Paadje Om

Een van de dingen waar ik zo langzamerhand hartstochtelijk naar verlang en die ik hier onmogelijk kan verwezenlijken, is gewoon weer 's rustig een paadje om te lopen zonder me een Arabische oliesjeik op de Dam te voelen. Het schijnt echter onvermijdelijk te zijn, dat overal kinderen naar de weg komen rennen om nou eens goed te zien hoe ik daar voorbijloop. 'Dag witte!' roepen ze almaar en als het daar nu maar bij bleef dan zou het misschien nog wel te dragen zijn. Echter in elke familie zit een jongetje, dat precies het naadje van de kous wil weten. Zijn vraag luidt: 'Waar is je auto?' en hij bereikt er mee dat ik me voortdurend bewust blijf van m'n sociale positie, die ik te midden van lemen hutten en vuile halfgeklede kinderen op blote voeten nou juist zo graag even wou vergeten.

Het vriendelijke en uitgebreide 'Osibye otyano'-groeten is natuurlijk eigenlijk een zegen, maar ik zou wel weer 's graag gewoon nors langs iemand willen lopen of willen zeggen: 'Hou alsjeblieft je bek. Ik maak alleen maar een ommetje.'

‘Are you footing, sir?'

'Yes.'

'Why is that?'

'WeIl... eeh... By the way, why are you footing yourself?'

´Ah, I see, you want to become an African. God will bless you, sir.’

Aardige gesprekjes natuurlijk op zichzelf, maar toch...

Dat nog afgezien van de onmogelijke problemen, die je schept.

Bijvoorbeeld de jongen, die op weg is naar zijn duty in het ziekenhuis. Hij komt me achterop met zijn fiets, stapt af en maakt een gebaar dat ik erop mag zitten. Nu wil ik best weer 's een eindje wegtrappen en het volle leven door m'n haren voelen waaien, dus ik accepteer het rijwiel in de mening, dat hij mijn innigste wens bevroed heeft of dat hij enigszins rustig achterop wil zitten. De bedoeling blijkt echter, dat ik op zijn fiets naar mijn huis rij en dat hij het ding daar weer komt ophalen. Daar heb ik wel een beetje bezwaar tegen. Ik zeg dus dat ik die twee minuten eigenlijk liever loop. Voor het geval hij denkt: 'Daar heb je het nou weer. Hij wil natuurlijk niet op mijn Afrikaanse fietsie zitten!' klop ik liefdevol op het zadel en geef waarderend een duw tegen de trappers die, goed geolied - meneer is zeker een Pietje Precies - een flinke tijd blijven doordraaien. 'Mooi fietsie heppie daar,' zeg ik tegen hem en vervolg mijn weg. Ik blijf angstvallig aan de kant van het pad lopen om ruimte voor hem te maken, maar hij komt almaar niet langs. Hij loopt naast zijn fiets achter me! 'Wat is er nou met de bike? Lekke band?' vraag ik. Nee, alles is allright en O.K., maar: 'I hate leaving friends behind.'

De grootste moeilijkheden heb ik echter na de voetbalwedstrijden op het veld vijf minuten van ons huis. Er kijken doorgaans heel wat mensen en als na afloop iedereen in het reeds schemerende donker naar huis loopt, is het op de weg een drukte van jewelste. Al gauw echter is iedereen voor me verdwenen. De weg is plotseling leeg. Iedereen blijkt opeens een meter áchter me te lopen. Niemand haalt het in zijn hoofd me te passeren. Daar is waarschijnlijk iets mee. Dat dóe je niet, omdat je je baantje niet wil verliezen of - waarschijnlijker - omdat het gewoon onbeleefd is.

Door er zelf flink de pas in te zetten hoop ik dan maar, dat iedereen op tijd voor het eten thuis komt.

Vandaag hetzelfde. Ineens lopen er echter twee jongens, beiden een hoofd groter dan ik, langs me heen. Tijdens het passeren kijken ze me zonder iets te zeggen strak, maar overmoedig in de ogen. Een beetje angstig ook, dat ik misschien uit zal halen. Het lukt hen echter zonder moeilijkheden, maar het lullige is dat ze nu ook de hele weg in versneld tempo moeten blijven doorlopen. Ze verdwijnen snel in de avond, die reeds tot op dertig meter genaderd is.

Wat zal moeder zo meteen zeggen?

'Gut! Wat zijn jullie vandaag vroeg. Het eten is nog lang niet klaar hoor.'

Beide knapen lachen breed en veelbetekenend naar elkaar. Na een stilte zegt er één: 'Héé Ma, ben jij wel 's gewoon langs een Europeaan gelopen?'

‘Ach, je komt er wel eens een tegen niet.'

'Nee, dat bedoel ik niet. Ik bedoel: Ben je er wel eens één gewoon van achteren af gepasseerd?'

'Hoe kan dat nou? Ikke met al mijn rokken. Die mensen lopen allemaal zo verschrikkelijk hard. Je begrijpt niet hoe ze het volhouden.'

Het blijft weer enige tijd stil. Dan laat Ma ineens een hete juskom uit haar handen vallen. Bengngng!

'Wát zeg je? Hebben jullie een witte van achteren gepasseerd?!!!!'

'Ja. Gewoon van achteren. Hup er langs. Met z'n tweeën.'

'Oh, jongens jongens toch. Als dat maar goed met jullie afloopt. Heeft ie gezien wie je was?'

'We keken hem recht in z'n smoel.'

‘Achachach. Ik zal het maar niet aan vader vertellen.'

De volgende dag op school: 'Nou het ging zo. Ik zei: kom op, we gaan er gewoon langs. Toen zei hij: ja, dat zeg je nou wel, maar die knaap heeft er behoorlijk de pas in zitten! Durf je niet? zei ik. Natuurlijk durf ik wel, zei hij toen. Nou en daar gingen we, met z'n tweeën. We keken hem recht in z'n mieter en venijnig dat ie terugkeek man! Helaas - haha! - twee maanden later krijgt de grootste praatjesmaker hevige buikpijn. Ik weet dat het wormen zijn, maar ja, Ma vindt dat de witchdoctor geraadpleegd moet worden. Dus:

Buikpijn? Zozozo. Jajaja. Heeft zoonlief kortgeleden misschien 's een Mzoengoe van achteren gepasseerd? Achzo. Achzo. Nou het probleem is niet zo moeilijk. De patiënt moet bij de eerstvolgende volle maan maar 's Mzoengoe's tuin insluipen en op precies twee yard afstand van de voordeur de as van een wit, levend verbrand. vogeltje begraven. Dat is dan twee kippen. mevrouw.

Verdomme. Ik wil wel weer eens gewoon zonder gelazer een paadje om.

Vreemde Eend
titlepage.xhtml
VreemdeEend_split_000.htm
VreemdeEend_split_001.htm
VreemdeEend_split_002.htm
VreemdeEend_split_003.htm
VreemdeEend_split_004.htm
VreemdeEend_split_005.htm
VreemdeEend_split_006.htm
VreemdeEend_split_007.htm
VreemdeEend_split_008.htm
VreemdeEend_split_009.htm
VreemdeEend_split_010.htm
VreemdeEend_split_011.htm
VreemdeEend_split_012.htm
VreemdeEend_split_013.htm
VreemdeEend_split_014.htm
VreemdeEend_split_015.htm
VreemdeEend_split_016.htm
VreemdeEend_split_017.htm
VreemdeEend_split_018.htm
VreemdeEend_split_019.htm
VreemdeEend_split_020.htm
VreemdeEend_split_021.htm
VreemdeEend_split_022.htm
VreemdeEend_split_023.htm
VreemdeEend_split_024.htm
VreemdeEend_split_025.htm
VreemdeEend_split_026.htm
VreemdeEend_split_027.htm
VreemdeEend_split_028.htm
VreemdeEend_split_029.htm
VreemdeEend_split_030.htm
VreemdeEend_split_031.htm
VreemdeEend_split_032.htm
VreemdeEend_split_033.htm
VreemdeEend_split_034.htm
VreemdeEend_split_035.htm
VreemdeEend_split_036.htm
VreemdeEend_split_037.htm
VreemdeEend_split_038.htm
VreemdeEend_split_039.htm
VreemdeEend_split_040.htm
VreemdeEend_split_041.htm
VreemdeEend_split_042.htm
VreemdeEend_split_043.htm
VreemdeEend_split_044.htm
VreemdeEend_split_045.htm
VreemdeEend_split_046.htm
VreemdeEend_split_047.htm
VreemdeEend_split_048.htm
VreemdeEend_split_049.htm
VreemdeEend_split_050.htm
VreemdeEend_split_051.htm
VreemdeEend_split_052.htm
VreemdeEend_split_053.htm
VreemdeEend_split_054.htm
VreemdeEend_split_055.htm
VreemdeEend_split_056.htm
VreemdeEend_split_057.htm
VreemdeEend_split_058.htm
VreemdeEend_split_059.htm
VreemdeEend_split_060.htm
VreemdeEend_split_061.htm
VreemdeEend_split_062.htm
VreemdeEend_split_063.htm
VreemdeEend_split_064.htm
VreemdeEend_split_065.htm
VreemdeEend_split_066.htm