Spaanse vissersdorpen

‘Mrs. Jones’ ligt als een vreemde eend tussen de veelkleurige Spaanse vissersboten. Muriël slaapt en Erik speelt saxofoon bij het licht van onze olielamp. De lucht is zwoel. De hemel is bezaaid met sterren. Het zwerversbestaan begint meer en meer te bevallen. Overdag zeilen we van de ene prachtige baai naar de andere en laten dan het anker vallen voor de nacht. We zijn nooit langer dan een uur of vijf onderweg en plannen onze tochten in zuidelijke richting zoveel mogelijk rond Muriëls siësta. Buiten staat haar badje met zeewater altijd vast op te warmen zodat ze daar, met petje op, meteen in kan na haar middagdutje. Ze geniet van haar eigen spetters en van het babykoekje waarmee ze heerlijk haar hele buik onderknoeit. Tegen de avond roeien we van de ankerplaats met een opblaasboot naar de kant. Muriël zit dan al opgewonden op mijn schoot te wiebelen, want de kant betekent steevast: mensen, veel kijkplezier en soms een lik van ons ijs. De supermarkt waar ze met een beetje geluk allerlei dingen uit de schappen kan trekken is het einde, maar kuieren over de kade is ook nooit weg. Ze zwaait naar andere kinderen alsof het goede bekenden zijn en een glimlach kan iedereen wel van haar krijgen. Zeker diegenen die een beetje hun best doen. En dat zijn er nogal wat. Want in zo’n vissersdorp langs de noordwestkust van Spanje, waar doorgaans weinig toeristen komen, is een blond baby’tje een bezienswaardigheid.

Als we ons door de nauwe steegjes vol kantklossende oudere dames wurmen, op zoek naar een kruidenier of een postkantoor, moeten we om de zoveel meter stoppen omdat iemand een ‘praatje’ wil maken met Muriël. Jong en oud gaat door de knieën bij de buggy. Que guapa zeggen ze soms en dat vervult ons met trots, want het betekent dat ze een lekker koppie heeft. Iets minder is het muy grandes (wat groot!) als ze erachter komen dat ze nog maar ocho meses (acht maanden) is. Voor de mensen hier is het onbegrijpelijk dat wij met een baby van zo ver over zee zijn gekomen. Voor nuchtere Hollanders zoals wij is zoveel aandacht voor één baby weer vreemd. Sommige Spanjaarden kopen zelfs iets voor Muriël: een kinderpuzzeltje, een poppetje of een zakje zoutjes. Muriël vindt het allemaal prachtig. Met zo’n cadeautje in haar knuisten zit ze te stralen alsof ze aan boord niets heeft om mee te spelen en nooit iets te eten krijgt.

Als een lief, blond zigeunerinnetje met blauwe ogen. Of een zeerovertje, het is maar net hoe je het bekijkt! Erik zei vanmorgen nog tegen haar, toen ze samen naar de kant roeiden om nog even wat boodschappen te halen: Kom maat, we gaan weer eens fijn uit plunderen! En dat hebben ze uitstekend gedaan. Want dankzij hun strooptochten geniet ik in deze prachtige nacht van een heerlijke wijn en de lekkerste olijven die ik ooit heb geproefd. En Muriël ligt in bed met haar laatste aanwinst tegen haar wang: een knaloranje tijgertje.

Als ik haar later vertel dat Sinterklaas uit Spanje komt, zal ze me direct geloven.