Boeuf Bourguignon
bereiding: 30 min | wachten: 3-4 uur
100 g boter
1 kg doorregen runderlappen, in grove stukken
zout en (versgemalen) peper
125 g gerookte spekblokjes
250 g sjalotten, gepeld
250 g kleine kastanjechampignons, schoongeveegd
1 ui, in ringen
3 winterwortels, in plakjes
25 g bloem
1 pot vleesfond (400 ml)
1 fles volle rode wijn
bouquet garni van 1 zakje
verse Provençaalse kruiden
1 tl zwarte peperkorrels
600 g vastkokende aardappelen
2-3 el fijngesneden peterselie
Verhit de helft van de boter
in een hapjespan en bak het vlees (in gedeelten) rondom bruin en
leg het op een bord. Strooi er zout en peper over. Bak
achtereenvolgens de spekblokjes, sjalot en champignons bruin en leg
ze op een bord. Roer de wijn door het bakvet en roer de aanbaksels
los.
Verhit de rest van de boter in
een braadpan en bak de ui en ⅓ van de wortel aan. Bak de bloem mee tot
hij bruin wordt. Roer de fond en wijn erdoor en breng het geheel al
roerend aan de kook.
Voeg het vlees met
braadsappen, het bouquet garni en de peperkorrels toe aan het
uienmengsel en stoof het vlees afgedekt op zacht vuur in 3-4 uur
gaar. Roer af en toe door.
Schil de aardappelen en snijd
ze in dunne plakjes.
Leg het vlees in een andere
braadpan en zeef de saus erboven. Voeg de spekjes, sjalot en
champignons toe en laat het geheel ca. 15 minuten onafgedekt
sudderen.
Breng op smaak met zout en peper.
Kook de aardappelen met de
rest van de wortel in een pan met weinig water en zout in 10
minuten beetgaar. Giet ze af.
Leg op borden een ring (7-8
cm) en leg er ca. 2 cm aardappel en wortel in. Schep hierop het
vlees en druk goed aan. Verwijder de ring en schep de saus
eromheen.
Garneer met peterselie.
