Afschuwelijk bericht

Op Sri Lanka bereikt ons een afschuwelijk bericht. Collega-zeilende ouders John en Judith Sleavin overkwam met hun jonge kinderen Anna en Ben wat ons op de Zuid-Chinese Zee op het nippertje bespaard is gebleven. Hun boot de ‘Melinda Lee’ kwam in aanvaring met een vrachtschip. De ‘Melinda Lee’ was zeker vijf meter groter dan ons notendopje en een stuk robuuster. We zagen haar liggen in Panama en maakten al snel kennis met de Amerikaanse bemanning. Zeilende gezinnen hebben namelijk een grote aantrekkingskracht op elkaar want zoveel varen er niet rond op deze zeebol. Helaas konden we niet samen verder. Daarvoor verschilden onze reisdoelen te veel. We zagen Judith, John, Ben en Anna voor het laatst toen zij ons uitzwaaiden in de haven van Colon. Maanden later raakte de ‘Melinda Lee’ in zwaar weer vlak voor de kust van Nieuw-Zeeland. Het was nacht, koud en aardedonker. Judith had wacht. De rest van het gezin sliep. Ze droeg haar dikste zeilpak en tuurde de enorme golven af om te zien of andere schepen geen gevaar opleverden. Even ging ze naar binnen voor een kop soep en zag daardoor het schip niet dat hen met grote snelheid naderde. De ‘Melinda Lee’ werd geramd en haar mast viel met donderend geraas dwars door het dek. De romp van het jacht brak doormidden en begon snel te zinken. Judith, die getroffen werd door de mast en daardoor twee wervels beschadigde, wist nog net op tijd met Anna uit het schip te komen. John probeerde tevergeefs Ben uit het vooronder te redden. Tijd om het reddingsvlot in werking te zetten of via de radio alarm te slaan was er niet. Het vrachtschip dat de ‘Melinda Lee’ tot zinken had gebracht, liet even zijn zoeklichten over het water gaan, maar bood geen hulp. Gelukkig kwam de rubberen bijboot van het jacht bovendrijven zodat Judith, John en Anna zich ergens aan vast konden klampen.

Maar de zeven jaar oude Anna droeg slechts een dun nachtjaponnetje en was niet opgewassen tegen de kou en het geweld van de golven. Algauw moest ze de rubberen boot loslaten en verdween in het inktzwarte water. John dook haar achterna. Judith heeft geen van beiden teruggezien. Veertig uur dreef ze alleen in de oceaan rond.

Toen spoelde ze aan in een Nieuw-Zeelandse baai en werd door een visser gevonden. Judiths warme pak en haar verbazingwekkend sterke wil om te overleven zijn haar redding geweest. In het ziekenhuis stortte ze echter volledig in toen reddingswerkers haar moesten melden dat ze écht alles kwijt was. Haar man, haar kinderen, haar boot en haar droom. Verdrietig en extra waakzaam vervolgen wij onze reis. De Indische Oceaan weer op, richting Afrika. Judith is geen moment uit m’n gedachten. Haar verhaal had het mijne kunnen zijn.