Mister Dongo
Mister Dongo is de man die mij eens in de vier dagen helpt, en goed helpt, op de polikliniek. Onze verhouding, vriendschappelijk met verdere uitzichten, is nogal in het slop geraakt sinds hij me nu diverse malen om een paar shilling gevraagd heeft, die ik hem gegeven heb met een wat nors gezicht misschien, maar toch zonder veel omhaal. Hij zei niet: 'Gut jongen, geef me gauw een paar bob. Ik zit erom te springen en voor jou betekent het niets.' Hij draaide er nogal omheen met veel smoesjes. Toch zit de fout hier het meest bij de gever. Ik had moeten weigeren en hem hartelijk uit moeten lachen. Dan was híj opgelucht geweest en wij goeie vriendjes op voet van gelijkheid. Het was duidelijk, dat hij het geld helemaal niet zo nodig had en dat er van zijn vage suggestie 'Morgen krijg je het terug' niets terecht zou komen. Op deze manier kon hij het nog slechts als vernedering ondergaan. Ik besefte de situatie pas toen hij om geld vroeg om met een taxi twintig mijl verderop een dóódziek familielid op te halen. In mijn onschuld zei ik: 'Maar kerel, we zijn zo klaar, dan rijden we er samen naar toe.' En dat was heel spontaan en hartelijk van mij aangeboden, maar niet zo slim.