3. Als dieven in de nacht

Ik wilde beginnen aan de plannen voor onze tocht zodra we de volgende dag uit school kwamen. Het kostte me moeite me op iets anders te concentreren. Er waren een paar dingen die ik mee wilde nemen voor onderweg, en ik wilde langs het warenhuis als we uit school naar huis gingen. Maar ik was vergeten dat Raven, Crystal en ik eetzaalcorvee hadden. Crystal herinnerde me eraan toen we elkaar bij de kleedkasten zagen en ik haar vertelde wat ik wilde doen.
'Dat kan niet. We moeten meteen terug om oma Kelly te helpen alles klaar te zetten voor het avondeten. Als we te laat komen, krijgen we Gordon op onze hals,' zei ze. Na wat hij met haar had gedaan in de badkamer, joeg die gedachte haar de stuipen op het lijf.
'Wees maar niet bang. We komen niet te laat,' stelde ik haar gerust. 'Het is maar twintig minuten naar huis.'
'We kunnen het toch ook morgen kopen? Dan hebben we de hele middag,' zei ze, haar gezicht vertrokken van angst.
Crystal wekte niet de indruk dat ze geloofde dat we zouden weglopen. Het leek meer of ze me naar de mond wilde praten. Raven keek me waarschuwend aan, en ik knikte begrijpend.
'Oké. Laten we gaan,' zei ik met tegenzin.
Dus gingen we terug met de bus, in plaats van ons voor te bereiden op onze tocht. We praatten er zelfs niet over in de bus. In plaats daarvan kletsten we met de andere leerlingen over de examens die we achter de rug hadden. Ik begon het gevoel te krijgen dat Crystal misschien gelijk had, dat het slechts een wensdroom was, een luchtkasteel.
Merkwaardig genoeg had ik de examens minder moeilijk gevonden dan ik verwacht had. Het meeste van wat ik geleerd had was blijven hangen of kon gemakkelijk van de planken en bergplaatsen in mijn geheugen worden gehaald. Het was of mijn brein was opgeladen door de opwinding en elke gedachte een neonlicht had om aan te geven waar ze was opgeslagen.
Crystal bleef peinzend kijken. Ze zei alleen maar dat ze het goed gemaakt had, maar heel onkarakteristiek weigerde ze erover uit te weiden. Gewoonlijk had ze kritiek op de proefwerken en gaf ze, of we dat wilden of niet, een uitvoerige beoordeling van de docent en hoe goed hij of zij de belangrijke dingen beheerste. Ik wist dat wat Gordon de vorige avond had gedaan loodzwaar op haar drukte. Ze was doodsbang dat ze hem zou zien of hij haar zou zien, maar ze was even zenuwachtig en bang voor mijn plan.
Toen we bij Lakewood House kwamen, holde ze naar binnen, de trap op naar haar kamer, in de hoop een ontmoeting met hem te vermijden.
'Ze is een puinhoop,' zei ik tegen Raven. 'Haar hier vandaan halen is het beste wat we voor haar kunnen doen.'
'Het beste wat we voor ons allemaal kunnen doen,' antwoordde Raven. 'Ik hoop dat je werkelijk een goed plan hebt, Brooke.'
'Dat heb ik,' beloofde ik.
Butterfly, die als een schuwe puppy achter ons aan kwam, luisterde en sperde bezorgd haar ogen open. Ze stond niet samen met ons op het rooster, maar ze kwam toch in de keuken helpen. Nu ze wist tot welke slechte dingen Gordon in staat was, voelde ze zich veel te zenuwachtig om alleen te blijven.
Ik wilde de details van onze plannen zo gauw mogelijk door- nemen, maar met oma Kelly om ons heen, was het moeilijk om te praten in de keuken. Ik was zo gefrustreerd, dat ik dacht dat ik uit elkaar zou barsten als een te hard opgeblazen ballon. Raven en ik keken elkaar verwachtingsvol aan, maar werkten efficiënt en kalm naast Crystal en Butterfly, stapelden borden op, sorteerden bestek en bereidden de serveerbladen voor.
'We zien elkaar in jouw kamer zodra we hebben opgeruimd' fluisterde ik tegen Crystal kort nadat we in de keuken aan het werk waren gegaan.
Ze knikte; van tijd tot tijd keek ze schichtig van de deur naar ons. Het was duidelijk te zien dat ze doodsbang was.
Gordon kwam op een gegeven moment inderdaad te voorschijn en bleef in de deuropening van de keuken naar ons vieren staan kijken. Raven, de opstandigste, keek even naar hem met haar felle, zwarte ogen en keerde hem toen de rug toe. Ik zag de rechterbovenhoek van zijn lip vertrekken. Crystal, die stond te beven op haar benen, hield haar ogen neergeslagen en rommelde achteloos met haar vingers rond de hete platen, tot ze de top van haar duim brandde. Gordon grijnsde en liet ons toen alleen.
Raven vloekte zachtjes.
'Wat is er, lieverd?' vroeg oma Kelly.
'Niets,' zei ik gauw. 'We hebben honger en wilden dat het tijd was om het eten op te dienen,' voegde ik eraan toe.
Daarop begon ze een verhaal over Lakewood House in zijn bloeitijd en vertelde dat de gasten het eten zo waardeerden en zich volpropten tot ze niet meer konden.
'Meestal moesten ze lange wandelingen maken na elke maaltijd. Als ik naar huis reed, zag ik ze in een rij langs de weg lopen. Later vielen een hoop gasten in de schaduw in slaap in de grote houten stoelen of hangmatten. Iedereen wilde zeker weten dat hij waar voor zijn geld kreeg,' ging ze lachend verder. Toen zuchtte ze diep en keek hoofdschuddend om zich heen in de keuken. Het was zo anders toen Louises vader en moeder de leiding hier hadden. Ik wou dat jullie hier toen waren geweest.'
Ze keek naar Butterfly, die naar haar verhalen luisterde of het sprookjes waren.
'Moet je dat lieve gezichtje toch eens zien,' zei ze en knuffel haar. 'Als ik twintig jaar jonger was, zou ik je zelf adopteren. Jullie allemaal,' voegde ze eraan toe, voor ze verderging met koken.
We zouden haar missen, dacht ik bedroefd. Ze was praktisch de enige die we zouden missen. Ik wilde naar haar toe lopen en haar omhelzen en dan zeggen: 'Vaarwel, oma Kelly. Dit is de laatste keer dat we je in de keuken zullen helpen. Dank je dat je ons aardig vindt, dat je om ons geeft, dat je ons behandeld hebt als je eigen kleinkinderen. En neem mijn raad aan: maak dat je hier wegkomt zodra wij vertrokken zijn.'
Natuurlijk zei ik niets. We konden niets verraden en we wilden haar niet opzadelen met onze geheimen. We dienden het eten op, aten, en ruimden zo snel mogelijk op. Megan zag hoe hard we werkten en bleef hangen om ons dwars te zitten.
'Wauw, wat een nijvere bijtjes zijn jullie vanavond. Wat willen jullie, je een plaatsje veroveren in Gordons hart?' vroeg ze plagend.
'Hij heeft geen hart,' zei Raven bits.
'Hoe zou je het vinden als ik hem vertelde dat je dat gezegd hebt?' antwoordde Megan. Crystal keek me angstig aan.
'Laat ons met rust, Megan,' waarschuwde ik.
Ze staarde me even aan, bij zichzelf overleggend of ze me al dan niet zou uitdagen. Ze kon nog steeds niet verkroppen wat we gedaan hadden en wat haar een heel weekend kamerarrest had bezorgd.
'Ik hou jullie in de gaten,' zei ze. 'Ik zal mijn kans krijgen. Reken maar!'
Ze draaide zich om en liet ons alleen.
'Als ze er ooit achter zou komen wat we van plan zijn...' zei Crystal.
'Dat zal ze niet. Dan zijn wij allang weg,' beloofde ik haar.
We wensten oma Kelly goedenacht en net als ze al honderd keer eerder had gedaan, bedankte ze ons voor onze goede hulp. Rustig liepen we de trap op, samen met de anderen die nog moesten studeren voor hun laatste examendag. De jonge kinderen gingen naar de recreatiezaal om televisie te kijken. Boven gingen Raven en ik naar de kamer van Crystal en Butterfly. Ik deed de deur zachtjes achter me dicht. Eindelijk waren we dan zover. Er hing zo'n spanning in de lucht, dat ik het gevoel had dat ik me een weg moest banen door een kamer vol spinnenwebben.
'Waar zijn de wegenkaarten?' vroeg ik. Mijn stem kwam nauwelijks boven een gefluister uit.
Crystal draaide zich om en legde de kaarten naast elkaar op haar bureau.
'Dit is het noorden en dit het midden van het land,' zei ze. 'Er is ook een zuidelijke route. Ik heb ontdekt dat het ook nu nog kan sneeuwen en onaangenaam kan zijn in de Rocky Mountains,' ging ze verder, 'dus die kunnen we beter vermijden. We nemen om te beginnen de 17 East naar de Jersey Turnpike.'
'Hoe lang duurt het om in Californië te komen?' vroeg Butterfly.
'Dat hangt af van de route die we kiezen, maar als je elke dag de hele dag zou reizen, zonder te sightseeën, waarschijnlijk vier dagen,' antwoordde Crystal. Toen draaide ze zich naar mij om.
'Oké, Brooke, ik heb gedaan wat je vroeg. Vertel me nu maar hoe je van plan bent ons door de hele Verenigde Staten van Amerika te loodsen,' zei ze, en leunde met over elkaar geslagen armen achterover in haar stoel.
'Ik rij,' zei ik, en haalde mijn schouders op alsof dat iets heel voor de hand liggends was.
'Je hebt geen rijbewijs,' merkte ze snel op. 'Dat heb je nooit aangevraagd.'
'Dat is niet nodig. Ik heb wel mijn rijexamen afgelegd.'
'Oké, maar je moet iets hebben om in te rijden,' wierp ze tegen. Het leek wel of we schaakten met woorden.
'Dat hebben we.'
'Dat hebben we?' Ze keek naar Raven, die haar schouders ophaalde, en toen naar Butterfly, die haar ogen verbaasd opensperde. 'Waar is het?'
'Hier vlakbij,' zei ik grinnikend en knikte naar het raam. 'Het staat op ons te wachten.'
Crystal begon te glimlachen, denkend dat ik een grapje maakte maar werd plotseling weer serieus toen het tot haar doordrong wat ik bedoelde. Ze stond op en liep naar het raam. Butterfly en Raven kwamen naast haar staan en ze staarden allemaal naar Gordons stationcar.
'Wil je zijn auto nemen?' vroeg Raven als eerste.
'Waarom niet? Hij neemt toch ook van ons?'
Ze zwegen en keken me aan of ik gek was geworden. Toen beheerste Crystal zich en zette haar schooljuffrouwengezicht.
'Als je zijn auto neemt, belt hij de politie en komen ze achter ons aan,' zei ze.
'Niet onmiddellijk, en bovendien hoeven we alleen maar ver genoeg te komen om ander vervoer te kunnen vinden, een bus misschien of een trein. We kunnen die kaarten bestuderen en de drukke snelwegen vermijden. We hoeven het land niet in vier of vijf of zelfs tien dagen te doorkruisen. We kunnen er lang genoeg over doen,' zei ik.
'Je hebt geld nodig om er lang over te doen, Brooke. Reizen is duur,' zei Crystal.
'Dat weet ik. Morgen gaan we allemaal naar de bank en nemen ons spaargeld op. Tenzij jullie geld hebben uitgegeven waar ik niets van weet, schat ik dat we bijna veertienhonderd dollar hebben,' zei ik.
'Dat is niet gek veel, als je bedenkt wat we van plan zijn. Waarschijnlijk maken we het de eerste paar dagen al op. We moeten benzine betalen en eten en tolgelden,' antwoordde Crystal. 'Om maar niet te spreken over motelkamers en onvoorziene problemen met de auto.'
'Nou en? We zoeken werk onderweg. Jij, Raven en ik hebben allemaal al eens een baantje gehad, en Butterfly...' Ik lachte naar haar. '...Butterfly kan de mensen er waarschijnlijk toe bewegen haar geld te schenken. Ze kan dansen op een straathoek of zo.'
'Het is een hersenschim,' zei Crystal hoofdschuddend. 'Ik wist het.'
'Zeg dat toch niet aldoor,' riep ik uit. 'Ik vind het geen hersenschim. Ik heb het allemaal uitgekiend. Ik weet waar Gordon zijn autosleutels bewaart. Ze zitten in dat afgedragen leren jack dat aan de binnenkant van zijn slaapkamerdeur hangt. Ik heb gezien dat hij ze daarin stopte.'
'Wil je Gordons slaapkamer binnensluipen en zijn sleutels stelen?' vroeg Butterfly.
'Ja. Het zal niet zo moeilijk zijn. Louise doet 's nachts hun deur niet op slot.'
Butterfly staarde me aan, verbijsterd over zoveel moed.
'Misschien belt hij de politie niet,' zei Raven plotseling met donkere, peinzende ogen. 'Misschien komt hij ons zelf in zijn truck achterna.'
Dat legde zelfs mij even het zwijgen op - de gedachte aan een razende Gordon Tooey die ons achtervolgde, denderend over de snelweg, met vertrokken mond, opengesperde neusgaten, uitpuilende ogen, zijn voet op het gaspedaal. Als hij ons inhaalde, was het niet te voorspellen wat hij zou doen. We zouden beter af zijn als we door de politie werden opgepakt.
Crystal staarde naar de kaarten.
'We zouden hem op een dwaalspoor kunnen brengen,' mompelde ze, nog steeds naar de kaarten turend.
'Hoe?' vroeg ik.
'We laten een route achter die we niet kiezen... we doen net of we die per ongeluk hebben laten vallen. Hij zal die vinden en denken dat het een gemakkelijke manier is om ons te pakken te krijgen, en de verkeerde richting nemen,' zei ze.
'Dat is briljant, Crystal. Echt briljant,' zei ik, bemoedigd omdat ze een nuttige suggestie had gedaan.
'Het blijft een grote gok, Brooke. Ik weet niet,' zei ze. Ze nam haar bril af en maakte de glazen schoon, terwijl ze haar hoofd schudde.
'Het is beter dan hier te blijven wachten tot we achttien zijn,' merkte ik op, 'of tot Gordon weer een van ons gaat betasten. Je weet niet op wie hij volgende keer af komt.'
Ik draaide me om naar Butterfly en staarde haar aan. Ik was vastbesloten van alles te gebruiken wat me ten dienste stond, om Crystal tot inkeer te brengen.
'Ze heeft gelijk, Crystal,' zei Butterfly. 'Ik ben bereid het te proberen als jij meedoet.'
'Met de stationcar hoeven we geen geld uit te geven aan motels,' ging ik verder. 'Hij is groot genoeg om er met zijn vieren in te kunnen slapen als ik de achterbank omlaagklap. Morgenavond, als iedereen slaapt, gaan Raven en Crystal naar de keuken en pakken zoveel mogelijk voedsel in. Dat spaart ook weer geld uit. In de tussentijd moeten we allemaal zoveel kleren uitzoeken dat we er een kussensloop mee kunnen vullen. We kunnen niet veel meenemen en we kunnen de gevulde kussens gebruiken als hoofdkussen.'
'Je hebt hier werkelijk al een tijd over nagedacht, hè?' vroeg Crystal.
'Langer dan je je kunt voorstellen,' antwoordde ik.
'Vergeet je tandenborstel niet,' zei Butterfly. Zelfs Crystal moest lachen.
'Oké,' zei ik, 'laten we de kaart bestuderen die we gaan gebruiken.'
Crystal keek naar Raven en Butterfly, om te zien of ze het er nog steeds mee eens waren, en legde toen een van de kaarten op haar bureau. We gingen eromheen staan.
'We zullen deze route achterlaten voor Gordon,' zei Crystal. 'Naar Pennsylvania, Virginia, Florida, Texas. Misschien rijdt hij wel helemaal naar Florida voordat hij beseft dat het een vals spoor is. Tegen die tijd zijn wij allang verdwenen.'
Butterfly lachte. We taxeerden waar we de eerste dag konden zijn, en de tweede, en praatten allemaal door elkaar heen. Het was een fantastisch gevoel, het wekte hoop.
Later konden we onmogelijk in slaap komen. Enkele minuten nadat het licht in onze kamer uit was, riep Raven me.
'Wat is er?'
'Je bedenkt je toch niet, hè, Brooke?' Ravens stem beefde enigszins.
'Geen sprake van. Je gelooft toch niet dat het verkeerd is wat we doen, hè?' Plotseling werd ik ook bang.
'Maak je geen zorgen, Brooke, wat er onderweg ook gebeurt het zal niet half zo erg zijn als wat er zou kunnen gebeuren als we bleven.'
'Welterusten,' zei ik kalm.
'Brooke?'
'Ja?'
'Ik moest er net aan denken... dit is onze laatste nacht hier,' fluisterde ze.
Ik dacht even na. Natuurlijk had ze gelijk. Blij dat we deze muren vaarwel konden zeggen, peinsde ik. Blij dat we ons niet langer als een nulliteit hoefden te voelen, naamloos en eenzaam. Morgen, morgen zouden we op weg gaan naar onze toekomst.
'Ik voel me er dolgelukkig bij,' zei ik. 'Het kan me niet schelen hoe moeilijk we het kunnen krijgen als we weggaan. Ik ben blij dat we het doen. Ik ben blij dat we eindelijk ons leven in eigen hand nemen.'
'Ik ook. Welterusten.'
'Welterusten,' zei ik en draaide me om naar mijn droom.
De laatste week hoefden de leerlingen niet meer naar school, tenzij ze een examen hadden, en als ze 's middags geen examen hadden, mochten ze naar huis. We waren 's morgens allemaal klaar met onze examens, maar dat wisten Louise en Gordon niet. Uit school gingen we niet naar huis, maar naar de bank om ons geld op te nemen. De kassier leek erg achterdochtig. Crystal was bang dat ze Louise zou bellen, maar dat deed ze niet. De rest van de dag sloegen we een paar kleine dingen in die we op onze tocht nodig konden hebben.
Toen we terugkwamen in Lakewood House, waren onze corvees zoals gewoonlijk op het bord geprikt. Gordon zou vandaag geen uitzondering maken, examen of geen examen. We gingen aan het werk, in de hoop onze opwinding en ongerustheid te kunnen verbergen. We vonden het allemaal een vreemd gevoel om in de tuin en het huis rond te lopen in de wetenschap dat we vannacht zouden vertrekken. Aan tafel die avond keken we elkaar niet samenzweerderige blikken aan. Butterfly was zo zenuwachtig, dat ze nauwelijks iets at. Ik probeerde haar ertoe te krijgen, want ik wilde niet dat een van ons ook maar iets deed om achterdocht of nieuwsgierigheid te wekken.
Met vlinders in onze buik gingen we naar onze kamers om het verstrijken van de tijd, de duisternis en de stilte die volgden als iedereen sliep, af te wachten. Louise kwam in al onze kamers om te vragen hoe het examen was gegaan.
'Ik hoop dat iedereen hoge cijfers heeft,' zei ze. 'Ik ben altijd erg trots geweest op de schoolprestaties van mijn kinderen. Volgend jaar zal Crystal de afscheidsrede houden bij de diplomauitreiking. Stel je voor, een van Louise Tooey's kinderen die de afscheidsrede houdt.'
Niemand zei iets, want we hoopten dat ze door zou lopen als we niet reageerden, maar ze bleef staan om te praten over de komende zomer, de vooruitzichten op een baantje en de verbeteringen die ze in het huis wilde aanbrengen. Maar eindelijk wenste ze ons goedenacht en liep naar beneden naar haar kantoor.
'Ik dacht dat ze nooit weg zou gaan,' zei ik opgelucht. 'Laten we naar bed gaan en net zo normaal doen als altijd. Hou alleen je kleren aan onder de dekens, zodat je klaar bent om te vertrekken.'
Mijn groepje leek verstard van verwachting; ze hielden hun adem in.
Het werd laat. Ik hoorde Louise en Gordon de trap op komen en naar hun slaapkamer gaan. Aan het geluid van zijn stem meende ik te horen dat Gordon gedronken had. Ik hoopte het, want dan zou hij sneller in slaap vallen. Dat had ik al eerder gemerkt. Als hij dronk, kon hij overal slapen, zelfs in een van die oude, ongemakkelijke houten stoelen - met bungelende armen en benen als de aanhangsels van een reusachtig, dood insect.
Kort na middernacht stond ik met bonzend hart op. Raven ging rechtop zitten. Ze had kennelijk met open ogen in bed gelegen en mij in de gaten gehouden.
'Is het tijd?' vroeg ze.
'Ja. Ga Crystal halen en ga naar beneden naar de keuken. De kust moet nu wel veilig zijn. Doe het heel stil en rustig, en denk eraan, neem niet te veel mee. Ik ga de autosleutels halen,' zei ik, alsof ik die alleen maar even uit de slaapkamer van de Tooeys hoefde te pakken.
'Wees voorzichtig, Brooke,' waarschuwde ze. 'Als er ook maar enige kans is dat hij je betrapt, doe het dan niet.'
'Die kans bestaat niet,' verzekerde ik haar, om mezelf moed in te spreken.
'Misschien moeten we eerst samenkomen.'
'Alles is in orde, Raven. Maak je geen zorgen. Het lukt me heus.' Ik wilde niets liever dan die sleutels in handen hebben. Dan wist ik tenminste zeker dat het ging gebeuren.
Voor ik uit bed kwam, klopte ik zachtjes op de muur tussen onze kamer en die van Crystal en Butterfly. Een van hen klopte terug.
'Kom, we doen het,' zei ik.
Ik trok geen schoenen aan, om zachtjes door de gang te kunnen sluipen. Ik ging naar buiten. Crystal en Butterfly stonden in de deuropening van hun kamer.
'Ik voel me prima,' zei ik, voordat Crystal iets kon vragen. 'Jij en Raven moeten het eten gaan halen. Butterfly blijft op de uitkijk staan.'
Raven en Crystal haastten zich weg en ik tuurde de gang af naar de slaapkamer van Louise en Gordon. De gang werd door drie zwakke plafondlampen verlicht. Een lichtgeel licht viel op de haveloze muren. De deur van Gordon en Louises kamer leek verder weg dan ooit. Bij elke stap die ik nam kraakte de houten vloer, en dat gekraak klonk me afschuwelijk luid in de oren. Ik bleef aarzelend staan en luisterde of ik iets hoorde, of iemand wakker werd. Het zou moeilijk te verklaren zijn waarom ik blootsvoets door de gang liep als ik zou worden betrapt. Ik was ook bang dat een van de andere kinderen me zou zien en opschudding zou veroorzaken.
Mijn hart bonsde zo hard en snel, dat ik bang was dat ik het benauwd zou krijgen, duizelig zou worden en vallen. Waar haalde ik het idee vandaan dat ik de kracht en de moed hiertoe bezat? Dat vroeg ik me af, nu ik daadwerkelijk op weg was om het te doen. Crystal had gelijk. Dit is een hersenschim. Ik kan de deur van die kamer niet openmaken en eromheen reiken om zijn jasje te zoeken. Als het jasje eens zou vallen en de sleutels zouden rinkelen? Als hij eens niet slaapt?
Ik begon in paniek te raken. Mijn hart hield op met kloppen. Raven had gelijk. We hadden eerst samen moeten komen. Ik was te zelfverzekerd geweest. Ik keek achterom. Butterfly stond met ingehouden adem in de deuropening te wachten. Toen ik haar zag, klein en angstig, maar ook hoopvol, voelde ik mijn moed weer terugkomen. Ik moest haar hier vandaan krijgen. Dat moest.
Ik zwaaide en knikte om haar gerust te stellen dat ik me prima voelde, al was dat allesbehalve het geval.
Ik keek weer naar de deur van de kamer van Louise en Gordon en liep erheen, schuifelend langs de muur. Eindelijk was ik er. Ik deed mijn ogen dicht, haalde diep adem en pakte de deurknop. Hij draaide en de deur ging met een heel zacht gekraak open.
Ik was zeker al zes keer om de een of andere reden in hun kamer geweest, soms om iets bij haar boven te brengen. Ik wist dat de deur toegang gaf tot een kleine entree. Aan de linkerkant was hun slaapkamer, met twee grote ramen, die uitkeken op het meer. Links daarvan was een grote kast. Rechts stonden hun ladenkasten en in de hoek bevond zich de ingang naar hun badkamer.
Ik deed de deur voorzichtig verder open, tot ik me tussen deur en sponning erdoor kon wringen. Ik deed het snel en deed de deur achter me dicht, zodat er een minimum aan licht naar binnen kon vallen uit de gang. In het donkere halletje bleef ik staan hield mijn adem in. Ik had het gedaan. Het was nu te laat om terug te keren.
Heel langzaam, zodat ik wel een uur nodig leek te hebben om mijn lichaam om te draaien, vond ik het jack waar het altijd hing en liet mijn vingers in de eerste zak glijden. De toppen van mijn duim en wijsvinger raakten de sleutelbos aan, maar op dat moment ging er een lamp aan. Ik verstijfde.
'Wat is er?' hoorde ik Gordon kermen.
'Ik moet naar de wc,' zei Louise.
'Kun je dat verdorie niet doen zonder het licht aan te doen?'
'Ik wilde niet over iets struikelen,' antwoordde ze.
Hij kreunde gesmoord in zijn kussen. Ik verroerde geen vin, hield mijn adem in. Ik hoorde haar naar de badkamer gaan en de deur sluiten. Ik bleef zo stil mogelijk staan en wachtte. Ik hoorde dat het toilet werd doorgetrokken, zag het licht toen ze de deur opendeed en hoorde haar toen weer in bed stappen en de lamp uitknippen.
'Sorry,' mompelde ze. Hij reageerde niet. Ik bleef wachten. Het zweet droop langs mijn hals. Ik wilde er zeker van zijn dat ze weer in slaap waren gevallen. Mijn hele lichaam was koud en gevoelloos en plotseling leek het of mijn benen onder me wegsmolten. Straks zak ik nog in elkaar op de grond, dacht ik. Ik kon maar beter afmaken waarvoor ik gekomen was.
Ik stak mijn hand weer in de zak, vond de sleutels en haalde ze er centimeter voor centimeter uit. De rug van mijn hand raakte iets anders aan, en ik stopte even, want ik vermoedde wat het kon zijn. Als het was wat ik dacht dat het was, zou dat geweldig zijn. Ik haalde de sleutels te voorschijn en voelde toen nog eens in de zak en haalde de creditcard voor de benzine eruit. Wat een bof, dacht ik, een echte bonus.
Nu moest ik weer even stil en snel naar buiten glippen als ik naar binnen was geglipt. Ik deed de deur weer heel langzaam open, probeerde het kraken zoveel mogelijk te vermijden, tot ik voldoende ruimte had om erdoor te kunnen. Ik deed het op handen en voeten en sloot de deur weer zachtjes achter me. Even bleef ik gehurkt zitten luisteren, wachtend op het angstwekkende gegrom Gordon als hij achter me aan kwam, maar alles bleef stil. Aan de andere kant van de gang zag ik Crystal, Raven en Butterfly in de deuropening naar me kijken. Raven en Crystal waren terug uit de keuken en hielden een zak levensmiddelen in de hand. Ik hief mijn hand op, stak mijn duim omhoog, kwam toen overeind en sloop terug.
We verzamelden ons in de kamer van Raven en mij, waar we fluisterend met elkaar spraken.
'Je bleef zo lang daar binnen, dat we dachten dat hij je betrapt had,' zei Raven.
Snel vertelde ik wat er gebeurd was en liet ze toen de creditcard zien.
'Gordon leent ons niet alleen zijn auto, maar ook geld voor benzine,' zei ik.
'Weet je zeker dat ze je niet gehoord hebben?' vroeg Crystal.
'Dan zou Gordon hier allang geweest zijn,' zei ik. 'Hoe zijn jullie gevaren?'
Ze lieten me zien wat er in de zak zat, voornamelijk blikjes en houdbare dingen.
'Goeie keus,' merkte ik op. 'We zijn klaar. Niets kan ons nog tegenhouden.'
Ik ben bang,'jammerde Butterfly. Het besef dat we op het punt stonden te kunnen vertrekken joeg haar angst aan.
Laten we samenkomen,' stelde Raven voor. Ze keek van Butterfly naar Crystal en toen naar mij. Ik keek naar Crystal. Ze knikte. 
We gaven elkaar een hand en zongen fluisterend, om ons moed in te spreken en ons kracht te geven. Toen gingen we uiteen, slikten een paar keer en pakten onze spullen. Als vier geesten slopen we langs de muur naar de trap, maar net toen we daar waren,
kwam Megan Callaway haar kamer uit om naar de badkamer te gaan.
'Waar zijn jullie mee bezig, stelletje idioten?' vroeg ze, terwijl ze naar ons toegeslenterd kwam.
'Praat niet zo hard,' fluisterde ik, terwijl ik een angstige blik wierp op de deur van Gordons en Louises slaapkamer.
Ze keek naar onze kussenslopen en de zak levensmiddelen.
'Wat is dat?'
'We lopen weg,' zei ik nuchter.
Ze keek ons één voor één aan en richtte haar blik toen op mij.
'Serieus?'
'Ja. Als je ook maar één kik geeft, zweer ik je dat ik zoveel foto's van je zal nemen dat we de muren van de eetzaal ermee kunnen behangen.
Ik keek haar strak aan en ze zag dat ik het meende. Ze kromp even ineen.
'Wat kan het mij schelen dat jullie weglopen. Mooi zo. Opgeruimd staat netjes. Ik wens je veel plezier.'
Ik knikte naar Raven en ze liep weer naar de trap. Megan bleef staan en staarde ons na. Cyrstal pakte mijn arm en ik keek naar haar. Ze bewoog haar ogen en haalde toen de valse route uit haar zak. Ik begreep het en glimlachte.
Vlak voordat we de trap af liepen liet ze de kaart als bij toeval op de grond vallen. Haastig gingen we naar beneden en maakten onze voetstappen zo licht mogelijk om de oude treden niet te veel te laten kraken en piepen.
'Ze zal zich niet kunnen bedwingen,' zei Crystal, doelend op Megan. 'Zodra we weg zijn zal de ze kaart aan Gordon geven.'
'Crystal, je bent briljant,' zei ik, 'en een tikje boosaardig.'
'Ik weet het,' zei ze met een flauw lachje.
We liepen door het huis naar de achterdeur; Butterfly op haar tenen.
Voorzichtig deed ik de deur open en keek achterom naar de anderen, die angstig en verwachtingsvol terugkeken.
'Fluitje van een cent,' zei ik. Ik probeerde me dapperder voor te doen dan ik me voelde. Raven glimlachte nerveus. Butterfly kek of ze op het punt stond in huilen uit te barsten. Ik besloot er haast achter te zetten, voor ze zich kon bedenken. Snel liepen we het huis uit naar de stationcar. Op zomeravonden als deze liet Gordon hem buiten de garage staan. Hij deed de auto zelfs niet op slot. Zachtjes, behoedzaam, maakte ik het portier open en ging achter het stuur zitten. Raven kwam voorin naast me zitten, Butterfly en Crystal kropen achterin. Alle portieren gingen met een zacht sissend geluid dicht. Ik stak het sleuteltje in het contact. Mijn vingers trilden een beetje.
'Het stinkt hier naar een vochtige kelder,' zei Raven, terwijl ze haar neus dichtkneep. 'Ba!'
'Dit is een van de redenen,' zei Crystal, en hield een fles goedkope wijn omhoog, die waarschijnlijk op de vloer had gelekt.
'We zullen het moeten schoonmaken voor we hierin kunnen slapen,' zei Butterfly.
'Weet je zeker dat je kunt rijden?' vroeg Raven.
'Dat weet je,' zei ik met een zelfverzekerd glimlachje.
'Ik was een van de beste leerlingen. Ik kreeg het hoogste cijfer op het examen.'
'Dat is een examen. Dit is de praktijk.'
'Maak je niet ongerust, piekeraarster,' zei ik tegen Crystal. 'Klaar, meiden?'
Ze mompelden bevestigend, en ik draaide het sleuteltje om. De auto startte onmiddellijk, met een gebrom dat de hele auto deed trillen.
De benzinetank is vol,' zei ik. 'Goeie, ouwe Gordon. Hij zorgt ervoor dat zijn auto startklaar is.' Ik keek achterom naar het grote, donkere huis. 'Bedankt, Gordon.' Ik schakelde en trapte het gaspedaal iets te ver in. De banden deden het grind opspatten, maar ik hield het stuur stevig vast en reed over de lange oprit naar de straat. Ik wilde het de anderen niet laten merken, maar ik stond verbaasd over mezelf.
We reden de snelweg af, die zich voor ons uitstrekte als de weg naar Oz, een zilverkleurige streep die naar het onbekende voerde. Iedereen was stil. Het was zo laat, dat je het gevoel had dat de duisternis in steen was veranderd.
'Ik wou dat ik zijn gezicht morgenochtend kon zien' zei Raven.
'Ik niet,' mompelde Crystal.
'Hij zal Louise wel de schuld geven,' zei ik. 'Hij beschuldigt haar er altijd van dat ze niet streng genoeg is tegen ons.'
'Ik heb medelijden met haar,' zei Raven. 'Ik begrijp niet waarom ze ooit met hem getrouwd is.'
'Ze zal zich morgenochtend hetzelfde afvragen,' zei ik Plotseling begon ik hardop te lachen.
'Wat is er?' vroeg Raven.
'Ik dacht aan Megan. Zij zal hem morgenochtend de valse route geven, zodat zij de kleine heldin zal zijn, en dan rijdt hij in de verkeerde richting.'
'Nou, en?' zei Raven. 'Dat wilde je toch?'
Ik keek naar Crystal en ze glimlachte.
'Hij zal denken dat ze het met opzet deed, dat ze deel uitmaakte van ons plan.'
'O! Wat een grap! Of misschien toch niet,' zei ze na een ogenblik. 'Hij zal haar vermoorden.'
We zwegen weer, dachten aan Gordons woede.
'Misschien kunnen we beter teruggaan,' zei Butterfly na een paar minuten stilte.
'Terug? Terug naar wat? Er is geen terug. Alleen vooruit,' zei ik. 'Wees maar niet bang, Butterfly. We zijn samen, we zijn allemaal bij je.'
Niemand zei iets. Niemand kon het tegenspreken.
'We hebben het gedaan,' zei Crystal verbluft. Ze hield haar ogen op de weg voor haar gericht. 'We hebben het echt gedaan.'
'Ik heb altijd geweten dat we het konden,' zei ik. Boven ons straalde de sterrenhemel.
'Zet de radio aan,' zei Raven.
Ik boog me voorover en deed het. We vonden een rockzender en Raven draaide het geluid hard, en begon mee te zingen. Ze vulde de auto met haar melodieuze stem.
Ik begon me meer op mijn gemak te voelen achter het stuur en ging sneller rijden.
Onze tocht was begonnen.