7. Nog net op tijd
'Het is allemaal jouw schuld,' gilde Crystal tegen Raven. 'Ik
zei je dat we haar niet moesten meenemen, maar jij wilde het per se
En kijk nu eens,' schreeuwde ze, wijzend naar de stoel waarop haar
portemonnee had gelegen.
Ravens lippen begonnen te trillen en de tranen sprongen in
haar ogen. Ze draaide zich naar mij om en keek toen naar Butterfly,
die hevig snikte, haar armen om haar lichaam geslagen alsof ze het
ijskoud had. Haar oogleden trilden en toen stopte haar gesnik zo
plotseling, dat het leek of haar stembanden waren geknakt.
'Butterfly?' zei Raven.
Butterfly viel achterover en lag met wijdopen ogen en open
mond naar het plafond te staren. Ze zag er angstwekkend uit. Haar
gezicht werd elk moment bleker.
'Crystal! Er gebeurt iets met haar,' riep ik, en sprong van
het bed af.
'Het is in orde, Butterfly,' zei ik, en pakte haar hand vast.
Hij voelde erg koud aan. 'Crystal!'
'Geen paniek,' zei Crystal beheerst. 'Als ze je paniek hoort,
wordt het alleen maar erger.'
Raven stond met gebogen hoofd achter ons te wachten. Crystal
richtte zich tot haar.
'Haal een washandje,' beval ze en Raven ging naar de badkamer.
Toen ze ermee terugkwam legde Crystal het op Butterfly's.
voorhoofd. Ze klopte op haar hand. 'Kom, Butterfly. Zak nu weg. We
hebben elkaar nodig.'
Raven beet op haar onderlip en sloeg haar armen om zich
heen alsof zij het ook koud had. We begonnen snel onze
zelfbeheersing te verliezen. Ik sloeg mijn arm om Butterfly's
schouder en tilde haar voorzichtig in een zittende positie. Haar
ogen leken weg te rollen. Crystal kwam aan de andere kant
staan.
'Wat mankeert haar?' vroeg ik aan Crystal.
'Het is gewoon weer een angstaanval, iets ernstiger deze keer.
Blijf kalm,' zei ze sussend. Ze zou echt een uitstekende arts
worden, dacht ik. 'Gauw,' zei ze tegen Raven, die op het bed klom.
Ze boog haar hoofd en legde het tegen dat van mij en Crystal. We
trokken Butterfly dichter naar ons toe, tot ze ons zachtjes raakte,
en toen begon Crystal: 'We zijn gezusters. We zullen altijd
gezusters zijn. Wat met één gebeurt, gebeurt met allen.'
Raven en ik vielen haar bij en even later versmolten onze
stemmen tot één stem, één hoopvolle verwachting, één gebed. Ik
voelde Butterfly's gespannen lichaam verslappen. Haar huid werd
warmer. Even later hoorden we haar met ons meezingen.
'We zullen altijd gezusters zijn. Als één bedroefd is, zijn
allen bedroefd. Als één gelukkig is, zijn allen gelukkig.'
We gingen uiteen en Butterfly knipperde snel met haar ogen en
keek van de een naar de ander.
'Wat gaat er nu met ons gebeuren?' vroeg ze, alsof de tijd
stil was blijven staan, alsof er geen aanval was geweest.
'Je joeg ons de stuipen op het lijf,' zei Raven met trillende
stem.
'Is dat zo?'
'Laat het gaan, Raven,' zei Crystal en keek haar scherp
aan.
Raven, die nog gebukt ging onder Crystals beschuldigingen,
gehoorzaamde snel. Butterfly keek ons verward aan.
Wat moeten we doen, Brooke?' vroeg ze aan mij. Ik wist geen
oplossing, en Raven en Crystal evenmin. Toen liep Crystal naar haar
kleren.
'We zullen terug moeten,' zei ze.
riep Raven uit. 'Ik wil niet terug.'
'Ik wil ook niet terug,' zei Butterfly.
Ik zei niets. Waarschijnlijk had Crystal gelijk. We zouden
niet van een creditcard voor benzine kunnen leven en straks zou
Gordon de rekening krijgen en er toch een eind aan maken.
'Dacht je dat ik terug wilde? Vergeet niet wat Gordon me heeft
aangedaan,' zei Crystal, 'maar ik zie niet dat we veel keus hebben.
Met dat geld hadden we tenminste een soort budget. Nu hebben we
niets.'
ik heb twee dollar,' zei Raven.
ik geloof dat ik ook nog een paar dollar heb,' zei
Butterfly.
'We hebben allemaal een paar dollar. Als we die bij elkaar
leggen, hoeveel hebben we dan? Tien dollar? Hoe ver denk je dat we
daarmee komen?' Ze klonk verslagen.
'Crystal heeft gelijk. We hebben nu alleen nog maar een paar
kleren in kussenslopen. Het is belachelijk om te denken dat we
daarmee het hele land door kunnen trekken.'
'We kunnen niet terug,' zei Raven smekend.
Een tijdlang zei niemand iets. We kleedden ons aan, gingen
naar de badkamer en verlieten het motel. Raven stond op het
trottoir met haar sloop met kleren in de hand. Ze keek wanhopig
toen we gedrieën in de auto stapten.
'Raven, stel je niet aan,' zei ik. 'We gaan terug en bedenken
wat anders.'
'Nee, dat doen we niet. Als we teruggaan, zal Gordon ons leven
tot een hel maken - als de staat ons tenminste niet scheidt en ons
ergens anders heenbrengt, waar het nog erger is dan in Lakewood.'
Ze begon te snuffen. 'Het is allemaal mijn schuld. Ik dacht dat
Sunshine net zo was als wij, dat ze een kans verdiende.'
'Zij heeft ons geld gestolen, Raven. Niemand verwijt jou iets.
We zijn allemaal verantwoordelijk. Ik heb haar ook in de auto
gelaten. Stap in alsjeblieft.'
'Stap in, Raven,' smeekte Butterfly, ik kan het je niet
kwalijk nemen dat je iemand wilt helpen.'
Raven keek naar Crystal en haar gezicht verzachtte. Ze keek
naar de rij motelkamers en toen weer naar ons. 'Je weet natuurlijk
dat Gordon ons waarschijnlijk zal laten arresteren,' zei ze, toen
ze onwillig in de stationcar stapte. 'We moeten een eindje
rondrijden om te zien of we Sunshine kunnen vinden. Dan zal ik haar
dwingen ons het geld terug te geven.'
'We vinden haar niet,' zei Crystal. 'Nu ze ons geld heeft, zal
ze niet gaan liften, daar kun je van op aan.'
'Hoe kan ze ons zoiets aandoen? Ze wist dat we er net zo
slecht aan toe waren als zij!' riep Raven uit, toen ik
wegreed.
'Dat is niet helemaal waar,' zei Crystal. 'Wij zijn beter af
dan zij. Raven. Zij is alleen. Wij hebben elkaar. Hoe denk je dat
het met haar zal aflopen? Waarschijnlijk gaat ze dood in een of
andere donkere steeg.'
'Welke kant op?' vroeg ik, toen we weer op de weg waren.
Crystal bestudeerde haar kaarten.
ik zou zeggen ongeveer dertig kilometer verder door naar het
westen. Dan nemen we een van de grote snelwegen en wagen het erop.
Nu we teruggaan, doet het er niet toe of we onderweg worden
aangehouden,' besloot ze.
De begrafenissfeer die ik gisteren had gevoeld was een vrolijk
feest vergeleken met de stemming waarin we vandaag verkeerden. De
zwaarbewolkte lucht droeg daar nog toe bij. Het begon te druppelen
en toen hard te regenen. Op een gegeven moment regende het zo hard,
dat ik aan de kant van de weg moest stoppen.
'Ik hoop dat ze wél heeft geprobeerd te liften en dat ze die
bui op haar kop krijgt,' mompelde Raven. Toen zuchtte ze en zakte
onderuit op haar stoel, terwijl het water tegen de voorruit en
langs de zijkanten van de auto gutste.
'Ik heb honger,' zei Butterfly. 'Kunnen we niet stoppen om
ergens te ontbijten?'
'Ik heb geen geld,' zei Crystal. 'Brooke, hoeveel heb je
precies?'
Alleen wat kleingeld. Misschien negentig cent. Jij had alles
in je portemonnee.'
'Misschien kunnen we iets met elkaar delen,' opperde
Buttterfly. 'En wat doen we dan met de lunch en het avondeten? We
moeten een paar dagen reizen voor we terug zijn,' zei Crystal.
'Misschien kunnen we ons beter aangeven bij de politie.' Niemand
zei iets. Elk moment dat voorbij tikte, leek ons dichter bij een
ramp te brengen die nog erger was dan we ons hadden voorgesteld.
Eindelijk begon de regen te minderen, tot het nog maar een fijne
motregen was, maar het bleef waaien.
ik voel me een grandioze idioot,' zei ik. 'Waarom realiseerde
ik me niet hoe ze was?' 'Niet doen,' beval Crystal.
Ik keek naar haar in het spiegeltje. Haar gezicht stond
vastberaden. Ze had natuurlijk gelijk. Ik haatte zelfmedelijden en
verachtte het in andere mensen. Ik voelde me veel gedeprimeerder
als ik mezelf hoorde steunen en kreunen. Raven ging plotseling
overeind zitten. 'Luister. Ik heb een idee. Eén keer, toen ik met
Dede en met Charlie Weiner was, hadden we niet genoeg geld om iets
kouds te drinken en Charlie trok de achterbank omhoog om te zien of
er wat los geld onder lag. Misschien vinden we wat.' 'Wat hebben we
aan nog meer kleingeld?' vroeg Crystal. in ieder geval zouden we er
iets voor het ontbijt van kunnen kopen. Ik heb ook honger,
Crystal,' zei ze. 'En we hebben tijd om na te denken,' ging ze
verder, met een blik op mij. Ik haalde mijn schouders op. 'Goed, we
trekken de achterbank omhoog,' zei ik. Zij en ik stapten uit en
openden de portieren. Crystal en Butterfly kwamen ook de auto uit,
en Raven en ik zetten onze vingers in de achterkant van de bank en
trokken. Hij ging gemakkelijk omhoog en we vonden een paar dollar
aan kleingeld, maar ook nog iets anders.
'Wat is dat?' vroeg ik. Ik raakte het niet aan. Ravens hand
ging langzaam omlaag, terwijl Crystal over haar schouder keek en
Butterfly over de mijne.
Het was een zware, doorzichtige plasticzak, die gevuld was
iets wat eruitzag als witte bloem. Raven maakte de zak langzaam
open en stak haar vinger erin. Ze keek naar mij toen ze het poeder
naar haar lippen bracht. Ze sperde haar ogen open. 'Het is
cocaïne,' verklaarde ze, terwijl ze de zak omhooghield.
'Cocaïne?' zei Crystal. 'Weet je dat zeker?'
'Heel zeker. Ik heb het wel eens eerder gezien,' zei Raven.
Mijn moeder en haar vriendjes lieten soms wat slingeren in ons
appartement. Dit is een hoop geld waard.'
'Gordon moet erin gehandeld hebben,' zei ik. Het begon weer
harder te regenen, maar we trokken ons er niets van aan. 'Nu
begrijp ik wat hij deed toen ik hem 's avonds laat met iemand bij
de stationcar zag. Ik wed dat het zijn leverancier was of een
klant.'
'Heb je dat gezien?' vroeg Butterfly.
'Ja, een paar keer. Ik dacht dat hij me een keer voor het raam
zag staan, en ik werd bang,' zei ik. 'Wauw, cocaïne.' Het duizelde
me. 'En we hebben ermee rondgereden terwijl het onder de bank
verstopt lag.'
'Ja, en we hebben het over de staatsgrenzen gebracht. We
moeten het meteen zien kwijt te raken,' zei Crystal.
Raven begon de zak op te tillen.
'Wacht,' zei Crystal. Raven aarzelde.
'Wil je het houden?'
'Nee. Geef hier.'
Raven overhandigde het haar en Crystal maakte de zak open. We
kunnen die zak niet zomaar aan de kant van de weg gooien. Iemand
anders zou die cocaïne kunnen vinden en verkopen, misschien zelfs
aan kinderen, en dan zouden wij verantwoordelijk zijn,' Ze liep bij
de auto vandaan.
Wat ga je doen?' riep Raven.
Crystal schudde de zak in de wind. Het poeder vloog eruit en
verspreidde zich over de grond. Het verdween snel in de
regen.
'Schiet op, voordat iemand komt en het ziet.' Crystal schudde
nog harder. Een kleine witte wolk loste op in de wind. Crystal
liep nog een eindje verder van de weg af en legde de zak onder een
steen.
'Laten we gaan,' riep ze, toen een auto onze richting uit
kwam. We klapten de achterbank neer en iedereen stapte weer in. Ik
begon weg te rijden toen de naderende auto vaart minderde F man en
een vrouw staarden ons aan. Ze leken een jaar of vijftig. Maar ze
stopten niet. Ik keek hen na in de achteruitkijkspiegel. ik hoop
dat we er nooit spijt van zullen krijgen dat we dat ge daan
hebben,' jammerde Raven.
'We zullen van een hele hoop dingen die we hebben gedaan spijt
krijgen,' verzekerde Crystal haar, 'maar hiervan nooit.'
'Wacht eens,' zei ik, toen we verder reden. 'We kunnen nu niet
meer terug.'
'Waarom niet?' vroeg Crystal.
'Gordon zal ons misschien niet vermoorden omdat we zijn auto
hebben gepikt, maar als hij ontdekt dat we zijn drugs hebben
weggegooid...'
'Brooke heeft gelijk, Crystal. Het is niet te voorspellen wat
hij met ons zou doen,' zei Raven. Crystal zweeg.
'We zouden naar de politie kunnen gaan,' zei ze. 'Ze zullen
ons vragen waarom we niet meteen naar ze toe zijn gegaan toen we de
drugs in handen hadden,' zei Raven.
'Dat hadden we móéten doen,' zei Crystal somber. Ze keek in de
achteruitkijkspiegel, alsof we terug konden om de cocaïne weer in
de plasticzak te stoppen. 'We zitten flink in de puree, zei ze. 'We
zullen moeten blijven vluchten tot we iets beters bedenken.'
Samen met het kleingeld dat we onder de bank hadden gevonden,
hadden we iets meer dan elf dollar. Mijn maag knorde ook, dus toen
we een bord zagen met Crossroads Restaurant, draaide ik van de
snelweg af.
ik hoop maar dat het geen dure gelegenheid is,' zei Crystal.
Maar toen we dichterbij kwamen, leek het daar niet maar uit te
zien. Het was niet vervallen, maar het leek geen pretenties te
hebben: een restaurant in een gebouw dat vroeger iemands huis had
kunnen zijn. Ervoor was een parkeerterrein met twee benzinepompen
en aan de kant van de weg stond een bord: CROSSROAD RESTAURANT,
ETEN EN TANKEN.
We zagen een grote caravan rechts van het restaurant, met een
armzalig stuk gras ervoor en een versleten grasmaaier. Achter het
restaurant stond een kleine cottage. De ramen aan de voorkant waren
dichtgespijkerd; een afvoerbuis bungelde aan de rechterkant van het
dak. Er stonden zes andere auto's en drie pickups op het
parkeerterrein toen we stopten. De hordeur stond open en we konden
de klanken van countrymuziek horen die binnen gespeeld werd.
'Wat denk je?' vroeg ik.
'Met ons fortuin hebben we weinig keus,' antwoordde Crystal
opgewekt. Ik merkte dat ze probeerde ons op te vrolijken.
We stapten uit en liepen naar binnen. Het was minder klein dan
we dachten. Links en rechts stonden tafels. Recht voor ons was een
toonbank met haveloze, roestvrijstalen krukken die met versleten
zwart vinyl waren overtrokken, en daarachter was de open keuken.
Een kleine, magere zwarte man met twee stijve plukken wit haar
opzij van zijn hoofd stond over een grill gebogen. Hij keek even
belangstellend op en wijdde zich toen weer aan zijn pancakes,
eieren en bacon, en muffins, die de lucht vervulden met een
verrukkelijk aroma. Mijn maag knorde vol verwachting en zo te zien
die van Crystal, Butterfly en Raven ook.
Een lange vrouw met flets donkerbruin haar, waar doffe grijze
strepen door liepen, stond achter de toonbank en was blijkbaar de
enige serveerster. Haar ogen waren waterig, bloeddoorlopen en
vermoeid, en pasten bij haar grauwe teint. Ze was niet fors, maar
dikke bovenarmen. Haar strakke witte blouse spande om haar volle
borsten. De twee bovenste knoopjes stonden open en boden diepe
inkijk. Ik kon zien dat het niet aan de aandacht van haar klanten,
uitsluitend mannen, ontsnapte. Haar zwarte rok was nauw, zo nauw
dat haar heupbeen aan beide kanten uitstak. Ze bleef staan, zette
haar handen in haar zij en staarde ons aan. 'Als jullie hier komen
om te eten, zoek dan zelf een tafel,' beval ze.
De klanten keken naar ons en glimlachten. Eén man stopte een
met ei doorweekt stuk brood in zijn mond, en keek ons na toen we
naar een tafeltje liepen.
'Ik denk dat je Danny wakker zult moeten maken, Patsy Het
loopt storm, hè?'
'Ga jij hem maar wakker maken Je kunt net zo goed proberen een
dode te wekken,' zei ze. Iedereen lachte.
ik kan hem wel voor je wakker krijgen,' beweerde een lange,
goedgebouwde man van een jaar of veertig, die aan één van de
tafeltjes zat. Het was duidelijk dat de klanten van het restaurant
elkaar goed genoeg kenden om zich te bemoeien met de gesprekken van
anderen.
'Als jij hem zou wekken, Gordy, dan weet ik dat ik nooit meer
iets aan hem zou hebben,' antwoordde ze.
'Dat is geen groot verlies. Je hebt nu ook niets aan hem,'
antwoordde Gordy en iedereen lachte weer.
'Laat me er niet aan denken,' zei ze, en pakte een schaal met
hete pancakes aan van de kok en zette die neer voor een klant aan
de toonbank. Ze veegde haar handen af aan een theedoek en liep
achter de toonbank vandaan naar ons toe. Ze had geen menu's in de
hand, maar scheen mijn gedachten te raden. 'Ontbijtmenu hangt aan
de muur,' zei ze, knikkend naar een schoolbord aan de
linkerkant.
Het was allemaal goedkoop genoeg, maar als we alle vier iets
bestelden, hadden we niet genoeg geld. Crystal bestudeerde het
menu.
'Wat doen jullie in deze buurt?' vroeg ze, van mij naar
Butterfly kijkend, en toen naar Raven en Crystal.
'We zijn op reis,' zei ik, 'en we zagen uw aankondiging.' ik
heb je toch gezegd dat het de moeite waard is om te adverteren, nep
de man die Gordy heette. Een paar klanten aan de toonbank
lachten.
'Hou je mond,' zei ze. ik moet zaken doen.'
Hij lachte nog harder. Ze keek weer naar ons.
'Kunnen we één portie pancakes, twee eieren, twee
sinaasappelsap en twee koffie bestellen?' vroeg Crystal.
'Voor jullie alle vier?'
'Ja, mevrouw.'
De vrouw staarde ons aan.
'Hoeveel geld hebben jullie?' vroeg ze scherp.
'Daarvoor hebben we genoeg,' antwoordde Crystal.
'Dat vroeg ik niet,' zei ze kortaf. Crystal keek haar even
recht in de ogen, en toen naar ons geld.
'We hebben elf dollar en drieënveertig cent,' zei ze.
'In totaal?'
'Ja, mevrouw,' zei Crystal.
'Hoe ver gaan jullie?' vroeg ze. Raven draaide heen en weer op
haar stoel. Butterfly keek angstig.
'We moeten uiteindelijk naar Californië,' zei ik, 'maar we
zijn gisteravond beroofd en dit is alles wat we hebben.'
'Je meent het...' zei ze, en krabde op haar hoofd. 'Hoe zijn
jullie beroofd?'
'Iemand die we vertrouwden heeft ons geld weggenomen terwijl
we sliepen,' zei ik.
'Wel heb ik ooit,' zei ze. 'Dus jullie hebben nog maar elf
dollar over?'
En drieënveertig cent,' verbeterde Crystal haar.
O, ja, drieënveertig cent.' Ze zuchtte diep en schudde haar
hoofd. 'Noem me maar mevrouw Vrijgevigheid,' zei ze toen en raaide
zich om naar de kok. 'Charlie, vier pancakes speciaal.' De kok
knikte.
'Maar dat kunnen we niet betalen,' zei Crystal ongerust.
Niemand gaat hongerig bij Patsy weg,' antwoordde ze. 'Regel
van het huis.'
'Wel heel erg aardig van haar,' zei Raven behoedzaam. Raven
zou een vreemde niet gauw meer vertrouwen.
Er kwamen nog twee klanten binnen, en voor we ons ontbijt
kregen kwamen er nog drie klanten. Patsy kreeg het erg druk. Ik zag
dat de kok onze borden neerzette.
ik ga haar helpen,' zei ik, en stond op.
'Wat?' vroeg Raven.
Patsy nam een bestelling aan, en zag dat ik achter de toonbank
liep. Ze protesteerde niet toen ik de borden oppakte en ze naar
onze tafel bracht. Ik had al eerder als serveerster gewerkt en wist
hoe ik vier borden moest dragen. Ik bediende de meisjes en ging
zitten.
'Heerlijk,' zei Raven tussen twee happen door.
'Verrukkelijk,' zei Butterfly. 'De eieren zijn precies zoals
ik ze graag heb.'
Patsy moest bestellingen opnemen, achter de toonbank werken en
aan de tafeltjes bedienen. Het restaurant had kennelijk ondanks de
trage service een goede reputatie bij de plaatselijke bewoners,
want er kwamen nog meer klanten, die haar allemaal goed leken te
kennen. Iedereen keek geduldig, maar hongerig. Ik at snel en stond
toen weer op, nog voor de anderen klaar waren.
'Wat ga je doen?' vroeg Crystal.
'Haar helpen,' zei ik. Ik begon de tafels af te ruimen van
klanten die vertrokken waren. Ik vond het blad voor vuile glazen en
borden achter de toonbank, en daarnaast een schone natte doek om de
tafeltjes af te vegen. Zodra Raven klaar was, stond ze op en deed
hetzelfde.
Patsy glimlachte naar ons en schudde haar hoofd.
'Heb je nieuw personeel?' vroeg iemand.
'Het lijkt erop,' antwoordde ze met een flauw glimlachje. Toen
we de lege tafeltjes hadden schoongemaakt, begonnen we ze te dekken
met schoon bestek. Een jongeman met roodblond haar gaf Raven een
complimentje over haar kwaliteiten als serveerster en ik merkte aan
haar verlegen lachje en kalme 'Dank u' dat ze zich gevleid
voelde.
'Bedankt voor jullie hulp,' zei Patsy toen ze haastig langs
me liep met een bestelling.
'Zal ik vragen of iemand nog een tweede kop koffie wil?' vroeg
ik toen ze weer een bestelling aan de kok had doorgegeven. Ze
staarde me even aan.
'Heb je wel eens eerder in een restaurant gewerkt?' 'Ja,
mevrouw, in de zomervakanties,' vertelde ik haar. 'Oké,' zei ze.
'Bedankt.' Ze ging weer een bestelling wegbrengen en ik volgde haar
om koffie aan te bieden. Crystal zat er verbluft bij en Butterfly
keek naar ons met een stralende glimlach.
'We kunnen best wat meer hulp gebruiken,' zei ik tegen
Crystal. 'Raven schijnt het druk te hebben.' De jongeman had om
meer koffie gevraagd en overlaadde Raven met complimentjes. Ze keek
een beetje onbehaaglijk, maar tegelijk geïnteresseerd.
Eindelijk begon de zaak leeg te lopen en Patsy kon haar werk
weer aan. De ontbijtdrukte was achter de rug. Ze schonk koffie in
voor een man aan de toonbank en liep toen naar Crystal en mij. 'Hoe
komt het dat jullie in je eentje onderweg zijn?' vroeg ze. 'We
waren op weg naar mijn tante in Californië om haar twee weken te
bezoeken,' zei Crystal. 'We zijn allemaal op dezelfde school in de
staat New York en onze ouders hebben ons geld gegeven voor de reis.
Het zou een zomeravontuur moeten worden. En nu moeten we terug,'
zei ze triest. 'Wanneer zouden jullie in Californië moeten zijn?'
'Dat deed er niet toe. We konden er net zo lang over doen als we
wilden. We hadden de hele zomer de tijd,' voegde ik eraan toe om
Crystals fantasievolle bedenksel nog wat verder uit te werken.
Grappig dat ik aan Crystals verzinsels altijd dacht als creatieve
verhalen in plaats van leugens. Ik denk dat het was omdat ik wist
dat er niets slechts was in haar karakter, geen echt bedrog. Het
leek altijd of ze het leuk vond om die leugens te verzinnen, zoals
ze het leuk zou vinden om een verhaal te verzinnen voor de Engelse
les.
'We hebben ons vergist toen we gisteren een liftend meisje
meenamen: ze heeft ons beroofd,' ging Crystal verder, waarheid en
fantasie vermengend.
'O,' zei Patsy hoofdschuddend.
Ze keek naar twee tafels waar klanten een fooi hadden achter
gelaten.
'Een deel van dat geld is voor jullie,' zei ze.
'O, nee. U hebt ons al te eten gegeven. Dat kunnen we niet
aannemen,' zei ik.
Ze lachte en dacht even na, terwijl we naar Raven keken die
afscheid nam van de jongeman met wie ze al die tijd had staan
praten.
'Wel, als jullie tante nog een paar weken zou kunnen wachten,
zou ik hier best wat hulp kunnen gebruiken. Jullie zouden genoeg
geld kunnen verdienen om naar Californië te gaan,' zei ze. ik heb
een cottage achter het restaurant, die jullie kunnen gebruiken. Het
huisje stelt niet veel voor. Je zou het een beetje op moeten
knappen, maar ik kan je schone handdoeken en linnengoed geven.
Vroeger, toen mijn man nog leefde, werd het gebruikt voor
reizigers.'
'Wat is er met hem gebeurd?' vroeg Crystal.
'Hij is omgekomen bij een auto-ongeluk, een dronken
bestuurder. Je hebt horen praten over mijn zoon Danny. Ik krijg
helaas niet veel steun van hem. Sinds Eddie is gestorven, is er
geen land met hem te bezeilen. Charlie is al tien jaar kok bij
ons.'
'Jawel,' zei Charlie lachend. 'Jullie hebben goed gewerkt
vanmorgen. Heel professioneel.'
'Dit was vroeger een heel druk restaurant - voordat de nieuwe
snelweg werd aangelegd. In die tijd konden we ons een voltallige
staf veroorloven van serveersters en kelners. Ik had ook een man
achter de toonbank staan. Ik kan je niet veel betalen, maar jullie
kunnen goede fooien verdienen en je krijgt vrije kost en inwoning.
Dit is een drukke tijd van het jaar voor me, de drukste, eindigde
ze.
'Dat zouden we best kunnen doen, hè, Crystal?'
Raven kwam bij ons staan.
'Wat doen?"
'Hier blijven en een paar weken werken om het geld terug te
verdienen dat we vannacht zijn kwijtgeraakt,' zei ik. Ik hoopte dat
Raven niet iets zou zeggen dat in strijd was met ons verhaal.
'Heus? O, dat zou geweldig zijn,' zei ze, terwijl ze dromerig
uit het raam keek. Plotseling betrapte ze zich erop dat ze stond te
staren en schudde haar hoofd. 'Ik weet niet wat me bezielt. Ik denk
dat ik mijn gezicht met koud water ga wassen. Ik heb het plotseling
vreselijk warm. Dat serveerwerk is zwaarder dan ik me
herinnerde.'
'Wat is hier aan de hand?' vroeg Crystal zich hardop af.
Butterfly, die uit het raam had gekeken, draaide zich naar ons
om. 'Wie is die man, Patsy?' vroeg ze.
'Taylor Cummings,' antwoordde Patsy fronsend. 'Geen enkel mooi
gezichtje ontgaat hem. Zeg tegen Raven dat ze oppast - hij is een
wilde jongen,' waarschuwde Patsy.
'U hoeft zich niet ongerust te maken over Raven. Ze is een
spetter, maar ze weet precies wanneer iemand haar iets op de mouw
wil spelden,' antwoordde Crystal. Meestal zou ik het met haar eens
zijn geweest, maar plotseling was ik er niet meer zo zeker
van.
'Ja, maar Raven gedroeg zich anders tegen deze man...'
mompelde ik, meer tegen mezelf dan tegen iemand anders.
Goed, laten we dan maar eens gaan zien hoe erg het met de
cottage gesteld is,' zei Patsy. 'Charlie, hou jij een oogje in het
zeil? Ik ben zo terug.'
'Ja, mevrouw,' zei hij en kwam uit de keuken te
voorschijn.
Toen we het restaurant uit liepen, kwam Raven haastig naar ons
toe. We zagen haar nieuwe vriend wegrijden in zijn truck.
'Is het zeker dat we blijven?' Er lag een hoopvolle klank in
haar stem.
'We zullen zien,' zei ik, haar scherp opnemend. 'We gaan
de cottage bekijken en dan maken we ons gereed om aan de slag
te gaan,' ging ik verder.
De cottage was klein, maar had een slaapkamer met twee
persoonsbedden en een tweepersoons slaapbank. Er was een piepklein
keukentje, niet veel meer dan een hoekje met een aanrecht en een
klein fornuis. De ijskast leek gebroken, de deur ervan hing open
aan de scharnieren. Omdat we toch niets zouden koken, was dat niet
belangrijk. De badkamer was ook klein, maar er was een klein bad en
een douchekop die met een slang aan de kraan bevestigd was. Alle
afvoerbuizen hadden roestvlekken en er waren kringen rond de
gootsteen en het bad. Er hing een muffe geur in huis. In bijna elke
hoek waren spinnenwebben en alles zat onder het stof.
'Ziet er erger uit dan ik dacht,' mompelde Patsy.
'Zo erg is het niet,' zei Raven snel. 'We kunnen hier best
blijven, hè, Brooke? We zullen onze mouwen opstropen en er in een
mum van tijd een klein paleisje van maken.'
'Dat lukt wel,' gaf ik toe. 'Crystal?'
'Laten we er even over praten,' zei ze.
ik begrijp het, kindlief,' zei Patsy. 'Jullie bespreken het
met elkaar en komen naar het restaurant als jullie een besluit
hebben genomen.'
Zodra ze ons alleen had gelaten, viel Raven uit tegen
Crystal.
'Waarom zei je dat nou? Dit is onze kans om vrij te
blijven!'
'Als we te happig zijn, wordt ze achterdochtig,' zei Crystal
zacht. 'Waarom zouden vier meisjes met ouders die het zich kunnen
veroorloven ze in de zomervakantie naar Californië te sturen
hiermee genoegen nemen?' vroeg ze, om zich heen wijzend.
'Omdat we net bestolen zijn. Daarom!' antwoordde Raven.
'Welgestelde mensen zouden ons het geld kunnen sturen om naar
huis te gaan of zelfs door te reizen naar Californië, Raven.
Probeer niets te forceren.'
ik denk dat we hier best kunnen slapen,' zei Butterfly.
'Natuurlijk kunnen we dat,' zei Raven, met een blik op
Crystal.
'We wilden laatst toch ook in de auto slapen?'
'Oké,' zei Crystal. 'We zullen het doen. We zullen net doen of
het allemaal één groot avontuur voor ons is, maar zeg niets tegen
haar dat haar achterdochtig zou kunnen maken. Raven.'
'Ik zal geen woord zeggen,' beloofde ze en stak haar
rechterhand omhoog.
Crystal knikte en keek toen naar mij.
'Misschien lukt het allemaal. Misschien is het lot ons
eindelijk goed gezind,' zei ze. 'We moeten beslissen wie de
slaapbank neemt.'
'Butterfly en ik,' zei Raven snel.
'Raven snurkt,' klaagde Butterfly.
'Dat is niet waar.'
'Ik ga wel op de slaapbank met Raven,' zei ik, terwijl ik haar
aandachtig opnam. Ik was vastbesloten om te weten te komen wat er
achter Ravens vreemde nieuwe stemming stak.
We gingen gevieren terug naar het restaurant om Patsy te
vertellen dat we besloten hadden haar aanbod aan te nemen. Toen we
binnenkwamen zat een langharige jongen van een jaar of negentien
aan de toonbank over een kop koffie gebogen. Hij droeg een
sweatshirt met de opdruk Grateful Dead - Dankbare Doden - dat
eruitzag of het was gestorven en weer tot leven gewekt, zo
gescheurd en verschoten was het, een spijkerbroek en een paar vuile
gymschoenen zonder sokken.
'Daar zijn ze,' zei Patsy, en hij draaide zich om.
'We willen graag blijven, Patsy,' zei ik.
Fijn. Dit is mijn zoon, Danny,' zei ze. Haar glimlach
verstarde tot een blik van afkeuring.
Hij kneep zijn lichtbruine ogen tot spleetjes, grijnsde meer
dan at hij lachte, alsof hij teleurgesteld was in wat hij zag of
had ge- oord. Hij had een weke mond, met een onderlip die gezwollen
leek, en een klein sneetje in zijn kin. Hij had de neus van Patsy,
iets breder bij de brug, maar zijn oren waren groter en van boven
puntiger.
Danny was niet dik of fysiek indrukwekkend, hij begon al een
bierbuikje te krijgen. Hij zou geen enkele wedstrijd winnen, tenzij
het een verkiezing was van de minst hygiënisch uitziende man onder
de vijfentwintig.
'Je zou goedendag kunnen zeggen, Danny,' drong Patsy
aan.
'Hallo,' mompelde hij en dronk zijn koffie. 'Wat gaan ze in
godsnaam doen?'
'Voornamelijk wat jij zou moeten doen,' antwoordde ze. 'Kom,
jongens, dan zal ik wat linnengoed voor jullie halen en een paar
spullen om het huis schoon te maken. Danny, zou jij alsjeblieft de
planken van de ramen kunnen halen?'
Hij bromde iets.
Ze schudde triest haar hoofd en we volgden haar naar de
caravan. Zoda ze de deur geopend had, begon ze met een reeks
verontschuldigingen. Overal lagen Danny's kleren, en op de
keukentafel zag ik lege bierblikjes, sigarettenpeuken en vuile
borden. Ze deed een poging om een en ander weg te ruimen.
ik heb hem zó gevraagd op te ruimen voor hij vandaag naar
buiten ging. Hij had gisteravond een paar vrienden op bezoek.
Laat,' voegde ze eraan toe. Ze kreunde en legde haar handen op haar
onderrug toen ze een bierblikje van de grond raapte en weer
overeind kwam. ik kom zo terug,' zei ze, terwijl ze verder de
caravan in liep.
Crystal schudde haar hoofd naar mij.
'Waarom is hij zo gemeen tegen zijn moeder?' vroeg
Butterfly.
'Hij moet een trap voor zijn kont hebben,' mompelde ik.
Patsy bracht lakens, handdoeken en een emmer met
schoonmaakmiddelen. Ze gaf Raven een mop en een paar sponzen.
'Laat me weten wat je nog meer nodig hebt. Om een uur of vier
moeten we ons klaarmaken voor de avonddrukte. We krijgen een hoop
mensen de laatste tijd,' zei ze. 'Zo, welkom in de Crossroads,
meisjes.'
Crossroads was een toepasselijke naam, dacht ik - we bevonden
ons inderdaad op een kruispunt, een plaats waar we op
adem konden komen en besluiten of we ons alleen maar voor de
gek hielden met onze dromen of dat we echt halverwege op weg waren
naar een nieuw bestaan.