Een volle maand eten!
Deze mamma wordt gebeld. Of ze even wil komen praten bij een snel reclamebureau over een geweldige nieuwe opdracht. Datum geprikt. Rondedansje door de kamer.
Maar dan keihard terug naar de aarde. Want hoe moet dat met de kids? En vooral: wat moet ik aan? Want voor het eerst sinds de bevalling kan ik me bij een zakelijk gesprek niet verschuilen achter email, fax of telefoon. Voor de spiegel in de grote, grove versleten trui van Erik, waarin ik me zo lekker voel, komen mijn kilo’s te veel ineens monsterlijk goed uit. En dan die uitgezakte tricot broek met melkvlekken. Ben ik dat? In de kast vind ik vast wel iets representatievers, denk nog ik hoopvol. Iets camouflerends ook. Iets wat een beetje veel afkleedt. In ‘no time’ ziet de slaapkamer eruit alsof er een orgie heeft plaatsgevonden. Overal kleren. Bijna allemaal van voor de grote reis.
Dus inmiddels meer dan vier jaar oud. In het ene hebben de motten een koud buffet gezien. Het andere moet wel gekrompen zijn, want ik krijg het niet over m’n nog altijd ontzwangerende buik. En wat er verder ligt, kan echt niet meer anno nu. M’n haar hangt in gespleten slierten langs een verlept gezicht met de wallen als gedenktekens van fijngehakte nachten. Er zit niets anders op. Deze mamma moet zwaar op dieet, nog meer gaan sporten. En het bos uit, voor een complete update in de stad. In de paskamers, met nog meedogenlozer spiegels dan thuis, heb ik het niet bepaald naar m’n zin. Fijn, die ultrastrakke mode! Maar de speciale rekken met grote maten doen m’n ego ook geen goed. En dan die prijzen! Als ik eindelijk iets aanvaardbaars heb gevonden, is het bijna net zo duur als een maand eten aan boord. Vervolgens zit ik me anderhalf uur te verbijten bij een ‘hairstylist’. Omdat de om me heen stuiterende en elkaar steeds afwisselende kapsters meer aandacht hebben voor MTV dan voor m’n hoofd. In plaats van opknappen voel ik me steeds verder afknappen. ‘Over the hill’ geduwd worden ook. De allerlaatste plukjes zon verdwijnen definitief uit m’n haar. Weer thuis heb ik spijt. Ik had deze vrije dag beter kunnen doorbrengen met m’n gezin langs de vloedlijn. Of nog liever heel ver weg in een bootje op zee. Zeker omdat ik op ‘D-day’ m’n nieuwe ‘kapsel’ in een staart bind en me in een olijfgroene overall hijs uit een grijs verleden. Muriël vraagt prompt of ik vandaag ‘als soldaat’ ga. Ja! Denk ik grimmig. Want het is oorlog! Oorlog met het, ondanks twee kinderen, een huishouden, werk, tijd- en slaapgebrek, weer superjong, strak en dynamisch door het leven moeten dansen. En dan vooral van jezelf! Nou vergeet het maar! Het jaar na de bevalling is nog niet om. Ik mag er nog maanden minder uitzien!