5. Een glimp van de hemel

Het huis van twee verdiepingen doemde voor ons op alsof het verloren was in de tijd. Er was een klein gazon, waarvan het gras dringend gemaaid en gewied moest worden. De verwilderde bomen naast het huis, en vooral drie grote treurwilgen, waren nooit gesnoeid. De onbelemmerd groeiende takken raakten hier en daar het dak. Ik dacht dat de bladeren overdag veel van het zonlicht zouden wegnemen, en als het waaide, zouden de bewoners zich waarschijnlijk verbeelden dat er reusachtige vingers boven hun hoofd krasten.
Het huis had een stenen fundering en de gestucte buitenmuren waren ruw en korrelig. Rechts was een arcade die toegang gaf tot een kleine patio en een tuin. Toen de koplampen van de auto erop schenen, zag ik iets wat op een kapotte fontein leek, in de vorm van een grote kom met een cherubijn die uit het midden omhoogrees.
De ramen hadden zwarte luiken, en sommige ramen op de benedenverdieping waren verlicht. Rechts van het huis was een veld vol hoog onkruid, dat zich uitstrekte tot aan een donker bebost gebied. Aan de linkerkant was een apart staande garage. De oude man reed om ons heen, wees met zijn vinger naar een plek waar hij wilde dat ik de auto zou parkeren en reed toen naar de oprit, die gebarsten was en vol kuilen zat. Hij stapte uit toen ik de motor afzette.
'Misschien kunnen we beter achteruitrijden en maken dat we wegkomen zolang we nog de kans hebben,' opperde Raven.
'Hij zou de politie kunnen waarschuwen en die zou na een paar minuten achter ons aan komen,' zei Crystal. 'Hij heeft ons en de auto gezien, en de politie zal inmiddels wel de beschrijving ervan hebben gekregen van Gordon.'
'Laten we afwachten wat hij wil,' zei ik.
'Blijf daar niet zitten. Stap uit, stap uit,' riep hij, terwijl hij handenwrijvend dichterbij kwam. 'Nana zit binnen naar muziek te luisteren en iets te breien voor Gerry's kinderen.'
'Wie is Gerry?' vroeg ik. Niemand verroerde zich.
'Mijn jongen. Hij is de enige die nog hier in de buurt woont. Helen is getrouwd en naar Akron verhuisd. Burt woont in Atlanta. Ik denk niet dat Burt ooit zal trouwen. Kom,' drong hij aan. 'Dan gaan we warme chocola drinken.'
Ik keek even naar Crystal. Ze knikte en we stapten uit.
'Kijk eens aan,' zei hij, met een blik op Butterfly. 'Wat een lief klein ding. Gerry heeft een dochtertje met net zulk goudblond haar als jij. Hoe heet je?'
'Janet,' zei Butterfly verlegen.
'Janet, Janet,' herhaalde hij, over zijn schedel krabbend alsof hij probeerde haar in zijn geheugen terug te roepen. Hij had kleine plukjes dun wit haar op zijn kale kruin en borstelige wenkbrauwen. Zijn gezicht was rond en joviaal. Het was te donker om veel meer van hem te kunnen zien, alleen dat hij een paar centimeter langer was dan Raven, die de langste was van ons vieren. Hij had lange armen met dikke onderarmen en grote handen. Hij liep gebogen, zijn schouders kwamen vlak bij zijn brede nek. Ondanks zijn leeftijd straalde hij nog iets van kracht uit, iets wat me deed denken aan een oude boomstronk, verbleekt, maar koppig en sterk.
'Kom mee,' drong hij aan, terwijl hij over een leistenen wandelpad liep. Een paar stenen kraakten en sommige staken om hoog door jaren van vorst en dooi.
In het midden van de voordeur was een klein multikleurig raampje. Hij draaide de knop om. De deur was niet op slot.
'Nana, we hebben gasten,' riep hij en deed een stap achteruit om ons binnen te laten terwijl hij de deur voor ons openhield. Toen we binnen kwamen rook ik de geuren van het diner van die avond. Het rook naar gebraden vlees en eigengebakken brood Het huis straalde de warmte uit van een oude deken, comfortabel, veelgebruikt, behaaglijk. De muren aan beide kanten van de kleine hal hingen vol met familiefoto's. Rechts stond een houten kapstok en links een oude smeedijzeren radiator. Er hing een gebreid lichtroze kleed over en daarop lagen een paar ongeopende brieven. We hoorden muziek in een van de kamers naast het halletje.
'Debussy,' fluisterde Crystal. Ze zei het zo snel, dat ik onwillekeurig dacht aan het spelletje Raad de Melodie. Crystal raadt die al na twee noten.
Raven deed de deur zachtjes achter ons dicht toen een magere, oude dame verscheen, met wit haar dat losjes over haar oren op haar achterhoofd was vastgestoken. Ze droeg een lichtblauwe katoenen jurk met een grote cameeën broche aan de hals. De zoom van haar jurk hing op haar enkels. Hij had driekwart mouwen en we zagen een glinsterende, met juwelen bezette armband om haar rechterpols en een duur uitziend horloge om de linker.
Ze had grote, lichtbruine ogen en bijna perfecte lippen, die zich plooiden tot een vriendelijke glimlach. Haar huid was opmerkelijk zacht en glad, met alleen wat diepe kraaienpootjes bij haar slapen en een paar levervlekken op haar voorhoofd en wangen. Geen lippenstift of make-up. Ik dacht niet dat ze dat nodig had. Ze moest heel mooi zijn geweest toen ze jonger was.
'Wie zijn dat, Norman?' vroeg ze op vriendelijke toon.
'Vier verdwaalde kuikens, Nana. Ik vond ze slapend in hun auto op onze oprijlaan.' 'O, hemel,' zei ze.
'Het was niet onze bedoeling om op privé-terrein te komen,' zei ik snel. 'We dachten dat het een ongebruikte weg was.' 'Hm, hij ziet er inderdaad uit of we hem nooit gebruiken. Ik heb het je gezegd, Norman. Je had Gerry naar Billy Powers moeten sturen om het in orde te maken.'
'Gerry zegt dat het een vermogen zal kosten, en je weet hoe hij over dit huis denkt,' zei de oude man. Zich tot ons richtend ging hij verder: 'Mijn zoon wil niet dat we hier blijven wonen. Hij zegt dat het teveel aan onderhoud kost - vooral voor kandidaten voor het bejaardenhuis als wij.'
'O, schei toch uit, Norman Stevens,' berispte Nana hem 'Dat heeft hij nooit gezegd.'
Norman keek glimlachend naar ons.
'Dat hoeft hij niet te zeggen. Ik weet wat hij denkt. Hij is mijn zoon. Ik kan het weten, niet? Goed,' ging hij verder, 'vertel Nana maar hoe jullie heten. Toe dan.'
Ze glimlachte naar ons en wachtte af, met haar handen op haar buik gevouwen. Ik wou dat ik Crystal had gevraagd of we onze echte namen moesten gebruiken, maar ik had er de tijd niet voor gehad.
'Ik ben Brooke,' zei ik, en we stelden ons allemaal voor. Toen Butterfly haar naam zei, werden Nana's ogen nog zachter en groter, en haar glimlach werd nog stralender.
'O, kijk toch eens. Wat een schatje. Stel je voor, slapen in een auto, terwijl ik al die slaapkamers ter beschikking heb,' zei ze, alsof ze ons haar leven lang gekend had.
'Ik denk dat ik voor ons allemaal maar eens wat warme chocolademelk ga maken,' zei Norman.
'Doe dat zonder mijn keuken vuil te maken, Norman,' zei ze met een plagende glinstering in haar ogen.
'Ze zit me altijd op mijn kop,' zei hij grinnikend. 'Al ongeveer zestig jaar lang.'
'Ga mee naar binnen,' zei Nana, terwijl ze ons voorging naar de zitkamer.
Volgestouwd, was het woord dat meteen bij me opkwam, maar niet vuil of rommelig. Elk tafelblad, elke plank, elke beschikbare ruimte stond vol met antiek, vazen, portretlijstjes of beeldjes. Veel koper en mooi hout, zachte, beklede stoelen en twee sofa's,
allemaal versleten, maar niet haveloos. Een paar vergeefse pogingen waren gedaan om armleuningen en tafels op te wrijven, Tegen de rechtermuur stond een boekenkast vol met wat eruitzag Als eerste uitgaven, in leer of linnen gebonden. Ik zag dat Crystal er als gehypnotiseerd naar keek. Haar ogen gleden over de ruggen van de boeken, namen de titels en auteurs in zich op, als een literator die zojuist een bijzondere ontdekking heeft gedaan.
'Zoek maar een plaatsje om te zitten,' drong Nana aan. 'Norman zal wel even tijd nodig hebben om een pot te vinden en om zes koppen chocola te maken. Zijn ogen zijn niet meer wat ze geweest zijn. Gerry wil niet dat hij nog rijdt, maar Norman is er de man niet naar om leeftijd of wat voor zwakte ook toe te geven. Dat heeft hij nooit gedaan.'
'Bent u werkelijk zestig jaar getrouwd?' vroeg Raven, die langzaam op een stoel ging zitten. Nana zat in de schommelstoel.
'Vijf november aanstaande tweeënzestig jaar,' zei ze trots. 'Ik herinner het me nog als de dag van gisteren. 'Ik zie hem nog naar het huis van mijn ouders in Denton komen, met zijn hoed in zijn hand. en onder zijn arm een doos bonbons voor mijn moeder en een fles bessenbrandewijn voor mijn vader. Voor mij had hij een bos gele rozen. Erg duur in die tijd. Ik kom u om de hand van uw dochter vragen," zei hij. Je kon zien dat hij die regel de hele weg gerepeteerd had. Papa keek peinzend, om de indruk te wekken dat het een heel nieuw idee voor hem was, terwijl iedereen die ons kende en wist hoe lang we al met elkaar uitgingen, het verwachtte.
'"Denk je dat je haar een goed leven kan bezorgen?" vroeg papa hem. "Ja, meneer," antwoordde Norman. "Het is een boerenbestaan, maar een goed en eerlijk leven.'" Ze lachte. 'Sinds die tijd hebben we hier gewoond.'
'U bedoelt dat u al die jaren in één huis, op één plaats hebt gewoond?' vroeg Raven.
'O, ja, lieverd. Norman zou voor geen goud ter wereld hier vandaan gaan. Hij is van plan hier dood te gaan, en ik ook, zo de goede God het wil. Daarom slaat Gerry volkomen de plank mis met al zijn gepraat over rusthuizen en zo. Hij zou net zo goed tegen de maan kunnen janken. En vertellen jullie nu eens iets over jezelf,' ging ze verder, van Crystal naar Butterfly en toen naar mij kijkend. 'Hoe komt het dat jullie in een auto sliepen? Waar komen jullie vandaan? Waar gaan jullie naartoe?'
Ik keek naar Crystal. Het werd tijd dat ze haar fantasie eens aan het werk zette en een goed verhaal voor ons verzon.
'We zijn goede vriendinnen die op een meisjesschool zijn aan de oostkust. Wij zijn altijd samen, omdat wij de arme leerlingen zijn, we hebben allemaal een studiebeurs. Ik heb de anderen voor een deel van de zomervakantie bij mij thuis uitgenodigd, en we waren op weg daarnaartoe. We wilden bezuinigen op de reis, dus kwamen we op het idee om in de auto te slapen en het geld voor een motel uit te sparen. We dachten dat het veilig zou zijn, en het leek ons leuk om buiten te kamperen.'
Ik stond versteld over de manier waarop Crystal een verhaal uit haar mouw kon schudden. Al die boeken die ze had gelezen hadden haar een wilde fantasie gegeven.
'Maar maken jullie ouders zich niet ongerust als jullie ze niet bellen om te laten weten waar jullie zijn?' vroeg Nana.
'O, dat hebben we gedaan, vlak voordat we stopten om te overnachten. Ze weten dat we het op ons gemak doen en dingen willen bezichtigen,' antwoordde Crystal.
Nana schudde haar hoofd en schommelde heen en weer.
'Die kinderen toch tegenwoordig. Toen ik zo oud was als jullie durfde ik nog geen vijftig kilometer in mijn eentje af te leggen, en jullie trekken het hele land door. Maar jullie moeten natuurlijk wel erg voorzichtig zijn,' waarschuwde ze.
'O, we zijn voorzichtig,' verzekerde Crystal haar. Nana keek naar Butterfly.
'Ik durf te wedden dat je niet veel ouder bent dan mijn kleindochter Lindsay. Hoe oud ben je, lieverd?'
'Bijna zeventien,' antwoordde Butterfly kalm. Haar stem kwam nauwelijks boven een gefluister uit. 'Heus waar? Ik dacht dat je een jaar of twaalf was. Je moeder zal jou en die mooie blonde krullen van je wel erg missen.' Butterfly kneep haar lippen op elkaar en keek snel naar
Crystal.
'Haar moeder is overleden,' zei Crystal. 'Ze woont bij haar vader en hij is veel op reis.'
'Oooo,' zei Nana medelevend. 'Het spijt me dat te horen.' 'Butterfly heeft veel talent. Op een dag wordt ze een beroemde danseres,' zei Raven. 'Butterfly?'
'Dat is haar bijnaam,' zei ik gauw.
'Je doet me inderdaad denken aan een mooie vlinder. Wat dans je?'
'Ballet,' zei Crystal. 'Ze kan daarop dansen,' ging ze verder, wijzend naar de muziek die gedraaid werd op de oude grammofoon.
'O, wat geweldig. Wat zou ik dat graag zien,' riep Nana uit, in haar handen klappend.
Crystal keek naar Butterfly, wier angstige blik was overgegaan in trots. Misschien was ze niet goed genoeg om te worden toegelaten op een grote balletschool, maar ze kon kon helemaal opgaan in haar dansen als ze eenmaal begon. 'Laat eens wat zien,' drong Crystal aan. 'Ja,' zei Raven. 'Dans eens voor haar.' Butterfly keek naar Nana, die verwachtingsvol glimlachte, en stond toen op. Ze ging in een positie staan en we keken allemaal naar haar, juist op het moment dat Norman met de chocolademelk verscheen.
'Hier is het,' riep hij.
'Wees stil en ga zitten,' beval Nana. 'We krijgen iets moois te zien.'
'Hoezo?' Hij keek naar Butterfly. 'O. Sorry.' Hij zette het blad neer en ging snel zitten.
Butterfly begon. Ze danste niet lang en deed niets bijzonders. We hadden haar die passen vaak zien oefenen, maar voor Nana en Norman was het of een prima ballerina in hun huis verzeild was geraakt. Nana klapte luid toen Butterfly stopte.
'Wel, wat zeg je me daarvan,' zei Norman. 'Heel goed. Treed je op in het theater?'
'Nee,' zei Butterfly met een vuurrood gezicht.
'Dat zou je moeten doen,' merkte hij op.
'Dat zal ze ook,' zei Raven.
'Raven is zangeres,' zei Butterfly, om de aandacht van zichzelf af te leiden.
'Heus?' zei Norman geïmponeerd.
'Ze zingt songs uit musicals. Zing dat lied eens uit The Phantom of the Opera, Raven,' drong Butterfly aan. 'Dat vind ik zo mooi.'
'Eh... goed dan,' zei ze aarzelend. Ze stond op en liep naar de open haard. Norman deelde zo stilletjes mogelijk de chocolademelk rond, terwijl Butterfly naast Nana ging zitten, die zich naar haar toe boog en glimlachend over haar haar streek.
Raven begon. Haar stem klonk melodieuzer dan ik ooit gehoord had. Iedereen was onder de indruk, zelfs wij.
Nana applaudisseerde weer luid en Norman schudde verbluft zijn hoofd.
'Gaan jullie naar een of andere kunstacademie?' vroeg Nana.
'De nadruk ligt op kunst, ja,' zei Crystal op dat docerende toontje van haar, dat ze zich zo gemakkelijk kon aanmeten.
'Crystal wordt arts,' zei Raven, die Crystal erbij wilde betrekken. 'Maar ze schrijft soms ook gedichten.'
'Echt waar? Laat eens iets horen,' zei Norma, terwijl hij zijn chocola dronk.
Crystal dacht even na, keek om zich heen en ging toen naast haar stoel staan.
'Ik heb dit lang geleden voor mijn eigen grootouders geschreven,' zei ze. Ik trok mijn wenkbrauwen zo hoog op, dat ze bijna van mijn gezicht leken te vliegen. Waar haalde ze dat zo gauw vandaan?
'Ik ken mijn verleden niet, behalve door u,' begon ze, haar ogen op het plafond gericht. 'Ik ken mijn naam niet, behalve door u. Als ik verbaasd ben over mijn stem, mijn gelaat, waarom ik lach en huil, zwijg ik en denk ik aan u, de wortels van mijn bestaan, mijn grootpa en grootma, die hun eigen liefde en dromen met me hebben gedeeld. Zelfs nu nog denk ik aan hen als ik denk aan mijzelf.'
Ze zweeg even, sloeg haar ogen neer en ging weer zitten.
'O, wat mooi, schat,' zei Nana. 'Norman?'
'Ik ben diep onder de indruk,' zei hij. 'En ik geloof dat ik het ook begreep,' ging hij verder, en we lachten allemaal.
'O, loop heen,' zei Nana en keek toen vol verwachting naar mij.
'Ik zing en dans niet en schrijf geen gedichten,' zei ik kalm.
'Brooke is onze topatlete - ze is goed genoeg om mee te doen aan de Olympische Spelen,' zei Butterfly.
'O ja?' zei Norman met een knikje naar mij. 'Ik ben vroeger zelf atleet geweest. Ik wilde nooit in huis opgesloten zitten - je kunt me niet uit de frisse buitenlucht houden. Niet dat je dat zou zeggen als je buiten om je heen kijkt,' ging hij met een triest lachje verder.
'Nou, het grasveld ziet er inderdaad uit of het wel eens gemaaid mag worden,' zei ik langzaam.
'Dat kan ik niet ontkennen. Ik was van plan het te doen.'
'Je moest je schamen, Norman Stevens,' berispte Nana hem vriendelijk.
'Het groeit me soms wel eens boven het hoofd,' bekende Norman glimlachend.
O, een tuin bijhouden is zwaar werk,' kwam Crystal tussen- beide. 'Wij kunnen het weten, want werken in de tuin was een van de corvees op school.'
'Misschien kunnen jullie Norman morgenochtend een beetje helpen in de tuin,' zei Nana na een ogenblik. Ze zette haar kop en schotel neer en knikte overtuigd.
'Morgenochtend?' Ik keek naar Crystal, die haar hoofd al begon te schudden.
'Ja, natuurlijk. Je dacht toch zeker niet dat ik jullie terug laat gaan om in een auto te slapen als ik twee voortreffelijke slaapkamers heb, elk met twee bedden? En er liggen schone lakens op. Daar zorg ik altijd voor, zodat alles in orde is als mijn familie op bezoek mocht komen.' Aan de sombere klank in haar stem was duidelijk te horen dat ze niet vaak kwamen.
'Dat is heel vriendelijk van u, maar...' begon Crystal.
Nana stond op en onderbrak haar.
'Morgenochtend maak ik een ouderwets landelijk ontbijt klaar. Dat heb ik nu al een tijd niet meer kunnen doen, omdat Norman en ik maar met z'n tweetjes zijn. Ik eet als een vogeltje en hij is tegenwoordig al blij met een kom havermout.'
'En pruimensap,' zei hij lachend.
'Laten we daar maar niet op ingaan. De meisjes zullen wel uitgeput zijn, nu ze wakker zijn gemaakt. Ik zal jullie je kamers wijzen. Ik duld geen tegenspraak,' besloot ze, toen Crystal haar wenkbrauwen optrok. 'Hierheen, lieverd,' zei ze tegen Butterfly, terwijl ze haar arm om haar heen sloeg. Het was verbluffend hoe zelfs vreemden reageerden op Butterfly's bijzondere behoefte aan liefde en acceptatie.
Butterfly keek haar met een stralende glimlach aan. Raven keek naar mij. Ik haalde mijn schouders op en gedrieën volgden we Nana en Butterfly de trap op.
In beide slaapkamers stonden bedden met donzige dekbedden en kussens. De muren waren behangen met lichtblauw behang en voor de ramen hingen donkerblauwe gordijnen. De bedden waren gescheiden door nachtkastjes waarop koperen lampen stonden met gerimpelde kappen. Aan de muren hingen olieverfschilderijen van lieflijke landelijke taferelen; op een ervan stonden een man en een vrouw naar een kudde koeien te kijken, op het andere kwamen twee meisjes met emmers terug van een vijver.
In elke kamer stonden twee ladekasten met ingelijste foto's erop. Nana legde uit welke foto's van haar kinderen en haar kleinkinderen waren. Ze vertelde dat zij ze heel erg miste en dat ze zo blij was als ze bij haar kwamen logeren.
'Geen gelukkiger huis dan een huis vol familie,' zei ze bedroefd.
We keken elkaar aan. Ze moest eens weten hoe wij daarnaar verlangden. Ik voelde me schuldig dat ik tegen haar loog, en zag dat Crystal zich er ook onbehaaglijk onder voelde.
'De badkamer is aan de andere kant,' legde ze uit. 'Heeft iemand iets nodig om in te slapen? Ik heb een paar mooie nachthemden voor jullie.'
'Ik zou wel wat kunnen gebruiken,' zei Raven, blij dat ze haar gekreukte kleren zou kunnen uittrekken.
'Ik ben oké,' zei ik. Ik was van plan in mijn T-shirt te slapen.
'Ik ook,' voegde Crystal eraan toe, en haalde een shirt uit haar rugzak, die ze mee naar binnen had genomen.
Butterfly had haar spulletjes in de auto laten liggen en zei tegen Nana dat ze graag wat wilde lenen.
'Ik heb precies het juiste nachthemd voor je, kindlief,' zei Nana. Ze liep naar een van de ladenkasten, trok een la open en liet een roze met blauw nachthemd zien, met een strik aan de kraag. 'Precies de goeie maat, denk ik.'
Butterfly pakte het aan en keek ernaar of het van goud was.
'Goed, beslissen jullie maar met wie je wilt slapen,' zei Nana.
'Net zoals op school,' zei Crystal.
'Heeft verder iemand nog iets nodig?' vroeg Nana. We schudden ontkennend ons hoofd. Ik was doodmoe, net als de anderen. 'Ik zal dat nachthemd voor je gaan halen, lieverd,' zei ze tegen Raven en liep de deur uit.
'Mooi is het hier, hè?' zei Butterfly, terwijl ze op een van de bedden ging zitten. 'Ik sliep in net zo'n kamer toen ik bij Celine en Sanford woonde.'
'Ik ben zo moe, dat ik op een bank in het park zou kunnen slapen,' kermde ik. 'Tot morgen.'
'Is dit echt oké?' vroeg Crystal zich hardop af.
Ik haalde mijn schouders op.
'Wat mij betreft wél,' zei ik. 'Stukken beter dan de voorbank van de auto.'
'Ik wou dat dit echt ons thuis was,' zei Butterfly, 'en dat ze onze echte grootouders waren.'
Iedereen zweeg, we waren het allemaal met haar eens.
Nana kwam terug met Ravens nachthemd.
'Het was van mij toen ik jonger was,' zei ze. 'Ik hoop dat het je bevalt.'
Ravens ogen straalden toen ze het zag en het voor zich hield.
'Dank u,' zei ze. Ze wreef met het fijne witte linnen over haar wang en liet haar vingers over de kleine geborduurde bloempjes langs de kraag glijden.
Toen ik Raven in het mooie antieke nachthemd zag, wilde ik dat ik er ook een te leen had gevraagd. Ik verbeeldde me dat ik me een prinses zou voelen in zo'n gewaad, maar ik had genoeg mooie dingen en schone schijn gehad. Ik wilde mezelf niet toestaan te hopen op wat ik nooit zou hebben, nooit zou zijn. Het was veel beter om tevreden te zijn met mijn leven zoals het was, dan kon ik tenminste niet worden teleurgesteld.
Zodra mijn hoofd het zachte, donzige kussen raakte en de zoete bloemengeur mijn neusgaten binnendrong, viel ik in slaap. Het was de beste nachtrust die ik in tijden gehad had, en blijkbaar, naar wat de anderen de volgende ochtend zeiden, ging dat voor iedereen op.
De geur van vers brood, koffie, eieren en bacon was beter dan elke wekker. Zodra de geur mijn neus binnendrong, gingen mijn ogen open, en Raven bleef niet lang achter. Na een paar seconden begon mijn maag te knorren.
Het was een prachtige ochtend. Buiten zongen de vogels. De zon scheen door de gordijnen naar binnen en verhelderde alle kleuren in de kamer. Wat een verschil om hier wakker te worden, dacht ik, en mooie dingen te zien, in plaats van in die trieste kamer die
we zo lang ons thuis hadden genoemd in Lakewood House. Toen ik mijn hoofd om de deur stak, zag ik tot mijn verbazing Butterfly en Crystal al naar beneden gaan. Raven kwam net uit de badkamer en te oordelen naar haar gezicht vond zij het al even heerlijk om in een mooi, veilig huis te vertoeven.
'Schiet op, slaapkop,' riep ze naar mij, toen ik naar de badkamer liep. 'Ik heb zo'n honger, dat ik jouw hele ontbijt erbij opeet als je niet gauw beneden komt.'
Ik grinnikte zachtjes. Het was fijn om de oude Raven weer terug te hebben.
Zodra ik aan tafel zat, kwam Norman hijgend en puffend door de achterdeur binnen.
'Verdraaid, Norman, wat is er met jou aan de hand?' vroeg Nana.
'O, die verrekte ouwe grasmaaier. Die speelt weer eens op.' Hij ging kreunend zitten.
'Hebt u het benzinepeil gecontroleerd?' vroeg ik.
'Hm, ik ben vergeten daarnaar te kijken,' gaf Norman toe en stond weer op.
Ik volgde hem naar buiten. Hij liep regelrecht naar de grasmaaier en schroefde de dop van de benzinetank eraf. Hij grinnikte verlegen. 'Wel heb ik van m'n leven,' zei hij, op zijn hoofd krabbend.
'Hebt u benzine hier?' vroeg ik, hopend dat hij zich niet al te gegeneerd voelde.
'In de schuur, geloof ik.'
'Ik zal het wel voor u halen,' zei ik, en liep naar de gereedschapsschuur.
Toen ik Norman de benzine had gebracht, ging ik weer naar binnen. Iedereen wachtte op me. Nana stond met een slim lachje bij het raam.
'Je hebt de ouwe Norman een handje geholpen, hè?' vroeg ze.
'Niet echt,' antwoordde ik snel. Ik wist niet hoeveel ze had gezien.
Na het ontbijt hielpen Raven, Crystal en Butterfly Nana met het afruimen van de tafel, en ik ging naar buiten om Norman te helpen met het bijeenharken van het gras nadat hij het gemaaid had. Ik was blij dat ik Raven, Crystal en Butterfly kort nadat we in de tuin aan de slag waren gegaan, naar buiten zag komen om ons te helpen. Er was echt een hoop te doen.
Om de beurt hielden we Nana gezelschap, die op de veranda zat te breien, en babbelden in de luwte van de warme middag. Ze ging vers vruchtensap voor ons halen en stelde voor dat we achter het huis aan hun picknicktafel zouden lunchen.
'Dat hebben we in jaren niet meer gedaan,' zei Norman. Ze leken het even leuk te vinden als wij.
Een paar keer tijdens de lunch verried Butterfly, en zelfs Raven, bijna de waarheid over ons. Zinspelingen op Lakewood House, op Gordon en Louise, lokten vragen uit van Nana. Crystal had overal een logische verklaring voor, maar we raakten wel een beetje gespannen.
'We moeten weer verder,' zei ik na de lunch.
'O, blijven jullie nog een nacht. Ik ben bezig een kalkoen te braden en ik wil mijn speciale aardappelpuree maken.'
'Ze is beroemd om haar aardappelpuree,' zei Norman. 'Geen taart, Nana?'
'Dat moest een verrassing worden, Norman.' Ze keek naar ons. 'Ik maak mijn eigen appeltaart, waarvoor ik al diverse complimentjes heb gekregen.'
'En prijzen op tentoonstellingen,' voegde Norman eraan toe.
'Ik hou van appeltaart,' zei Butterfly. Ze keek hoopvol naar mij en ik keek naar Crystal en Raven.
'Nog een dagje van de snelweg af is misschien niet zo gek,' zei Crystal. Raven knikte.
'Hoezo, van de snelweg af?' vroeg Nana.
'O, ik bedoelde, nog een dagje buiten de verkeersdrukte,' zei Crystal snel.
Nana's blik ging van Butterfly naar mij en toen naar Raven, voor ze met een zachte glimlach knikte. Hoe langer we hier bleven, dacht ik, hoe rafeliger ons verhaal wordt.
'Misschien kunnen we na het avondeten vertrekken,' zei ik.
'Geen sprake van. Ik zal tegen Norman zeggen dat hij de oprit moet blokkeren als je dat probeert,' zei ze. 'Je kunt beter overdag rijden. Jullie hebben je verblijf dubbel en dwars verdiend omdat je Norman hebt geholpen in de tuin en met het grasveld. Alles ziet er nu alweer bijna zo uit als toen Norman nog jong genoeg was om het geregeld bij te houden.'
'Oké, Nana,' gaf ik toe. 'We blijven.'
Butterfly straalde.
'Misschien wil Janet nog wat voor ons dansen en Raven iets zingen. Ik wed dat als we Crystal hier alleen laten, ze wel een mooi nieuw gedicht zal schrijven,' ging Nana verder. 'Je moet een paar boodschappen voor me doen bij de winkel op de hoek, Norman. Misschien wil Brooke met je mee om je te helpen.'
'Natuurlijk,' zei ik.
'Mooi,' zei Norman. Hij keek ons glimlachend aan. 'Ergens zijn een paar heel gelukkige grootouders,' zei hij.
Als we hadden gekund, zouden we er allemaal de waarheid hebben uitgeflapt, alleen al om te voorkomen dat de tranen in onze ogen sprongen.
Ik vond het prettig met Norman mee te rijden en naar hem te luisteren terwijl hij vertelde over de tijd op de boerderij, zijn familie en het opgroeien hier in de buurt, hoe hij Nana had leren kennen en verliefd op haar was geworden en hoeveel hij van zijn kleinkinderen hield. Hij wilde dat hij ze vaker kon zien, zowel ter wille van Nana als van hemzelf, zei hij, en ik vroeg me af waarom ze niet vaker kwamen. Uit Normans woorden maakte ik op dat zijn schoondochter niet graag op bezoek kwam in de ouwe hoeve, zoals hij het noemde.
Hij begon me uit te vragen over mijn eigen familie, en één of twee keer voelde ik me in een hoek gedreven. Ik was minder goed in het verzinnen van verhalen dan Crystal. Meestal was het beter haar te laten antwoorden. Ik weet dat ik mezelf een paar keer tegensprak en dingen zei die nergens op sloegen.
Ik kon alleen maar fantaseren hoe mijn familie eruit zou zien. Ik vertelde hem dat ik geen broers of zussen had en gebruikte mijn herinneringen aan Pamela als uitgangspunt.
'Ze lijkt veel op Gerry's vrouw,' mompelde hij.
Ik liep over de gangpaden van de kleine supermarkt en zocht de dingen die op Nana's lijstje stonden. Hij zei dat ik de tijd om boodschappen te doen halveerde, omdat ik alles gemakkelijker kon vinden.
'Ik zou je moeten adopteren,' zei hij schertsend toen we naar buiten gingen, en ik hield mijn adem in. Snel keek ik omlaag, zodat hij de uitdrukking op mijn gezicht niet zou zien. Ik kon nooit zo goed mijn gevoelens en gedachten verbergen als Crystal en vooral Raven. Raven zei altijd dat het een beetje leek of ik twee kleine tv-schermpjes had in plaats van ogen, omdat mijn gedachten er altijd even duidelijk op werden geprojecteerd als een uitzending op de tv.
Het diner was verrukkelijk. We konden ons niet herinneren dat we ooit zoiets lekkers gegeten hadden, zelfs niet toen we bij onze pleegouders woonden. Butterfly verklaarde dat het net Thanks- giving was, waar we allemaal om moesten lachen. Het was moeilijk ons gevoel van warmte te beschrijven, maar het was net of Norman en Nana echt onze grootouders waren, de familie die we nooit gekend hadden, en die we volkomen bij toeval ontmoet hadden. We hadden het gevoel of we ze ons leven lang gekend hadden. Ons lachen was spontaan, onze glimlachjes en bezorgdheid voor elkaar waren volkomen natuurlijk.
Na het eten danste Butterfly weer, alleen deed ze het deze keer langer en danste ze beter dan ooit tevoren. Raven zong twee liedjes. Ze zou een derde gezongen hebben als ze het haar hadden gevraagd. Crystal had een kort gedicht geschreven over de natuur, over de manier waaarop die ons omarmt en ons een bezielend en spiritueel gevoel geeft.
Ik hield mijn blik strak op Nana gericht. Ik voelde me erg tot haar aangetrokken. Ze was zo vriendelijk en op haar eigen manier ook zo mooi. Er hing een oprecht warme sfeer, die we het grootste deel van ons leven hadden gemist. Als ze naar Butterfly keek. Raven en Crystal hoorde, vulden haar ogen zich met vreugdetranen. Het maakte mijn eigen ogen vochtig.
Norman bedankte ons weer dat we hem in de tuin hadden geholpen.
'Ik zou jullie voor de hele zomer in dienst moeten nemen,' zei hij grinnikend.
'Ik wou dat je dat deed,' zei Nana. 'Ik zou het heerlijk vinden als jullie bleven.'
'Ik ook,' zei Butterfly. Haar verlangen naar een thuis en familie was zo groot, dat ze zich niet kon bedwingen.
'Maar we moeten naar mijn huis,' zei Crystal. Ze keek met een indringende blik naar Butterfly, die snel haar ogen neersloeg.
'Natuurlijk, lieverd. Jullie ouders zullen al bezorgd genoeg zijn, en ik weet zeker dat ze zich op jullie komst verheugen,' zei Nana. 'Kom, ik ben een beetje moe,' bekende ze. 'Jullie kunnen in de studeerkamer televisie kijken, als je wilt.' Ze stond op. 'We hebben al onze vaste programma's gemist.'
'O, dat spijt me,' zei Crystal.
'Nee, nee, dit was veel beter dan televisie, hè, Norman?'
'Duizend keer beter,' zei hij knikkend.
'Ik zal morgenochtend voor jullie ontbijt zorgen,' zei Nana, terwijl ze naar de deur liep. Ze zag er moe en plotseling heel oud uit.
Dat hoeft niet, Nana,' zei ik. 'We vertrekken heel vroeg.'
'We staan vroeg op,' verklaarde ze. 'Je gaat niet het huis uit zonder een goede bodem in je maag, begrepen?'
'Jawel, mevrouw,' zei ik snel, en ze lachte.
'Welterusten, meisjes. Slaap lekker.'
'Welterusten, Nana,' riepen we in koor.
Norman bleef nog even achter.
'Ik wil jullie bedanken voor je bezoek,' zei hij. 'Het was een genot. Echt waar.' Kreunend stond hij op. Hij betastte zijn onderrug en keek hoofdschuddend en glimlachend naar mij. 'Jullie hebben me harder laten werken dan ik in maanden gedaan heb. Misschien is het wel gevaarlijk jullie om me heen te hebben,' ging hij lachend verder. 'Welterusten, kinderen.'
'Welterusten,' zeiden we.
We hoorden hen de trap opgaan en bleven toen even zwijgend zitten. Crystal was de eerste die iets zei.
'Misschien kunnen we beter nu meteen weggaan, Brooke,' zei ze.
'Nee,' kermde Butterfly.
'Het is beter om 's nachts te reizen en het zal moeilijk zijn om afscheid te nemen, Butterfly,' merkte ze op.
'Dat kan me niet schelen. Het is onaardig om stieken weg te sluipen,' hield Butterfly vol. Ze keek hulpzoekend naar mij.
'Crystal heeft gelijk wat het rijden betreft, maar Butterfly heeft gelijk over wat aardig is en onaardig,' zei ik.
'Ik beoordeel alleen de situatie en geef je mijn mening,' antwoordde Crystal.
'Raven?' vroeg Butterfly, in de hoop dat Raven de doorslag zou geven.
'Ik voel er niets voor de hele nacht in die auto te rijden terwijl er boven een zacht bed op me wacht,' besliste Raven. 'En ik wil ook even televisie kijken, MTV bijvoorbeeld, om te zien wat er in de muziekwereld gebeurt. Wat kan het voor kwaad om nog één nacht te blijven?'
Niemand gaf antwoord, omdat niemand kon voorzien wat voor kwaad het daglicht zou brengen.
We keken televisie; Raven was de laatste die hem uitzette en naar bed ging. Ik lag te woelen en werd telkens wakker, omdat ik me schuldig voelde dat we met zoveel leugens hun gastvrijheid hadden geaccepteerd. Eindelijk, toen Raven in bed was gestapt, strekte ik me uit en viel in slaap.
We werden wakker bij het horen van een norse stem beneden. Raven keek naar mij en ik ging overeind zitten. Crystal kwam naar onze kamer en deed zachtjes de deur open.
'Kleed je gauw aan,' zei ze. 'Ik ben naar de trap geslopen en heb staan luisteren. Het is hun zoon Gerry, en hij is woedend op ze omdat ze ons, vier vreemden, in huis hebben genomen. Hij staat te tieren dat dit bewijst dat ze toezicht nodig hebben en hier niet meer in hun eentje kunnen blijven wonen. Nana huilde. Ik heb haar gehoord.'
'Die engerd,' zei ik. Hij klonk precies als Gordon, dacht ik.
'Kleed je aan. Butterfly is al klaar. We zullen zo snel mogelijk maken dat we wegkomen.'
'Oké.'
Raven en ik waren in een ommezien uit bed. We trokken haastig onze kleren aan en wasten onze gezichten. Een paar minuten later liepen we gevieren de trap af.
Nana's en Normans zoon Gerry was een grote, zwaargebouwde man, waarschijnlijk één meter negentig lang en woog zo'n honderd kilo. Hij leek meer op Norman, maar had Nana's ogen. Zijn lichtbruine haar was kortgeknipt, waardoor zijn oren groter leken. Hij droeg een donkerbruin sportjasje, een wit hemd dat aan de hals openstond en een lange broek. Toen we in de keuken kwaden, stond hij met over elkaar geslagen armen tegen het aanrecht geleund. Norman zat met gebogen hoofd aan tafel. Nana was bezig bij het fornuis, maar keek ongerust.
Wie zijn jullie?' vroeg Gerry, voor we goedemorgen konden wensen of aan hem waren voorgesteld.
We zijn op weg naar mijn huis,' zei Crystal. 'Ik ben Crystal. Dit is Brooke. Dit is...'
'Ik bedoel niet jullie namen,' zei hij. 'Waarom sliepen jullie op onze oprit?'
'Dat heb ik je verteld,' zei Nana. 'Ga zitten, meisjes. Alles is klaar.'
'Misschien kunnen we beter weggaan,' zei ik. 'Misschien wel, ja,' verklaarde Gerry met een wantrouwende en kwade blik in zijn ogen, en van de een naar de ander kijkend.
'Jullie moeten iets in je maag hebben,' jammerde Nana. Ze leek op het punt in tranen uit te barsten. Laat ze wat eten, Gerry. Alsjeblieft.'
'Dit is geen hotel,' zei hij, maar hij wendde zijn blik af.
'Ga aan tafel zitten, meisjes,' zei Nana. Norman keek glimlachend op.
'Kom dan,' drong hij aan.
Butterfly was de eerste die ging zitten. Raven volgde, met haar ogen op Gerry gericht, en ten slotte namen Crystal en ik plaats. Nana zette roereieren voor ons neer.
'Ik wil niet dat mijn moeder voor dienstmeid speelt,' zei Gerry.
'Ik ben niemands dienstmeid, Gerry. De meisjes hebben ons goed geholpen. Heeft pa je niet verteld dat het hele grasveld gemaaid en geharkt is?'
'Hm,' bromde Gerry. Hij keek naar ons terwijl we aten. We voelden ons erg onbehaaglijk en aten met neergeslagen ogen, terwijl we probeerden vriendelijk te zijn, en Norman en Nana op hun gemak te stellen.
'Wacht eens even,' zei Gerry plotseling, 'waar zijn je armband en je horloge, ma?'
'Wat?' Nana keek naar haar polsen. 'O, ik denk dat ik ze boven heb laten liggen.'
'Waar boven?' vroeg hij, met een blik op ons.
'Op de ladekast, waar ik ze altijd neerleg, Gerry. Ik wou echt...'
Hij aarzelde geen seconde. Hij liep snel de keuken uit naar de trap.
'Let maar niet op hem,' zei Nana. 'Hij is altijd wantrouwend jegens vreemden, altijd geweest, zelfs als kleine jongen al, he, Norman?' 'Ja.'
'En hij maakte zich voortdurend bezorgd over ons,' ging ze met een geforceerde glimlach verder.
'Dat zou ik ook doen,' bekende ik.
We aten sneller door, ondanks de pogingen van Norman en Nana om ons weer op ons gemak te stellen. Een paar ogenblikken later hoorden we Gerry's zware voetstappen weer op de trap en zagen hem met een wrang lachje in de deuropening verschijnen.
'Niets te vinden, ma. Ik heb je sieradenkistje ook gecontroleerd.'
'Echt niet?' Ze keek verbaasd. 'Ik weet zeker dat ik ze daar heb neergelegd.'
Hij nam ons onderzoekend op.
'Niemand gaat het huis uit voordat het horloge en de armband gevonden zijn,' zei hij.
'Wij hebben niets weggenomen,' riep ik uit.
'Natuurlijk niet,' zei Crystal. 'Waarom beschuldigt u ons?'
'Gerry, alsjeblieft, die meisjes...'
'U weet niets van ze. Er zijn tegenwoordig altijd meisjes op drift, ze lopen weg van huis, komen uit de gevangenis, gaan de hoer spelen.'
'We zijn geen hoeren!' zei Crystal woedend.
'Je ziet er niet bepaald uit als Mary Poppins.' Zijn gezicht stond weer streng. 'Ik wil die sieraden.'
'Wij hebben die niet weggenomen,' hield ik vol. 'We stelen niet.'
Hij knikte. 'Natuurlijk niet.'
'Wacht even,' zei Norman. 'Ik meen me te herinneren dat je ze gisteravond hebt afgedaan voor je begon te koken, Nana.'
'Ja,' zei ze. Haar blik verscherpte. 'Ja.' Ze draaide zich om en liep naar een la in de kast bij het aanrecht en haalde het horloge en de armband te voorschijn. 'Hier zijn ze. Ik was het vergeten,' zei ze.
Iedereen zweeg.
'Het lijkt me dat een excuus op zijn plaats is,' zei Crystal met haar ogen strak op Gerry gericht.
'Ik vind dat mijn ouders al genoeg voor jullie hebben gedaan.'
'Ik had het niet over hen,' zei Crystal.
'Je moet je excuseren, Gerry,' zei Nana.
'Het bevalt me niks,' zei hij. 'Ik ga naar mijn werk, pa. Ik spreek je later nog wel.' Hij keek woedend naar ons. 'Ik verwacht dat jullie weg zijn als ik terugkom.'
'Dat zijn we zeker,' zei ik nijdig.
Hij draaide zich om en liep het huis uit. Zodra de deur dicht was, verontschuldigde Nana zich weer voor hem.
'We moeten gaan,' ze Crystal. 'Het is niet erg. Ik ben blij dat u alles gevonden hebt.'
'Ik vergeet de dingen zo gemakkelijk tegenwoordig,' zei Nana somber.
'Moeten we niet even helpen met afwassen?' vroeg Butterfly.
'Nee, dat hoeft niet,' zei Nana. 'Zoveel heb ik niet te doen.'
Ze volgde ons naar buiten, zich weer verontschuldigend voor Gerry.
'Misschien kunnen jullie op de terugweg nog een keer langskomen,' zei Norman.
Ik glimlachte.
Nana omhelsde Raven en Crystal en knuffelde Butterfly extra lang, voor ze mij omhelsde. Ik stapte in de auto en startte de motor. De anderen stapten ook in en ik keerde en reed terug naar het begin van de oprit. Nana en Norman stonden ons naast elkaar na te kijken en zwaaiden; ze leken erg klein en tenger.
'Ik wou dat we hadden kunnen blijven,' zei Butterfly bedroefd.
Niemand zei iets.
'Ik hoop alleen maar dat die zoon van ze ons niet aangeeft bij de politie,' merkte Crystal op.
Die onrust bleef ons bijna twee uur lang bij voor we ons weer wat meer op ons gemak begonnen te voelen.
Het was een mooie onderbreking geweest, dacht ik, maar toen ik naar de anderen keek en de droefheid op hun gezicht zag, was ik daar minder zeker van. Misschien was het beter geweest als we Nana en Norman nooit ontmoet hadden.
Onze tijd met hen leek te bevestigen wat we altijd gevreesd hadden: we zouden nooit de kans hebben om bemind te worden, deel uit te maken van een familie. Het feit dat we wezen waren had ons definitief gebrandmerkt.
'Ik zou maar doen wat hij zegt,' fluisterde ze. 'We kunnen moeilijk een kleine oude man van de sokken rijden.'
Ik startte de motor en reed langzaam door. Hij stapte in zijn auto en kwam vlak achter me aan.
Er zat niets anders op dan verder te rijden.