Zindelijk in Polynesië

Na een zeiltocht van vierentwintig dagen over de Stille Oceaan is het heerlijk bijkomen op de majestueuze Marquesas-eilanden. Daarna varen we door naar Tahiti. Frans Polynesië bevalt ons goed. Er is alleen één probleem. Alles is er zo vreselijk duur! Zeven euro voor een paar slappe tomaatjes, en ook zoiets voor een doosje eitjes. Alleen stokbrood, boter en smeerkaas zijn nog een beetje te betalen.

Maar daar kan zo’n opgroeiende ketelbink natuurlijk niet van leven. We verzamelen dus veel fruit in het wild en doen een flinke aanslag op de scheepskas. We moeten wel. Want na acht weken voornamelijk varen zien we de bodem van onze voorraadbakken. Natuurlijk was het slimmer geweest in het relatief spotgoedkope Panama een stuk meer in te slaan.

Maar ons bootje is klein en de ruimte die er is, wordt ook nog eens voor het grootste gedeelte ingenomen door de vele blikken poedermelk en pap voor Muriël. Omdat we altijd bang zijn dat we het juiste merk op een volgend eiland niet kunnen krijgen.

Want wat ons boerinnetje op dat gebied niet kent, dat eet ze niet.

Maar de beschikbare ruimte volstouwen met wegwerpluiers was economisch echt een stuk verantwoorder geweest. Want die dingen kosten hier maar liefst vijfenzeventig eurocent per stuk (!) en Muriël is tot onze schande nog steeds niet zindelijk.

Als we dat van tevoren hadden geweten hadden we in Panama de hele binnenkant van de boot met ‘pamper-lookalikes’ geïsoleerd. Want katoenen luiers doen Muriëls billen en onze zoetwatervoorraad geen goed. Onze bankrekening dwingt ons dus om de zindelijkheidstraining in Tahiti per direct wat strenger aan te pakken. Tot nu toe belanden alleen af en toe de ‘grote boodschappen’ van onze matroos in het daarvoor bestemde potje. Zelfs in zwaar weer, dat moet gezegd.

Maar dat is natuurlijk niet genoeg om uit die waanzinnig dure luiers te raken. Ook de plasjes moeten de kosten drukken. Daarom krijgt Muriël alleen ‘s nachts nog maar een luier om. Overdag draagt ze niets of een broekje en houden we het bij deze nieuwe strategie onmisbare potje bij de hand. Omdat we in Tahiti veel op pad zijn, wordt het zelfs letterlijk achter haar aangesjouwd. In de rugzak of het boodschappennetje van de buggy. Geeft ze een kik of leidt haar gezichtsuitdrukking tot een donkerbruin vermoeden, dan zetten we haar meteen op haar plastic troontje.

Als het kan bij een toilet. Of anders tussen de struiken of in een verscholen hoekje van het gebouw dat we bezoeken. Zo houden we het aardig droog én financieel aantrekkelijk. Al vraag ik me soms wel af of zuinig leven niet wat eleganter kan. Zeker op het moment dat ik met een dampende drol in het potje de marmeren trappen van het drukbezochte postkantoor in Papeete afdaal.