Proloog

'Ik heb er niet om gevraagd geboren te worden,' gooide ik mijn moeder voor de voeten, toen ze zich beklaagde over alle last die ik haar vanaf mijn geboorte had bezorgd. De school had gebeld omdat ik had gespijbeld en gedreigd mama voor de rechter te slepen als ik nog één keer zou thuisblijven. Ik haatte school. Het was een stelletje snobs die als een bijenvolk om deze of gene koningin zwermden en dreigden me te steken als ik ook maar probeerde tot een van hun kliekjes toegelaten te worden. Mijn klassen waren trouwens zo groot dat mijn meeste docenten niet eens wisten dat ik bestond! Als die nieuwe, automatisch verwerkte klassenbestanden niet hadden bestaan, had niemand geweten dat ik niet op school was geweest.
Mama schopte met haar blote voet de deur van de koelkast dicht en smakte een flesje bier zo hard op het aanrecht dat het bijna aan diggelen ging. Ze rukte het dopje er met haar opener af en staarde me met bloeddoorlopen ogen aan. Het telefoontje van school had haar uit een diepe bewusteloosheid gewekt. Ze bracht het flesje naar haar mond en lurkte eraan. De spieren in haar magere hals klopten toen ze probeerde zoveel mogelijk tegelijk door haar keel te gieten. Toen keek ze me weer woedend Ik zag dat ze een blauwe plek onder aan haar rechterarm had en een geschaafde elleboog. Het was een ongewoon warme nazomer. De temperatuur was vandaag opgelopen tot 32°C en het was al bijna 21 oktober.
Mama's haar, dat net zo zwart was als het mijn, hing verlept
lang haar gezicht. Haar pony was te lang en ongelijk. Ze stak haar onderlip haar voren en blies omhoog om de pieken uit ha ogen te krijgen. Vroeger was ze een heel knappe vrouw geweest, met ogen die glansden als zware parels. Ze had een prachtige donkere teint met opvallende, hoge jukbeenderen en volmaakte gelaatstrekken. Vrouwen lieten hun lippen met siliconen injecteren om zo'n mooie, volle mond te krijgen als mama van nature had. Ik voelde me altijd gevleid wanneer mensen me in die tijd met haar vergeleken. Het enige wat ik wilde, was net zo knap te worden als mijn moeder.
Nu deed ik zelfs of ik geen familie van haar was. Soms deed ik net of ze er niet eens was.
'Hoe moet ik aan de kost komen als ik ook nog eens op een twaalfjarig kind moet passen? Ze moesten me een medaille geven in plaats van met dreigementen te komen.'
Mama's manier om aan de kost te komen was door als serveerster te werken in een tweederangs gelegenheid die Charlie Boy's heette, in Newburgh, New York. Soms kwam ze pas tegen vier uur 's morgens thuis, als de bar allang dicht was. Als ze niet dronken was, was ze wel high van iets anders. Dan stommelde ze door ons tweekamerflatje, liep overal tegenop en liet dingen vallen.
Ik sliep op de slaapbank, dus ik werd er meestal wakker van, maar ik deed altijd net of ik nog sliep. Ik vond het afschuwelijk om met haar te praten als ze zo was. Soms rook ik haar al voordat ik haar hoorde. Alsof haar kleren doortrokken waren van whisky en bier.
Mama zag er nu veel ouder uit dan haar eenendertig jaar. Ze had donkere kringen onder haar ogen en in de hoeken rimpeltjes die eruitzagen alsof ze met wenkbrauwpotlood waren getrokken. Haar prachtige huid was flets bleekgeel geworden en haar vroeger zijdezachte haar zag eruit als een piekerige ragebol. Er liepen vroegtijdig grijze strepen door en ik vond het er altijd smerig en vlassig uitzien.
Mama rookte en dronk en het leek haar niet te kunnen sche
len met wat voor man ze uitging, zolang hij maar bereid was te
betalen voor wat ze wilde. Ik hield niet meer bij hoe ze heetten.
Hun gezichten waren geleidelijk tot één gezicht samengevloeid, met rode ogen die met vage belangstelling naar me keken. Meestal was ik net zo'n verrassing voor hen als zij voor mij.
'Je hebt helemaal niet gezegd datje een dochter had,' zeiden de meesten.
Dan haalde mama haar schouders op en antwoordde: 'O nee? Nou ik heb dus een dochter. Zit je daarmee?'
Sommigen zeiden niets; anderen zeiden nee of schudden hun hoofd en lachten.
'Jij bent degene die ermee zit,' zei één man haar. Dan begon ze altijd op mijn vader af te geven.
We hadden het zelden over hem. Dan zei mama alleen dat hij een knappe Latijns-Amerikaan was, maar teleurstellend als het erop aankwam zijn verantwoordelijkheid te nemen. 'Net als de meeste mannen,' waarschuwde ze me. Ze kreeg me zover dat ik ging geloven dat de beloften van mijn biologische vader net regenbogen waren, prachtig zolang ze in de lucht hingen, maar snel verblekend tot een vage herinnering. En die pot met goud stond er nooit! Hij zou nooit terugkomen en hij zou ons nooit iets sturen.
Zolang ik me kon herinneren woonden we al in dit flatje in een gebouw dat eruitzag of een stormvlaag het kon omblazen. In de gangen zaten de muren vol scheuren en gaten, alsof een of ander woedend wezen had geprobeerd zich een weg naar uiten te graven. De buitenmuren zaten onder de graffiti en het pad naar de deur was vergruizeld, zodat op veel plaatsen waar vroeger cement was geweest, nu alleen nog vuil zat. Met het stukje gazon tussen gebouw en straat was het jaren geleden al slecht afgelopen. Het gras zag er ziekelijk bleek uit en er lag zoveel afval dat niemand er met een grasmaaier overheen kon. De gootsteen en wasbak in ons flatje gaven altijd problemen, omdat ze lekten of verstopt raakten. Ik had geen idee hoe vaak ons toilet al overstroomd was. De afvoer van het bad zat vol roest, de douche drupte en meestal was het warme water op voordat ik klaar was of mijn haar had kunnen wassen. Ik weet dat we een heleboel muizen hadden, omdat ik hun uitwerpselen altijd in laden of onder kasten en tafels vond. Soms hoorde ik ze rondscharrelen en een paar keer zag ik er een voor hij onder het meubilair verdween. We zetten vallen en vingen er een paar, maar voor elke muis die we vingen, kwamen er tien terug.
Mama beloofde voortdurend dat ze ons daar weg zou krijgen. Een nieuwe flat was altijd bijna binnen bereik, zo gauw ze honderd dollar voor de aanbetaling had gespaard. Maar ik wist dat als ze al extra geld kreeg, ze het aan whisky, bier of drugs zou uitgeven. Een van haar nieuwe vriendjes was met cocaïne op de proppen gekomen en dat gebruikte ze af en toe, maar meestal was het haar te duur.
We hadden een tv-toestel dat dikwijls zijn beeld kwijtraakte. Soms kon ik het terugkrijgen door hard tegen de zijkant te meppen. Soms kreeg mama een uitkering. Ik heb nooit begrepen waarom ze die wel of niet kreeg. Ze vervloekte het systeem en klaagde als er geen cheque kwam. Als ik hem in handen kreeg, verzilverde ik hem in de dag- en avondwinkel van mijn moeders vriendin, dan haalde ik wat boodschappen en kocht ik kleren voor mezelf. Als zij hem in handen kreeg, verstopte ze hem of gaf me mondjesmaat wat geld en daar moest ik het dan mee doen.
Ik wist dat andere kinderen van mijn leeftijd gewoon pikten wat ze niet konden kopen, maar zo zat ik niet in elkaar. In mijn flatgebouw woonde een meisje, Lila Thomas, dat in de weekends met andere meisjes uit de stad meeging om winkelcentra te beroven. Ze was gesnapt bij winkeldiefstal, maar ze leek niet bang te zijn dat ze weer gesnapt zou worden. Ze nam me de hele tijd op de hak omdat ik niet mee wilde. Ze noemde me 'het Raven padvindersmeisje' en vertelde iedereen dat ik later vast koekjes gingen bakken om aan de kost te komen.
Het kon me niet schelen dat ik niet erg met haar bevriend Meestal zat ik er niet mee dat ik alleen was, en las ik een tijdschrift of keek naar een soapserie, als ik de tv tenminste aan de praat kon krijgen. Ik probeerde er niet aan de denken dat mama uitsliep, misschien wel met weer een nieuwe vent in haar kamer. Ik was al zover dat ik door mensen heen kon kijken en net kon doen of ze er niet waren.
'Je kunt verdomme morgen maar beter naar school gaan, Raven. Ik heb geen behoefte aan rijksambtenaren die hier komen rondsnuffelen,' mopperde ze, terwijl ze de pieken uit haar gezicht veegde. 'Luister je naar me?'
'Ja,' zei ik.
Ze keek me strak aan en dronk nog wat bier. Het was pas kwart over negen. Ik haatte de smaak van bier trouwens, maar alleen al bij het idee het zo vroeg te drinken, draaide mijn maag zich om. Mama besefte opeens wat voor dag het was en dat ik nu ook op school had moeten zijn. Haar ogen puilden uit.
'Waarom ben je vandaag thuis?' riep ze uit.
'Ik had buikpijn,' zei ik. 'Ik moet ongesteld worden. Dat zei de verpleegkundige op school tenminste toen ik kramp in mijn buik kreeg en uit de les ben weggegaan.'
Ze bekeek me met een kille blik in haar donkere ogen en knikte.
'Welkom in de hel,' zei ze. 'Dan snap je binnenkort wel waarom ouders blij zijn als ze een zoon krijgen. Mannen hebben het zoveel gemakkelijker. Dan kun je maar beter uitkijken,' waarschuwde ze, en wees naar me met de hals van haar bierflesje. 'Wat bedoel je?'
Wat bedoel ik?' bauwde ze me na. 'Ik bedoel, als je ongesteld wordt, kun je zwanger worden, Raven, en ik ga echt niet voor een baby zorgen, hoor.'
Ik word heus niet zwanger, mama,' zei ik bits. 
Ze lachte. 'Dat zei ik ook, en kijk eens wat er is gebeurd' 'Nou, waarom heb je me dan gekregen?' kaatste ik terug. Ik was het zat te horen wat een last ik was. Dat was ik niet. Ik was degene die het flatje leefbaar hield, die opruimde na haar drinkgelagen, de vaat deed, kleren waste, de badkamervloer dweilde. Ik was degene die de helft van de tijd eten voor ons kocht en voor ons kookte. Soms, als ze eraan dacht, bracht ze eten uit het restaurant mee, maar dat was meestal koud en vettig als ze ermee thuiskwam.
'Waarom heb ik je gekregen? Waarom heb ik je gekregen?' zei ze zacht en keek verbijsterd, alsof de vraag te moeilijk voor haar was. Haar gezicht vertrok van woede. 'Ik zal je zeggen waarom. Omdat je macho Cubaanse vader ons een thuis zou bezorgen. Hij wist zeker dat je een jongen zou worden. Hoe kon hij iets anders dan zonen krijgen? Nee, meneer Macho niet. En toen je dan geboren werd...'
'Wat toen?' vroeg ik snel. Haar zover te krijgen dat ze iets over mijn vader vertelde, of over hoe het in die tijd voor haar was, was net zo moeilijk als de regering diepe geheimen te ontfutselen.
'Hij nam de benen. Zodra hij je zag, vertrok hij zijn gezicht tot een lelijke grijns en zei: "Is het een meisje? Dan kan ze niet van mij zijn." En hij nam de benen. Ik heb nooit meer iets van hem gehoord,' zei ze zacht. Ze keek even peinzend en wendde zich toen weer tot mij. 'Laat dat een les over mannen voor je zijn.'
Wat voor les, vroeg ik me af. Hoe dacht ze dat het voelde, te horen dat mijn vader mijn aanblik niet kon verdragen, dat mijn geboorte alleen al hem had verdreven. Hoe dacht ze dat het voelde, bijna dagelijks te horen dat ze er nooit om had gevraagd me te krijgen? Soms noemde ze mij haar straf. Ik was Gods manier om haar te grazen te nemen, maar wat dacht ze dan voor zonde had begaan? Niet drinken of drugs gebruiken of een armoedig bestaan leiden - o nee. Haar zonde was dat ze een
man had vertrouwd. Had ze gelijk? Gedroegen alle mannen
zich zo? De meeste van mijn moeders vriendinnen waren hel in dat opzicht met haar eens, en veel van mijn vriendinnen, die uit gezinnen kwamen die niet beter waren dan het mijne, kregen van hun moeders gelijksoortige ideeën mee. Ik voelde me eenzamer dan ooit. Dat ik ouder werd, vrouw ging worden, er ouder uitzag dan ik was, maakte niet zozeer dal ik me onafhankelijker en sterker ging voelen, maar herinnerde me er eerder aan dat ik eigenlijk alleen mezelf had. Ik zat met een heleboel vragen, dingen die een meisje aan haar moeder zou willen vragen, maar die ik niet aan de mijne durfde vragen. Ik dacht trouwens dat ze meestal niet eens helder genoeg was om ze te beantwoorden.
'Heb je wat je nodig hebt?' vroeg ze, terwijl ze het lege bierflesje in de vuilnisbak liet vallen.
'Wat bedoel je?'
'Wat ik bedoel is iets om ter bescherming te dragen. Heeft die verpleegkundige op school je niet verteld wat je nodig hebt?'
'Ja, mama, ik heb wat ik nodig heb,' zei ik.
Dat had ik niet.
Wat ik nodig had, was om te beginnen een echte moeder en een echte vader, maar dat wat iets wat ik alleen op tv zou zien.
'Ik wil niet te horen krijgen dat je niet naar school gaat, Raven. Anders bel ik je oom Reuben,' waarschuwde ze. Ze dreigde dikwijls met haar broer. Ze wist dat ik hem niet mocht en liever niet in zijn gezelschap wilde verkeren. Ik geloof niet eens dat zijn eigen kinderen hem graag mochten en ik wist dat tante Clara bang voor hem was. Dat zag ik in haar ogen.
Mama ging terug naar haar slaapkamer en kroop weer in bed.
Ik ging bij het raam zitten en keek neer op straat. Ons flatje lag op de derde verdieping. Er was geen lift alleen een smalle trap die klonk of hij op instorten stond, zeker als er kleine kinderen afholden of als meneer Winecoup, de man die boven ons woon 
de, naar boven kwam. Hij woog wel honderdveertig kilo. Het plafond trilde als hij in zijn flat heen en weer liep.
Ik keek voorbij de straat, naar de bergen in de verte en vroeg me af wat daarachter lag. Ik droomde van weglopen naar een plek waar de zon altijd scheen, waar de huizen schoon waren en fris roken, waar ouders lachten en van hun kinderen hielden waar vaders en moeders zich om hun kinderen bekommerden'
Dat soort dingen gebeurt alleen in Disneyland, zei een inwendig stemmetje. Hou op met dromen.
Ik stond op en begon mijn eenzame dag, zocht iets te eten keek wat televisie, wachtte tot mama wakker zou worden, zodat we het over het avondeten konden hebben voor ze naar haar werk ging. Als ze voldoende was uitgerust en ontnuchterd, ging ze voor haar kapspiegel zitten en knapte ze haar haar en gezicht zo op dat anderen zich verbeeldden dat ze gezond en nog steeds aantrekkelijk was. Als ze haar make-up deed, zat ze te razen en te tieren over haar leven en wat ze had kunnen bereiken als ze niet voor de eerste de beste knappe vent was gevallen en zijn leugens had geloofd.
Dan probeerde ik haar dingen te vragen over haar eigen jeugd, maar ze vond het vreselijk vragen over haar familie te beantwoorden. Haar ouders hadden haar zo ongeveer verstoten en ze was uit huis gegaan toen ze achttien was, maar ze had geen van haar dromen verwezenlijkt. Het geweldigste en opwindendste wat haar was overkomen, was haar kortstondige poging om mannequin te worden. De bedrijfsleider van het een of andere warenhuis had haar in dienst genomen om op de damesafdeling kleding te showen. 'Maar toen wilde hij gunsten op seksueel gebied, dus ben ik vertrokken,' vertelde ze. En dan begon ze weer op mannen te schelden.
'Als je zo'n hekel aan mannen hebt,' vroeg ik, 'waarom ga je er dan bijna elke avond met een uit?'
'Doe niet zo bijdehand, Raven,' zei ze bits. Ze dacht even na en haalde dan haar schouders op. 'Ik mag toch wel een beetje
hebben, hè? Nou? Ik werk hard. Laten ze me maar mee uit nemen en geld aan me spenderen.'
'Wil je nooit eens een aardige man ontmoeten, mama?' vroeg ik. 'Wil je niet ooit hertrouwen?'
Ze staarde naar zichzelf in de spiegel. Haar ogen stonden even verdrietig en toen kreeg ze die boze blik weer in haar ogen
en viel tegen me uit.
'Néé! Ik wil geen man meer de baas over me laten spelen. En trouwens,' zei ze, bijna schreeuwend: 'Ik was niet getrouwd. Ik heb nooit een bruiloft gehad, zelfs niet voor de wet.' 'Maar ik dacht... mijn vader...'
'Hij was wel je vader, maar hij was niet mijn echtgenoot. We woonden alleen samen,' zei ze. Ze keek weg. 'Maar ik heet net als hij... Flores,' bracht ik uit. 'Dat was alleen maar vanwege mijn reputatie,' gaf ze toe. Ze draaide zich naar me om en glimlachte kil. 'Je kunt jezelf noemen hoe je wilt.'
Ik staarde haar aan, terwijl er een huivering door me heen ging. Had ik zelfs geen naam? Als ik in de spiegel keek, wie zag ik dan? Niemand, dacht ik. Ik zou net zo goed onzichtbaar kunnen zijn, besloot ik, en ging weer naar mijn stoel bij het raam, vanwaar ik naar de grijze wolken keek die naar de bergen dreven, naar de belofte van iets beters. Die belofte.
Die was alles wat ik had.