Familiegevoel? The Waltons maar dan suikervrij!

Hoe belangrijk familie voor je is, merk je pas goed als je een paar jaar zonder moet. Zoals wij tijdens onze zeilreis rond de wereld. Goed voor regelmatig terugkerend heimwee. Gelukkig waren we toen wél lid van een heel andere ‘familie’: de clan der zeezigeuners. Een kleine groep van oude, rijke, arme en jonge zeilers uit de meest uiteenlopende landen die elkaar onderweg soms in de baaien langs de wereldzeeën treffen. Los zand en toch een band. Stuk voor stuk in hetzelfde schuitje. Met dezelfde passie en hetzelfde respect voor de zee. Met dezelfde droom. Het overleven op de oceanen.

Maar ook allemaal zonder familieleden om zich heen. Hiaten die medezeilers goed kunnen vullen. Met een inlevingsvermogen dat je niet van stand-ins verwacht. Omdat ze zelf grootouder, ouder, broer, zus, oom of tante zijn en hun kleinkinderen, kinderen, broers, zussen, neefjes of nichtjes missen. Vaak zijn aanbod en vraag perfect in balans. Ontstaan relaties zoals je die alleen in de meest harmonieuze families ziet: The Waltons maar dan suikervrij. Elkaar onvoorwaardelijk hulp biedend in geval van nood en aandachtig luisterend naar elkaars verhalen en avonturen. Zonder de bij ‘echte families’ zo vaak gebruikelijke jaloezie, bemoeizucht en wurgende verplichtingen, in de wetenschap dat elke ontmoeting de laatste kan zijn. Dat besef werd verstrekt met het vergaan van het zeilschip de ‘Melinda Lee’ voor de kust van Nieuw Zeeland. De Amerikaanse Judith die ik in Panama had leren kennen, verloor daarbij haar gezin in de golven.

Toen ik dat bericht ontving, heb ik dagenlang in gedachten met haar gerouwd.

Maar er wordt ook heel wat gevierd door de drijvende gelegenheidsfamilie. Vaak is een geslaagde visvangst al genoeg voor een spontaan feestje op het strand. Het heeft mij altijd verbaasd hoeveel gezelligheid al die varende vrijheidszoekers elkaar kunnen bieden. Hoeveel losgeslagen ‘opa’s’, ‘oma’s’, ‘tantes’ en ‘ooms’ aanboden om een paar uur tot een dag op Muriël te passen en haar mateloos verwenden. Hoeveel je van elkaar aanneemt en leert. Hoezeer je elkaar vertrouwt en hoeveel fouten je kunt maken zonder dat er vetes ontstaan. Waarschijnlijk omdat je nooit als vloot reist en je altijd weer de volle zee op kunt zoeken als het je ergens niet bevalt. Of gewoon een stil baaitje verderop. Op je eigen bootje. Je eigen eiland. Het vrijblijvende, ongecompliceerde ‘samenleven’ zonder stoorzenders als telefoon, tv en haast doet veel voor de succesformule van de steeds van samenstelling wisselende zeefamilie. Zo zie je iemand elke dag en zo nooit meer.

Maar in gedachten ben je vaak weer bij elkaar.

Waar zou de ‘Red Wings’ nu zitten of de bemanning van de ‘Still Crazy’? Achternamen worden nog wel eens vergeten. Bootnamen nooit. Zelfs terug aan land moeten we nog vaak aan onze toenmalige medezwervers denken en we dompelen ons volledig onder in heimwee bij het lezen en herlezen van hun brieven. Nog hoor ik Andrew de Canadese solozeiler, ‘Muriëls favourite uncle’, aan boord van zijn ‘49 North’ tegen mij zeggen: ‘You’re not a guest, you’re family!’ Nog zie ik de Deense Hella onze haren knippen, onder een palm met een spiegeltje aan de stam. Liefdevol, alsof ze onze haren al jaren kende, terwijl we elkaar nog maar net hadden ontmoet. Tussendoor genoten we van Colombiaanse koffie en grote stukken taart uit de oven van het houten kottertje ‘Peter Baker’ die toevallig ook in dezelfde baai lag. Het leek wel een reclamespot. Het toppunt van familiegevoel ver van je eigen familie. Verwantschap van het bovenste schap. Ik mis dat gevoel nog elke dag. Wetend dat ik de boel idealiseer en dat er natuurlijk ook meer dan genoeg zwarte schapen tussen de zeeschuimers zitten. Want die komen in de beste families voor.