niet voor medicijnen of injecties, want ik kon hem toch niet behandelen.
Alleen een medicijnman van zijn stam kon hem helpen, maar om die te bezoeken moest hij van de officiële dokter veertien dagen ziekteverlof krijgen. Het probleem was dat hij kortgeleden door enkele familieleden bezocht was, die grote sommen gelds van hem geëist hadden om de schoolgelden voor hun kinderen te betalen. Ze hadden niets te vorderen van hem, maar hij verdiende nu eenmaal veel geld en zij niet. Hij had geweigerd. Zijn bewitchment had hij wel zien aankomen, maar de eisen van zijn familie waren zo exorbitant hoog geweest, dat hij uitgerekend had dat een bezoek aan de lokale dokter hem waarschijnlijk goedkoper kwam te staan.
Een ander voorbeeld van dit soort ziekte zijn de soldaten die een jaar geleden regelmatig in het ziekenhuis opgenomen werden met acute aanvallen van angst. Het was in de begintijd van de noodtoestand in Boeganda, waar de meestal Noordelijke soldaten zogenaamd de orde moesten herstellen nadat de Kabaka uit zijn paleis verjaagd was. Het probleem was, dat de soldaat in kwestie tijdens de ongeregeldheden iemand doodgeschoten had of meende te hebben. Dit is natuurlijk een serieuze aangelegenheid. Wil je je niet de eeuwige wraak van de geest van het slachtoffer op de hals halen dan moeten er onder leiding van de medicijnman bepaalde rituele handelingen verricht worden, waaronder het offeren van een koe, enkele geiten of kippen. Ik heb de indruk dat de soldaten hiervoor officieel verlof konden krijgen. Deze soldaten waren door bepaalde omstandigheden niet in de gelegenheid geweest hun lokale huisdokter te bezoeken en de gevolgen waren dan ook niet uitgebleven. Voor een modern leger is het een beetje netelig probleem, lijkt me. Ik vraag mij af of het kwantitatief groot genoeg is om de legerleiding aan te raden naast de dominee en de pastoor – van de humanist is nog geen sprake - enkele lokale medicijnmannen in dienst te nemen met het salaris van zeg een majoor. Een betere suggestie is misschien de soldaten hun geweren, kogels en bajonetten te ontnemen en ze te voorzien van houders met argumenten die in staat zijn de tegenstander vreedzaam te overreden.