Eerste stapjes

Muriël lijkt op de kleine zeemeermin uit het bekende sprookje. Ze heeft wel benen en voeten gekregen, maar er echt op lopen kan ze nog niet. Ja, heel soms langs de railing van de boot. Of even aan het handje.

Als je haar tenminste stevig aanmoedigt.

Maar loslopen? Ho maar! Ze zwemt liever. En als ze dan toch de kant op moet? Dan maar als viervoeter! Bij elk Caraïbisch eiland dat we naderen, vragen we ons af of we het wonder van Muriëls eerste, zelfstandige stapjes daar dan eindelijk mogen meemaken. Ze is tenslotte al bijna zeventien maanden en echt al lang aan lopen toe. Zo staat het tenminste in de boekjes. We hadden dan ook vol goede moed schoenen voor haar gekocht op Guadeloupe. Schattige indianenstappers waar ze alweer is uitgegroeid zonder ze ooit echt te hebben gebruikt. ‘Maak je niet ongerust’ zeggen de ouders die we aan land tegenkomen. ‘Dat lopen komt vanzelf’.

Maar zelf hebben de mensen die het weten kunnen vaak kinderen die al met tien of zelfs negen maanden door de kamer walsten. We worden er een beetje moedeloos van. Zelfs leeftijdgenootjes die op strand of straat vrolijk om haar heen dribbelen, kunnen Muriël er niet toe verleiden een stap te verzetten. En ook Erik, die toch gymleraar is, weet het juiste trainingsschema niet te vinden. Staan en lopen vindt Muriël volstrekt overbodige bezigheden. Natuurlijk heeft dat te maken met het leven aan boord. Op zo’n wiebelend schip is het veel veiliger om te kruipen. Wij maken zelf ook maar al te vaak gebruik van handen en voeten. Zeker als je in zware zeeën naar het voordek moet. Zo varen we van het ene eiland naar het andere zonder dat Muriël een stap verder komt. Totdat we ‘Mrs. Jones’ een tijdje in een deiningvrije lagune voor anker gooien. En mijn moeder aan boord komt logeren. Oma is vers, heeft ervaring en bovendien eindeloos veel geduld. Ze kent alle trucs om Muriël overeind te houden. Zonder drammerig te worden, loopt ze met haar kleindochter aan de hand langs de vloedlijn. Ze kletsen gezellig samen en als ik Muriëls knietjes even zie buigen om te gaan zitten, wijst mijn moeder, net op tijd, én heel slim, naar een pelikaan die met zijn grote vleugels over hen heen zweeft. Langzaam begint Muriël het nut van lopen in te zien. Dankzij oma ontdekt ze dat je op die manier bijvoorbeeld veel makkelijker een emmer met schelpjes kunt vervoeren dan kruipend. En op een dag is het zover. Op een verlaten eilandje vlak bij St. Maarten loopt onze kleine zeemeermin voor het eerst zelf. Van oma’s armen in de mijne.

Als een dronken zeeman, dat wel.

Maar ja, dat hoort erbij als je pas hebt leren stappen!