Mister Moegombe
Nog moeizamer ligt het met Mr. Moegombe, met wie ik eens per week naar scholen en gevangenissen in de omgeving ga om de bloedbank bij te vullen. We konden het wel redelijk met elkaar vinden en hadden enig contact via de humor. Nadat we het op een middag over zijn lage lonen (het lagere hospitaalpersoneel wordt hier inderdaad schandelijk onderbetaald) en niet al te rooskleurige vooruitzichten hadden gehad, vroeg hij half in scherts, half in ernst of de dokter hem geld voor autorijlessen wilde voorschieten. Ik was met deze grappige, gemeende, vraag niet zo gelukkig. Als het op uitgeven aankomt, geef ik het liever zelf uit. Na een nachtje nadenken, rationalisering van het gevoel 'Als ik er aan één begin..:, en mezelf in een mooie hallucinatie als Mecenas omstuwd ziende door honderden juichende hospitaalassistenten, besloot ik de consequenties van een in wezen (!) antikapitalistisch levensgevoel onder ogen te zien en de socialistische gedachte dan in godsnaam maar eens (en nooit weer) in de praktijk uit te dragen. Je hebt het uiteraard mis, als je nu denkt, dat ik de 200 shilling zonder meer op tafel heb gelegd. Wel heb ik hem als volwaardig kapitalist gezegd, dat ik hem gráág wilde helpen, maar dat ik er eerst met hem over wilde práten. Hij zou me dan duidelijk moeten maken op welke wijze die autolessen hem verder zouden helpen en - eerlijk gezegd zag ik die autolessen niet zo goed - we zouden kunnen nagaan of er niet iets slimmers te bedenken was. Streng patronaatschap, waar hij niet duidelijk op inging. Wel kwam hij met een tegenvoorstel: dezelfde avond was er een dance en of de dokter hem geld wilde geven, zodat hij ernaar toe kon, want zelf hij kon het absoluut niet betalen. Ik ging hier niet duidelijk op in. Die avond kwamen we hem tegen op de dance en ik heb zelden iemand zo van mijn aangezicht zien schrikken. Sindsdien gaan we nors met elkaar om. We tappen bloed en dat is dat.