Tijd voor een oeverloos gesprek?

Als ik ‘s ochtends hijgend Muriël op school heb afgeleverd, is het alsof ik een complete marathon achter de rug heb. Weer thuis betreed ik een slagveld waarin ettelijke bommen lijken te zijn ontploft. Graag zou ik de sporen die m’n gezinsleden hebben achtergelaten door hen zelf laten verwijderen.

Maar de meesten zijn daar nog te klein voor en in zo’n chaos kan ik niet werken. Want het bureau van m’n inmiddels zo’n 40 uur in de week opererende eenmanstekstbedrijfje staat midden in de woonkamer, annex keuken. Tussen de box en het aanrecht. Meteen ook de reden waarom ik geen hulp in de huishouding of ‘nanny’ heb. Dit bosstulpje is daar gewoon te klein voor. En het is een beetje te duur.

Maar we wonen op een unieke plek.

Dus ga ik met supertegenzin ‘s morgens vaak eerst even een privé-duintje om en stort me dan, heel wat milder gestemd, maar eigenlijk alweer veel te laat, op het huishouden en mijn werk. Daarnaast leg ik, met Jerke in mijn kielzog, achtmaal per dag de afstand bos-basisschool af. En dan zijn er natuurlijk nog twee keer per week de zwemlessen van Muriël, het aquababy’en met Jerke, het consultatiebureau, dorps- en buitenschoolse activiteiten, de sociale contacten, boodschappen en dit alles (en meer) met voortdurend een jongste om me heen met zware frustraties over de, naar zijn zin, veel te kleine groeisprongen. Gelukkig word ik verplicht steeds handiger in het plannen en combineren. Met een mobiele telefoon en een tweedehands bolderkar gaan het opdrachtgevers te woord staan, Jerke in slaap hobbelen, boodschappen en Muriël halen, bij de bibliotheek voor mijn tokootje in de nieuwste tijdschriften bladeren, een medemoeder spreken, én een frisse neus halen bijvoorbeeld al redelijk goed samen. En sinds kort heb ik ook nog een ‘schockproof’ bandrecordertje om al lopend een nog te schrijven artikel in te spreken. Dan voel ik me helemaal net zo’n Chinese circusartiest die allemaal bordjes tegelijk op stokjes rond kan laten draaien. Hoe meer schoteltjes ik aan de praat houd, hoe trotser ik me voel. Even is het dan net of ik alles onder controle heb. Tot ik weer tussen de scherven zit. Vaak betekent dat een nachtje doorwerken. Met als grote voordeel dat Jerke me dan geen twee à drie keer wakker maakt. Omdat ik dat dan al ben. Allemaal luxe-problemen natuurlijk! En ooit krijgen we wel weer eens tijd voor een goed boek en een oeverloos gesprek. Net als in een zo ver lijkend verleden. Aan boord.