Overboord!

We zijn op Barbados bijgekomen van onze barre tocht over de oceaan en nu op weg naar St. Maarten. Via St. Lucia, Martinique, Dominica, Guadeloupe en Antigua. Elk eiland is steeds maar één dag varen verder.

Dus houden we lekker veel tijd over om al deze republiekjes en (ex-)koloniën te verkennen. En om Muriël op de prachtige stranden met zand en water te kunnen laten spelen. Ze is al net zo gek op de zee als haar ouders.

Als je niet uitkijkt, kruipt ze zo de branding in.

‘s Ochtends na het ontbijt roeit één van ons meteen met haar van de ankerplaats naar de kant. De ander kan dan snel wat aan ons piepkleine huishouden doen, een brood bakken, saxofoon spelen of, zoals ik vanmorgen, een stukje schrijven. Met veel moeite vind ik een pen want Muriël heeft de meeste overboord gegooid. Knijpers, sleutels, zonnehoedjes, ja, zelfs hele emmers verdwijnen op deze manier. Gelukkig is het water hier zo helder, dat we een en ander vaak zo weer van de bodem kunnen vissen.

Maar alles wat blijft drijven, raakt vrijwel direct uit het zicht. Zo moet Muriël haar dekbed hebben uitgezwaaid (ze zwaait naar alles wat vertrekt) en ook haar nieuwe pop. Erik en ik worden er wel een beetje lui van. Want als we iets niet kunnen vinden, wijzen we ons zondebokje aan en staken het zoeken.

Als ik opkijk van mijn schrijfwerk, zie ik Erik in de verte terugroeien. De zon staat alweer wat hoger aan de hemel en is daardoor niet zo babyvriendelijk meer als vanochtend vroeg. Muriël is achter Erik langs gekropen en leunt over de boeg van het bootje. Een leuk gezicht die twee. Daar moet ik nodig een foto van maken. Zo met die mooie palmen op de achtergrond en dat waanzinnige witte strand…Dan staat m’n hart stil. Muriël klimt over de rand van het bootje en valt in het water! Ik probeer te schreeuwen, maar krijg geen geluid uit mijn keel. Gelukkig heeft Erik de plons achter zich gehoord. Hij springt op en kijkt om zich heen. Hij ziet haar niet! Hoe kan dat nou in zulk helder water? Ik verstijf. Ze is onder het bootje doorgeschoten, als een schaatser onder het ijs. Dan zie ik Erik overboord duiken. Het lijkt een eeuwigheid te duren voor hij weer bovenkomt, maar onder zijn arm draagt hij iets waarvan ik meteen het rood-wit-gestreepte petje herken. En ze beweegt! Blindelings grijp ik de verrekijker. Die kleine lacht ook nog, terwijl haar vader de grootste moeite moet doen om onze inmiddels op drift geraakte bijboot in te halen.

Als Erik veilig en wel met m’n dochter bij ‘Mrs. Jones’ aan boord stapt, pak ik haar beet en wil haar eigenlijk nooit meer loslaten.

Maar onze dochter begint liever meteen aan haar melk en slaapje. Want ze heeft nog meer te doen vandaag!