Richting Colombia

Colombia wordt door veel jachten gemeden. De zware zeeën voor de kust zijn berucht en er zijn nogal wat gevallen van piraterij bekend. Boten die worden gekaapt voor drugssmokkel en waarvan de bemanning zonder pardon overboord wordt gezet. Wij besluiten dit land toch aan te doen omdat ‘Mrs. Jones’ ons sterk genoeg lijkt voor de golven en te nietig voor de drugsbaronnen.

Onderweg naar Cartagena slingert ons bootje zelfs zozeer heen en weer dat we ons afvragen of iemand onder deze omstandigheden ooit bij ons aan boord zou kunnen komen. Op dit traject verkeren we alledrie in verschillende stadia van zeeziekte. De wind wakkert aan tot stormachtig en door een foutje bij het koken hangen er door de hele kajuit slieren spaghetti. Mét saus natuurlijk. De drie lange dagen en nachten vanaf Aruba zijn ons dan ook behoorlijk aan te zien als we in Colombia voet aan wal zetten. We zijn moe, vies en onze haren zitten vol klitten. Erik heeft bovendien een flinke baard. Een pittig kopje Zuid-Amerikaanse koffie en vers geperst vruchtensap bij een vrolijk stalletje op de kade helpen de ergste vermoeidheid vergeten. We vinden een douche, en een eerste zwerftocht door het fascinerende Cartagena brengt ons bij een echte, ouderwetse Colombiaanse kapper. Muriël kijkt met grote ogen toe hoe Erik zich met angst in zijn adamsappel laat scheren met zo’n groot vlijmscherp mes. Daarna is het tijd voor haar eerste knipbeurt. Met de kam komen we niet meer door haar pluizige krullen. Het is net engelenhaar dat in de knoop is geraakt. Gelukkig heeft de barberia een speciale, nogal antieke kinderknipstoel. Het is een soort kruising tussen een barkruk en een kermispaardje. Muriël vindt het prachtig om erop te zitten en het doet de barbero zichtbaar genoegen om weer eens een klein koppie te knippen tussen het voornamelijk mannen scheren door.

Maar we kunnen hem er niet van overtuigen dat hij een meisje onder handen gaat nemen. Omdat ze geen oorbelletjes draagt. Colombiaanse logica. Enthousiast zwaait de kapper met een schaar, die boven Muriëls haartjes ineens enorme afmetingen lijkt te krijgen. Al gauw dwarrelen de eerste blonde krullen langs het kermispaard naar beneden en vermengen zich met de vele zwarte haren op de vloer. De kapperszaak is aan de straatkant geheel open en er ontstaat in een mum van tijd een oploopje van mensen die het knippen van ons kind graag even willen bekijken. Dit verhoogt het enthousiasme van de kapper alleen maar, die voor het fenomenale bedrag van één euro steeds meer haar van het kleine kruintje afhaalt. Muriël ondergaat alles lachend. Zelfs de enorme kwast met talkpoeder die als een soort ‘grande finale’ met een zwierig gebaar over haar gezicht wordt gehaald. Het ketelbinkie dat aan mijn hand de barberia verlaat herken ik nauwelijks. Natuurlijk zijn stekeltjes makkelijk. En het groeit wel weer aan enzo.

Maar als ik Muriël ‘s avonds voorlees, mis ik haar engelenhaartjes tegen mijn wang.