16. Eindelijk thuis
'We gaan picknicken,' kondigde Butterfly enthousiast aan toen
we binnenkwamen.
'Het is eigenlijk geen echte picknick,' zei Anita in de
deuropening van de keuken, 'We lunchen in de achtertuin. Daar staan
picknicktafels.'
'Kunnen we helpen?' vroeg Raven.
'Alles wat we nodig hebben staat op het aanrecht in de
keuken,' zei Anita. 'Butterfly zal het jullie laten zien.'
Trots op haar rol als leidster, ging Butterfly ons voor naar
de borden en het bestek, de placemats, glazen, verse limonade,
eigengebakken broden en kruiderijen. We namen allemaal wat mee, en
Butterfly bracht ons naar de tafel.
De achtertuin was een schitterende plaats om buiten te eten.
Vanaf hier konden we de bergen zien en we ontdekten dat er sneeuw
lag op de toppen. De beek was dichtbij, en het water ruiste hard
genoeg om te kunnen horen dat het om de berg heen stroomde. Anita
kwam naar buiten, met Tommy achter zich aan. Ze droeg een grote
aardewerken schaal en zette die op tafel. We gingen zitten. Tommy
keek heel teveden.
'Dank je, jongens, ik krijg mijn lievelingssoep voor de
lunch,' verklaarde hij.
'Ik maak hem vaak genoeg, Tommy Edwards,' zei Anita en begon
onze soepkommen vol te scheppen.
'Het ruikt verrukkelijk,' zei Raven. 'Wat is het voor
soep?'
'Tortillasoep met kip, avocado en limoen,' zei Anita. Ze
schepte voor zichzelf op en ging zitten.
'Heerlijk als altijd,' zei Tommy, na zijn eerste hap.
ik heb geholpen hem te maken,' zei Butterfly stralend. 'Hè,
Anita?'
Anita keek naar haar op en lachte.
'Janet heeft de tortilla's gesneden en zelf gebakken,' zei
ze.
'Een tortilla is Indiaans eten, hè?' vroeg Raven.
'Southwestern, Mexicaans, allemaal dezelfde oorsprong,' zei
Tommy.
'Bent u allebei volbloed Navajo's?' vroeg Crystal.
Anita keek even naar Tommy, die glimlachend antwoordde.
'Daarover is een discussie gaande,' zei hij.
ik heb over de Navajo's gelezen in dat boek van u,' ging
Crystal verder. 'De stam is verdeeld in meer dan vijftig clans. Ik
vond het heel interessant dat de afstamming via de vrouwelijke lijn
gaat.'
'Ja, wij zijn de eerste ware voorvechters van de
vrouwenemancipatie,' schertste Tommy.
'U bent ook de op één na grootste indianenstam in de VS,' zei
Crystal.
'Crystal is een uitmuntende leerlinge,' kwam Raven
tussenbeide. 'Geef haar één dag en ze vertelt je meer over jezelf
dan je zelf weet.'
ik hou nu eenmaal niet van tijdverspilling,' zei Crystal
verwerend, 'dus lees ik.'
ik voel me gevleid dat je meer over ons wilt weten,' zei
Tommy. 'Waarschijnlijk weet je binnenkort meer dan ik.'
'Dat is wel zeker,' zei Anita.
Tommy trok zijn wenkbrauwen op en glimlachte. Anita scheen te
beseffen dat ze wat mals had gezegd en sloeg onmiddellijk haar ogen
neer. Ze was net als een kaars die weer probeerde te flakkeren.
Telkens als er een klein sprankje hoop was, doofde ze dat zelf met
schuldbesef.
'Dit gebied is dan misschien niet rijk aan gas of olie, maar
voor mij is het rijk in andere opzichten,' zei Tommy.
'Ik heb altijd belangstelling gehad voor de indianen,' zei
Crystal. 'Gelooft u dat de wind spiritueel is?'
'Ik geloof dat de hele natuur iets spiritueels heeft,' zei
Tommy. 'Ik geloof dat hoe verder je bij de natuur vandaan gaat, hoe
verder je weggaat van wat spiritueel is. Daarom wonen we
hier.'
'Ik vind het hier heerlijk!' zei Butterfly. Eigenlijk gooide
ze het er meer uit, alsof haar hart op het punt stond te
exploderen. We zwegen allemaal even. Toen hoorden we de
telefoon.
'Ik neem hem wel,' zei Tommy en liep haastig naar
binnen.
'Heb je ook indianenkostuums?' vroeg Raven aan Anita.
'Kostuums? Ja, waarschijnlijk noemen jullie dat zo. Ik heb
iets dat jullie misschien wel zal interesseren,' ging ze verder.
'Als we gegeten hebben, zal ik het je laten zien. Mijn moeder heeft
het lang geleden voor me gemaakt en ik denk dat het je precies zal
passen.'
'Heus?' vroeg Raven opgewonden. Anita glimlachte zowaar. Het
was of haar gezicht langzamerhand ontdooide.
'Dat,' zei Tommy, toen hij terugkwam, 'was de
kinderbescherming.'
'Zijn ze op weg hiernaartoe?' vroeg ik somber.
'Nee. Ze halen het niet vandaag. Ze hebben me gevraagd jullie
naar de sheriff te brengen zodat jullie naar Albuquerque gestuurd
kunnen worden.'
'Gestuurd? Wat zijn ze, producten?' vroeg Anita voor we konden
reageren.
'Ik heb gezegd dat de meisjes hier vannacht kunnen blijven
slapen,' zei hij. Hij wachtte even. 'Dat is toch goed?'
'Natuurlijk,' zei Anita. 'Dat hoef je echt niet te vragen,'
ging ze verder, en met tranen in de ogen stond ze op om de tafel af
te ruimen.
Butterfly sprong onmiddellijk overeind en begon onze kommen en
borden op te stapelen. Toen ze haar armen vol had, volgde ze Anita
naar binnen. Tommy bleef stil zitten.
'Anita,' begon hij langzaam, 'is niet goed in orde sinds
Annie's dood. Ze heeft ogenblikken dat ze niet kan ophouden met
huilen en soms is ze zo teruggetrokken, dat ik het gevoel heb dat
ze er niet echt is. Laat je niet door haar van streek maken.'
'O, nee,' zei ik.
'Geen moment,' vulde Raven aan.
'We weten wat het is om iemand te verliezen van wie je houdt,'
ging Crystal verder.
Tommy glimlachte.
'Dat weet ik. Goed, laten we naar de corral gaan en de paarden
zadelen. Ik zal jullie wat van dit reservaat laten zien voordat
jullie weg moeten,' zei hij.
'Kunnen we niet met de jeep?' vroeg Crystal op smekende
toon.
'Dat is niet hetzelfde. Je moet voelen hoe het is, de
authenticiteit ervan proeven. Jij bent degene die alles over ons
leert,' plaagde Tommy.
Crystals gezicht betrok.
'Wees maar niet bang,' zei Tommy. 'Het zal uitstekend gaan. Ik
zal je Paard Zonder Naam geven.'
'Paard zonder naam? Waarom heeft hij geen naam?' vroeg
Crystal.
'Hij staat nooit lang genoeg stil om hem er een te doen
begrijpen,' zei Tommy.
'Wat?' riep ze uit.
Iedereen lachte. Toen stonden we op en hielpen de rest van de
tafel afruimen. Later kwam Anita naar buiten en bleef staan kijken
terwijl Tommy de paarden en de pony voor Butterfly zadelde. Hij
begon met een kleine les over paardrijden.
'Jullie paarden volgen het mijne,' verzekerde hij ons. 'Ze
zijn erop getraind, dus maak je geen zorgen. Waar het om gaat is
dat je nooit paniek moet tonen, nooit je angst overbrengen op het
dier. Hij zal het merken en zenuwachtig worden. Jij hebt de
leiding.'
Hij hielp Butterfly opstijgen. Ze keek alsof ze op een troon
was geplaatst. We hadden haar nog nooit zo stralend en blij
gezien.
Toen ik achterom keek naar Anita, zag ik dat ze met over
elkaar geslagen armen en een flauwe glimlach om haar lippen stond
te staren.
Tommy riep iets naar haar in een taal die we niet begrepen en
ze schudde haar hoofd.
'Wees maar voorzichtig met ze, Tommy Edwards,' waarschuwde ze.
Hij lachte.
'Oké, jongens. Doe wat ik zeg,' zei hij. We gaven onze paarden
een zachte por met onze hakken en ze liepen achter Tommy aan. We
schokten allemaal een beetje op en neer. Crystal klampte zich vast
aan het zadel.
'Tommy zei dat je niet het zadel moest vasthouden,' bracht
Raven haar in herinnering.
'Ik weet wat hij zei,' merkte Crystal vinnig op. Ze hield haar
adem in, sloot haar ogen en bleef doodsbenauwd kijken, terwijl we
gevieren voortreden naar de bergen. We hadden in onze wildste
fantasieën niet kunnen denken dat we ooit zouden paardrijden met
een Navajo indiaan, die ons de wonderen van de natuur in zijn
wereld liet zien.
Ondanks haar angst genoot Crystal net zo veel van de rit als
wij. Zij en Tommy praatten over rotsen en dieren, de woestijn en
het volk van de Navajo's. Raven was een natuurtalent en Butterfly
zag eruit of ze eeuwig op haar pony zou kunnen blijven rijden.
Zolang duurde het niet, al leek het ons van wél. Op een gegeven
moment stopten we om te rusten en Tommy informeerde naar verdere
bijzonderheden over ons leven in Lakewood. Crystal legde uit waarom
we ons gevangen voelden. Dat was het moment waarop Tommy ons
onthulde dat hij ook geadopteerd was.
'Ik woonde bij familie,' zei hij. 'Mijn oom en tante.'
'Wat is er met je vader en moeder gebeurd?'
'Mijn moeder was niet getrouwd toen ze mij kreeg. Mijn vader
heeft me nooit erkend en de ouders van mijn moeder waren erg van
streek. Misschien heb je gemerkt dat Anita glimlachte toen je vroeg
of ik een volbloed Navajo was. Sommigen dachten van niet. Ik geloof
dat het belangrijkste is wat je in je hart voelt. Dat vertelt de
mensen wie je werkelijk bent. Al het andere is oppervlakkig. Je
weet wat dat betekent.'
Als we het niet wisten, zou Crystal onmiddellijk opspringen om
het ons te vertellen,' viel Raven hem in de rede. Tommy
lachte.
'Jullie hebben een ander soort zadelpijn. Dat komt van het
reizen met elkaar,' zei hij lachend. 'Maar,' ging hij na een
ogenblik verder, terwijl hij ons aankeek, 'ik wed dat jullie zouden
vechten als leeuwen als iemand zou proberen jullie nu te
scheiden.'
'Ja,' zei ik. 'Dat zouden we zeker.'
Hij knikte en even gleed er een sombere uitdrukking over zijn
gezicht.
'De stand van de zon vertelt me dat het ongeveer half vier is.
We kunnen beter teruggaan. Ik moet nog een paar dingen doen en ik
moet vóór het eten nog een korte patrouille maken.'
We stegen weer op en reden terug. De zon bereikte de top van
de bergen. De schaduwen werden op sommige plaatsen langer, vulden
de kloven en dalen met een zacht duister. Hoog boven ons cirkelde
een havik. Tommy zei dat hij zelfs van die hoogte een woestijnrat
kon zien.
Wat een vreemde en fantastische wereld was dit, dacht ik. Een
tijdlang had die ons onze dromen doen vergeten. Raven had met geen
woord gezegd dat ze zangeres wilde worden. Crystal had niet over
school gesproken, en ik was opgehouden te fantaseren dat ik mijn
echte moeder zou vinden.
Anita wachtte op ons toen we terugkwamen. We verwachtten dat
we zouden afstijgen en daarmee uit, maar Tommy legde uit dat we een
eindje met ze moesten lopen, en hij wilde dat we zouden helpen met
het opbergen van het tuig.
'Je moet hier goed passen op alles waar je van houdt, anders
heb je het niet lang,' vertelde hij.
'Soms werkt het zo niet,' merkte Anita op. Ze keken elkaar
even aan en hij wendde zijn ogen af. Butterfly mocht terug naar het
huis met Anita, zodat ze zich kon wassen en Anita helpen met het
avondeten. 'Ik zal de bedden ook opmaken,' zei Anita.
'Kon er helemaal niets gedaan worden aan Annie?' vroeg ik aan
Tommy.
'We hebben alles geprobeerd. We hebben haar naar het grootste
ziekenhuis gebracht en ze hebben haar geopereerd, maar haar hart
was te klein. Anita durfde geen tweede kind aan. Ze denkt dat het
met hetzelfde of een soortgelijk effect zal worden geboren. Ze is
bijgeloviger dan ik,' ging hij triest verder.
'Er zijn methodes om de foetus te onderzoeken,' zei Crystal,
'en te controleren of het een defect heeft.'
Hij glimlachte naar haar.
'Anita's hart begint nu met een ander ritme te kloppen.
Misschien zal het binnenkort veranderen.'
We verzorgden de paarden en toen gingen we allemaal naar
binnen om ons te wassen. Anita had de twee logeerkamers voor ons in
orde gemaakt. Op een van de bedden lag een prachtige jurk van
hertenleer, versierd met turkooizen kralen. Ze zei tegen Raven dat
ze hem moest passen. Ik moest toegeven dat Raven er geweldig uitzag
in die jurk. Dat vond iedereen trouwens.
'Misschien heb jij ook Navajobloed,' zei Tommy lachend.
Raven vroeg of ze de jurk aan mocht houden tijdens het eten en
Anita vond het goed. Vóór het eten vroeg Butterfly Anita naar de
drums die in de werkkamer stonden. Tot Tommy's verbazing en onze
verrukking, speelde en zong Anita een Navajo-lied over het maïs
malen. Ze had een mooie, diepe stem en ik kon het erfgoed van haar
volk nog trots en levend voelen kloppen in haar gewonde hart. Tommy
deed Butterfly een paar ceremoniële danspassen voor, en na een paar
seconden deed ze het net zo goed als hij, zo niet beter. Anita
lachte zelfs, het geluid deed de laag ijzige droefheid barsten die
op de muren van dit huis was ontstaan.
Voor ons diner had Anita in de keuken, met Butterfly naast
zich, kipfajita's gemaakt met rijst en bonen. Het was een Mexicaans
feest, iets wat we geen van allen ooit hadden meegemaakt.
'Mijn maag is dankbaar dat jullie op het reservaat verdwaald
zijn,' verklaarde Tommy.
'Tommy Edwards, als je die meisjes wilt wijsmaken dat ik
anders niet voor je kook, scalpeer ik je,' zei Anita. Hij lachte en
hield zijn handen op.
'Ik maak maar gekheid, jongens. Ze zou het echt doen.'
Het verschil tussen de sfeer aan het ontbijt en tijdens het
avondeten was opmerkelijk. We waren allemaal meer ontspannen. Het
was een fantastische dag geweest, een vreugdevolle verrassing. De
telefoon ging nog voordat we klaar waren met opruimen en Tommy kwam
terug om ons te vertellen dat de FBI Gordon Tooey had
gevonden.
'Hij was teruggegaan naar New York,' zei hij, met een blik op
Anita.
'En verder?' vroeg ze.
iemand schijnt razend op hem te zijn geworden. Jullie hoeven
niet langer bang te zijn dat hij achter jullie aan zal komen,' ging
hij verder.
Ondanks onze angst voor Gordon en onze afkeer van hem, was het
schokkend nieuws. We keken elkaar aan en ons hart stond even
stil.
'Louise zal het pleeghuis wel kwijtraken,' merkte Crystal
op.
'Hoogstwaarschijnlijk,' zei Tommy. 'Ze zullen haar vergunning
wel intrekken. Er is een grote behoefte aan pleeghuizen in het hele
land, en die wordt steeds groter.'
'Waar zullen ze ons nu naartoe sturen?' vroeg Raven zich
hardop af.
De luchthartige, opgewekte stemming verdween als sneeuw voor
de zon en werd vervangen door een sombere sfeer, die onze glimlach
uitwiste, onze bewegingen vertraagde en ons veranderde in iets
mechanisch. Raven besloot de indiaanse jurk uit te trekken. Later
kwam ze naast Crystal en mij op de veranda zitten. Butterfly hielp
Anita met opbergen.
'Waar we ook naartoe gaan,' zei Crystal, 'het zal voor ons
niet lang duren. Zodra we achttien zijn, staan we op eigen benen.
Dan ga ik fulltime naar de universiteit. En misschien ga jij terug
naar Todd, Brooke.'
'Ik weet het niet. Ik heb hem nog niet gesproken.
Waarschijnlijk is hij me al vergeten.'
'Niet als hij echt iets voor je voelde,' merkte Raven op. 'Ik
ga proberen iets te bereiken in de showbusiness. Het kan me niet
schelen wat ik moet doen. Ik zal als serveerster werken, huizen
schoonmaken, alles, wat dan ook, tot ik mijn grote doorbraak krijg.
En als dat niet lukt, kom ik bij jou en Todd wonen.'
'Hou op met me zo op te jutten. Ik heb ook nog wat anders te
doen,' zei ik. 'Ik ben nog steeds van plan naar Californië te
gaan.'
'Hoe wil je haar vinden?' vroeg Crystal. Ik draaide me met een
ruk om.
'Hoe weet jij wat ik wil doen?'
'Je hebt je genoeg dingen laten ontvallen, Brooke. Feitelijk
is het tegenwoordig gemakkelijker iemand te vinden dan vroeger.
Misschien lukt het je,' zei ze.
Ze stak haar hand uit en ik greep hem vast. Toen pakte ik op
mijn beurt Ravens hand en gedrieën bleven we in het donker zitten
met de fonkelende sterren boven ons in een heldere woes- tijnlucht.
Ergens in de verte klonk een vreemd gehuil. Crystal zei dat het een
coyote was.
'Ze heeft gelijk,' zei Tommy, die uit de schaduw te voorschijn
kwam. We wisten niet hoe lang hij daar had gestaan. 'Hoe komt het
dat je dat geluid kent, Crystal?'
'Door een computer-softwareprogramma dat ik gebruikt heb toen
ik een werkstuk moest maken voor natuurkunde,' zei ze.
'Het onderwijs is wel veranderd sinds ik naar school ging,'
zei hij.
'Hoe laat gaan we morgen weg?' vroeg ik.
'Direct na het ontbijt breng ik jullie naar het bureau van de
sheriff in Gallup, en daar nemen de mensen van de kinderbescherming
in Albuquerque het over,' zei hij. 'Jullie zijn een stel geweldige
meiden, ik weet zeker dat het jullie goed zal gaan.'
We zwegen.
'Kom,' zei hij, 'ik ben moe. Hier staan we gelijk met de zon
op. Tot morgenochtend.'
'Welterusten, Tommy,' zei ik.
We bleven even rustig zitten en toen besloten we dat we ook
moe waren. We verdeelden ons als altijd in paren. De bedden waren
erg comfortabel, de muren waren met geel eikenhout bekleed en de
meubels waren in southwestern stijl. De nachtlucht was koel en
bevorderlijk voor een goede nachtrust, maar we konden geen van
allen onze ongerustheid van ons af zetten. Voor Raven en ik zelfs
maar probeerden te slapen, kwam Crystal onze kamer binnen om ons te
vertellen dat Butterfly zich vreemd gedroeg.
'We zijn gewoon moe allemaal,' merkte Raven op. 'Je had
gelijk. Het is uitputtend om weg te lopen en te veel voor een zwak
meisje als Butterfly. Het is voor ons al te veel!'
'Anita heeft haar een echt indiaanse ketting gegeven. Ze
draagt hem in bed,' zei Crystal.
'Dat is fijn,' zei ik. 'Anita is heel wat aardiger dan we
eerst dachten.'
'Iedereen die we ontmoeten lijkt op een of andere manier
gekwetst,' merkte Crystal op. Het was een van die filosofische
beweringen die ze in mijn hoofd kon planten, om daar verder tot
ontwikkeling te komen.
Ze ging terug naar haar kamer. Raven en ik zeiden niets,
wensten elkaar zelfs niet goedenacht. Ze draaide zich om en viel
meteen in slaap. Ik luisterde een tijdje naar de wind, zag dat een
klein wolkje de maansikkel raakte, sloot mijn ogen en viel
eindelijk ook in slaap. Ik werd pas wakker toen ik heftig door
elkaar geschud werd. Crystal stond in paniek naast mijn bed.
'Ze is catatonisch, erger dan ik haar ooit gezien heb, Brooke!
Gauw!'
Ik sprong uit bed en maakte Raven wakker. Het was of je
probeerde de doden te wekken, maar zodra ze hoorde wat er aan de
hand was, kwam ze bliksemsnel in beweging. We verzamelden ons rond
Butterfly, die, zoals Crystal had beschreven, stijf opgerold in bed
lag, haar benen opgetrokken tegen haar maag, haar armen naar binnen
gekeerd, haar handen als klauwen verkrampt, haar ogen dichtgeknepen
en haar lippen op elkaar geklemd; uit haar rechtermondhoek droop
een beetje speeksel. Een schok van paniek ging door me heen.
'O, Crystal, ik heb haar nog nooit zo erg gezien. Ze ziet zo
bleek en haar lippen kleuren blauw.'
Crystal knikte.
'Het is heel ernstig,' gaf ze toe.
We gaven elkaar een hand en bogen ons hoofd naar dat van
Butterfly. Crystal begon te psalmodiëren.
'We zijn gezusters. We zullen altijd gezusters zijn. Niets kan
ons deren zolang we bij elkaar zijn.'
Raven en ik vielen haar bij. Onze stemmen klonken steeds
wanhopiger toen we het couplet beëindigden en geen verandering
zagen.
'Crystal!'
'Volhouden!' riep ze.
Onze stemmen klonken luider, terwijl we steeds meer in paniek
raakten.
'Wat gebeurt hier?' vroeg Anita in de deuropening.
We stopten. Butterfly was nog steeds catatonisch. Anita
stormde naar binnen en keek naar haar.
'Wat is er aan de hand?' vroeg ze.
'Het overkomt haar soms,' zei Crystal. 'Het is iets
emotioneels. We hebben haar altijd kunnen helpen door samen te
komen met onze rituele zang. Meestal komt ze dan bij, maar nu werkt
het niet.'
'O, mijn God!' riep Anita. 'Ze stopt haar eigen hart, haar
eigen ademhaling. Tommy! TOMMY!'
Hij kwam haastig de kamer binnen. Zodra hij Butterfly zag
en
de verklaring hoorde, schoof hij zijn handen onder haar en
tilde haar op in zijn armen.
'We brengen haar naar het ziekenhuis,' zei hij.
'Gauw, Tommy,' beval ze.
We stapten allemaal in zijn jeep. Anita nam Butterfly op
schoot en wij drieën gingen achterin zitten. Tommy reed weg,
hotsend over de onverharde weg. Butterfly deed nog steeds haar ogen
niet open. Anita wiegde haar en zoende haar voorhoofd. Ze streek
over haar haar en hield haar stevig in haar armen. We keken elkaar
aan en dachten allemaal hetzelfde. Als Butterfly doodgaat, komt dat
omdat wij hadden besloten weg te lopen. Het was onze schuld. Met
gebogen hoofd baden we en hielden elkaars hand vast. De jeep
reed hotsend en botsend verder.
En toen, ongelooflijk als het ons in de oren klonk, kreunde
Butterfly. Anita troostte en zoende haar nog inniger. Ze wiegde
haar heen en weer en riep haar naam en eindelijk begonnen
Butterfly's ogen te trillen. De kleur kwam terug in haar
gezicht.
'Ze is beter, Tommy,' verklaarde Anita, lachend door haar
tranen heen. 'Ze is beter.'
'Mooi, geweldig, maar we kunnen haar toch maar beter naar het
ziekenhuis brengen,' zei hij.
Maar toen hij voor de deur van het ziekenhuis stopte, was
Butterfly volkomen bij. Ze liep zelfstandig naar de eerstehulp,
Anita's hand vasthoudend. Wij drieën wachtten met Tommy in de hal,
terwijl Anita met Butterfly naar de onderzoekkamer ging.
'Dat was de eerste keer dat het ons niet gelukt is haar zelf
bij te brengen,' zei Crystal. 'Anita heeft het gedaan.'
Tommy sperde zijn ogen open en knikte. Bijna een uur later
kwam Anita naar buiten om ons te vertellen dat alles goed ging met
Butterfly.
'Alle vitale organen zijn in orde. De dokter denkt dat het
veroorzaakt is door een psychologische schok, wat niet wil zeggen
dat het niet serieus is. Ze heeft veel zorg en aandacht nodig,' zei
ze, meer tegen Tommy dan tegen ons. Hij knikte. 'Die zal ze
niet
krijgen waar ze naartoe gaat, Tommy.'
Hij knikte slechts.
Later besloot Tommy met ons naar een klein café in de buurt te
gaan om te ontbijten. Maar niemand had echt honger. We lieten meer
op ons bord liggen dan we in onze maag stopten. De terugrit naar de
ranch ging langzamer, rustiger. Toen we daar waren verzamelden we
onze bezittingen en wachtten tot Tommy ons naar het kantoor van de
sheriff zou brengen.
'Anita heeft me deze jurk gegeven,' zei Raven en liet ons de
mooie hertenleren jurk zien. 'Ze zei dat hij bij mij hoort omdat
hij me zo goed staat. Tommy en Anita zijn zo aardig voor ons
geweest. Ik ben blij dat je benzine op was, Brooke.'
'Ik ook.'
Eindelijk was het tijd om te gaan. Anita besloot mee te gaan
en ging weer met Butterfly voorin zitten. De maatschappelijk
werkster zat op ons te wachten in het kantoor van de sheriff. Ze
was een vriendelijke dame van een jaar of veertig, met donkerbruin
krulhaar. Terwijl wij wachtten, ging ze naar een kantoor met Tommy
en Anita om alle bijzonderheden te vernemen. Ze bleven lang weg, en
door het raam kon ik zien dat de vrouw, mevrouw Wilson, bezig was
te telefoneren. Daarna praatte ze nog wat met Tommy en Anita, en
toen kwam Tommy alleen naar buiten.
'Het zal nog wel even duren,' zei hij.
'Waar brengen ze ons naartoe?' vroeg ik snel.
'Dat is nog niet vastgesteld, maar hoogstwaarschijnlijk gaan
jullie terug naar New York. Wees maar niet bang - niet naar
Lakewood House.' Hij zweeg even. 'Mevrouw Wilson wil graag even met
Janet praten.'
Butterfly, die het merendeel van de tijd met gebogen hoofd had
gezeten, keek verrast op.
'Oké?' vroeg Tommy. Butterfly keek naar Crystal en Crystal
knikte. Toen knikte ook Butterfly. Tommy pakte haar hand en liep
met haar het kantoor in. Toen kwam hij terug en vroeg of we
trek
hadden in een icecream soda. 'We hebben nog een ouderwetse
ijstent hier,' zei hij. 'Kom maar mee.'
We gingen met hem mee naar een drugstore, waar een ijsafdeling
was met kombofjes achterin.
'Wat is er aan de hand?' fluisterde ik tegen Crystal. Ze
haalde haar schouders op.
Tommy kocht het ijs en we gingen in een rode kombof
zitten.
'Altijd als ik hier kom, heb ik het idee dat ik teruggereisd
ben in de tijd,' zei hij.
'Het is leuk hier,' gaf Raven toe, om zich heen kijkend.
'Jullie hebben heel wat samen doorgemaakt. Jaren, hè?'
'Ja. Er zijn momenten geweest waarop we dachten, hoopten, dat
we gescheiden zouden worden om naar een prettig thuis te gaan, maar
toen de tijd verstreek werd dat steeds minder waarschijnlijk,' zei
Crystal. Toen vertelde ze Tommy over de meest recente kans die
Butterfly had gehad om te worden geadopteerd en dat Louise dat had
belet.
Hij schudde zijn hoofd.
'Het is heel erg als mensen wreed zijn tegen kinderen. Ik wil
jullie iets vragen,' ging hij verder. 'In de korte tijd dat jullie
hier zijn geweest heb ik gemerkt dat Butterfly nooit iets zou doen
zonder jullie toestemming. We hebben mevrouw Wilson gevraagd of we
haar bij ons kunnen nemen, haar pleegouders worden en haar
uiteindelijk adopteren.'
'Echt waar?' vroeg Raven.
'Wat zei ze?' vroeg Crystal.
'Ze is bezig na te gaan wat er moet gebeuren, maar er is een
goede kans dat het mogelijk is. Hoe denken jullie daarover?'
Even zei niemand iets.
'We zouden erg blij zijn voor haar,' zei Crystal ten slotte.
'We zullen toch niet zo lang meer bij elkaar blijven, Tommy. We
zijn straks allemaal achttien en dan laat het systeem ons vrij.
Butterfly verdient het vóór die tijd een gelukkig thuis te
vinden.'
'Dat is erg aardig van jullie, meisjes. Ik wou dat we jullie
allemaal konden nemen, maar dat zou veel moeilijker zijn en ik heb
zo'n idee dat jullie liever ergens zijn waar meer actie is: een
betere mogelijkheid om te studeren voor jou, Crystal, ergens waar
jij meer kans zult hebben, Raven, en ik heb Brooke veel over
Californië horen praten en een jongen die ze gauw wil bellen.
Misschien kun je dat nu meteen even doen,' ging hij verder, en
haalde een handvol munten uit zijn zak. 'Hem laten weten dat het
goed met je gaat.'
Ik keek naar het geld of het goud was en toen naar de
telefoonautomaat.
'Ga dan,' zei Raven.
Het hoefde me geen tweede keer gezegd te worden. In een
oogwenk was ik overeind. Todd antwoordde bij de eerste bel.
'Ik zat toevallig net in mijn kantoor' zei hij. 'Waar ben
je?'
Ik vertelde hem zoveel ik in twee minuten kon persen en
beloofde toen dat ik hem zou bellen zodra ik wist waar ik naartoe
ging.
'Waar het ook is, Brooke, ik zal er zijn,' zwoer hij. 'Ik mis
je.'
'Ik mis jou ook,' zei ik.
Iedereen zat dom te grijnzen toen ik terugkwam.
'Betty Lou staat paraat en wacht op bevelen,' antwoordde ik,
en Raven begon te lachen. Crystal glimlachte en omhelsde me. 'Dank
je, Tommy,' zei ik.
'Ik dank jullie. Jullie hebben geholpen me mijn 'Nita terug te
geven. Vergis je niet, wij hebben Butterfly harder nodig dan zij
ons,' zei hij met tranen in zijn ogen.
We hadden allemaal tranen in onze ogen.
Butterfly stond op ons te wachten toen we terugkwamen. Tommy
ging het kantoor binnen met Anita en mevrouw Wilson en hun
discussie werd voortgezet. Via de fax werden allerlei papieren
verstuurd. Het proces was op gang gebracht.
'Anita wil dat ik bij haar blijf,' zei Butterfly tegen
ons.
'We weten het, Butterfly,' zei Crystal. 'Dat is heerlijk.
Tenminste, als jij het ook wilt. Wil je dat?' 'Ja,' zei ze, 'maar
ik wil niet bij jullie weg.'
'Het is echt niet alsof je ons nooit meer zult zien,' zei
Raven troostend.
'Zodra we kunnen, komen we je bezoeken. Tommy heeft ons al
uitgenodigd,' ging Crystal verder.
'Echt waar?'
'Ja, echt waar,' zei ik.
Ze glimlachte.
'Ik ga zelf voor de pony zorgen,' zei ze.
We lachten allemaal en knuffelden haar.
Eindelijk kwamen Tommy, Anita en mevrouw Wilson het kantoor
uit. Alles was geregeld. Butterfly kon blijven tot de officiële
papieren klaar waren.
'En wij?' vroeg Crystal.
ik breng jullie naar Albuquerque, waar jullie worden
ondergebracht tot we je terugbrengen naar New York. Ik weet zeker
dat jullie in een goed huis zullen komen daar,' zei ze.
Crystal lachte niet, maar keek naar haar met een van haar 'Doe
niet zo stom' blikken, wat Raven en mij deed glimlachen.
We volgden haar naar buiten, naar de auto. Raven besloot
voorin te gaan zitten en Crystal en ik stapten achterin. Eerst
omhelsden en zoenden we Butterfly nog een keer en toen omhelsden en
zoenden we Tommy en Anita.
'Zodra we kunnen, zullen we het regelen dat jullie op bezoek
kunnen komen,' beloofde Tommy.
'Fijn. Crystal popelt van verlangen tot ze weer op een paard
kan zitten,' zei ik. Hij lachte.
Anita hield Butterfly's hand vast en Butterfly klampte zich
vast aan haar vingers. Ze zagen eruit of ze hun bestaansreden
hadden ontdekt, zodat ze verder konden leven en alles liefhebben en
koesteren wat mooi en goed was in de wereld.
We reden weg. Niemand zei iets.
Ik dacht aan mijn echte moeder en hoe het zou voelen om haar
hand vast te houden. Ik vroeg me af wat Raven en Crystal dachten.
Ik wenste dat het iets moois en gelukkigs was. We waren te ver
gekomen om trieste gedachten te hebben. De lucht boven ons was
blauw. Dat Butterfly een thuis had gevonden gaf ons allemaal nieuwe
hoop.
Konden we, moesten we optimistisch zijn? Durfden we dat?
Onverwacht pakte Crystal mijn hand. We keken elkaar aan en
glimlachten.
'Wat keek ze gelukkig, hè?' zei ze.
'Ja,' antwoordde Raven. Ze draaide zich om. De tranen
stroomden over haar wangen en ze stak haar hand naar ons uit.
We hielden elkaars handen vast.
'We zijn gezusters,' begon Raven.
'We zullen altijd gezusters zijn,' zeiden Raven en ik.
'De Vier Weeskinderen!' riepen we uit.
Onze lach reisde met ons mee naar onze nieuwe beloften.