Zelf gevangen vis en gare T-shirts

Eriks broer Rob woont in Maleisië. Hij biedt aan ons een maandje te huisvesten en wat van ‘zijn’ prachtige land te laten zien. Natuurlijk maken we daar dankbaar gebruik van. Een prima try-out voor onze onvermijdelijke terugkeer naar de vaste wal. De voordelen van het logeren aan land zijn meteen overweldigend. Met een echt bed en schone handdoeken zijn we kinderlijk blij. We kunnen weer gewoon doortrekken en kranen opendraaien. Douchen geeft de langverwachte kick.

Als je zo moe bent als wij van de drukke Zuid-Chinese Zee en de Straat van Malakka, is het heerlijk om je eens lekker te kunnen overgeven aan de goede zorgen van iemand anders. Het is dan ook geen wonder dat we de eerste nacht bij Rob en zijn vriendin Hamillah in een coma-achtige slaap vallen. Alleen Erik wordt nog een paar keer wakker om te kijken of we ‘nergens tegenop varen’.

Als we de volgende ochtend beneden komen, is onze was al gedaan en zit Muriël met grote ogen naar een Walt Disney-video te kijken. Buiten raast het verkeer. Kraampjes bakken kruidige rijst. Rob komt thuis met kleine pakketjes lekkers voor het ontbijt. Hij vervoert ijsthee in plastic zakken met touwtjes eraan. Zoals men dat ook wel met goudvissen doet. Het is vreemd hoeveel sneller de wereld lijkt te draaien als je aan land bent. Een eerste rondrit door Kuala Lumpur, de bijzonder welvarende hoofdstad van Maleisië, brengt ons bij een winkel met fabrieks-restanten van dure merkkleding. Het blijkt spotgoedkoop goed te zijn. En omdat we ons inmiddels pijnlijk bewust zijn geworden van onze wat verlopen ‘look’ slaan we onze slag. Wat we met die niet allemaal even gemakkelijk te wassen broeken en jurken aan boord moeten, vragen we ons pas later af. Op de boot lopen we meestal bloot of in gare T-shirts. We hebben bovendien slechts één minizakspiegeltje met barst aan boord. Aan land is je uiterlijk veel belangrijker. En het lijkt wel of er overal spiegels hangen. Geen onverdeeld genoegen. Want ik word weer eens met mijn neus op al mijn oneffenheden gedrukt.

De aanpassing aan het landrottenbestaan gaat belachelijk snel. Voor je het weet zit je in je gloednieuwe outfit met make-up op en schoenen aan bij de kapper.

Terwijl je dat voor je van boord ging absoluut niet van plan was. In ‘no time’ kun je ook het wereldnieuws weer moeiteloos volgen.

En heb je, dankzij de videotheek om de hoek, de meeste gemiste films alweer gezien. De op zee gedumpte kilo’s zitten er ook zo weer aan. Lekker eten is te makkelijk verkrijgbaar. Nooit beseft dat je zoveel meer nodig denkt te hebben aan wal. Het maandbudget vliegt erdoorheen.

Terwijl we dondersgoed weten dat het moeiteloos met minder kan.

Maar ondanks het feit dat we ons even lekker laten meesleuren door het snelle leven op het droge en er in eerste instantie volop van genieten, gaan we ons na verloop van tijd toch meer en meer misplaatst voelen. Algauw verlangen we weer naar wind, zout, zelf gevangen vis en gare T-shirts. Onze eigen waterwereld. Gelukkig kunnen we nu nog terug.