African Socialism
Op eigen houtje een dansavond in de stad bezocht, waar een Kongolese Jazzband (zeer bekend en goed) speelde. Entree per paar 9 shilling, (f 4.50), voor een goed doel, dat me ontschoten is. Toen we kwamen, was het al uitverkocht. Genietend van de wat opgewonden menigte, bleven we maar een beetje voor de deur hangen.
'Jullie komen er toch niet in. De kaartjes zijn op,' zei een gewichtig iemand ons, maar we bleven lekker dreinen en dringen. Nadat ik echter drie Afrikanen zwaaiend met een 10-shillingbiljet zonder moeite in het overvolle binnenste had zien verdwijnen, ben ik ook maar gaan zwaaien. Even later hadden we weliswaar geen kaartje, maar we waren wel binnen. Ik keek in mijn handen: het biljet was verdwenen. Ik weet niet wie het te pakken heeft gekregen, maar ik hoop oprecht, dat het de Goede was van het Goede Doel. Een grote zaal voor ons met een zee van witte hemden en zwarte gezichten. Sporadisch ertussendoor een gezicht dat je in deze omgeving echt niet anders dan een bleekgezicht kunt noemen (ik ben nu al zo gewend aan het zien van donkere huiden, dat, als ik toevallig 's een Europeaan op de onderzoektafel krijg, ik automatisch denk 'Jezus, wat een huidje. Wat zou die nou weer hebben?' en ik neiging voel m'n handen te wassen).
Een Afrikaan stapt resoluut op me af, noemt me alsmaar Brother en weet me met het woord African Socialism een biertje afhandig te maken, één voor hemzelf, één voor zijn vrouw, die thuis zit. Uit dank wil hij dat ik even ter plaatse blijf wachten, dan zal hij - Marianne is ondertussen op de dansvloer bezig – een 'African woman' voor me optrommelen om mee te nemen. Ik uit mijn twijfel omtrent zijn smaak (dik is troef hier) en weet hem met moeite te weerhouden. Ondertussen blijkt dat hij in African Socialism niet veel meer ziet, dan dat Arm en Rijk Brothers zijn, dat Arm een biertje van Rijk krijgt in ruil waarvoor Rijk een wijfje van Arm.