Epiloog

'Het is beter voor je,' zei Peter.
De staande klok leek veel luider te gaan tikken.
Peter zat met ineengeslagen handen tegenover me in de zitkamer. Hij zag er heel moe uit, zijn gebruinde teint was verbleekt en zijn haar zat in de war. Hij droeg geen das. Zijn kraag stond open en zijn bruine sportjasje was niet dichtgeknoopt. Ik had bijna nog meer medelijden met hem dan met mezelf. Ik wist hoe moeilijk hij het had met Pamela. Een parade van artsen en gezondheidsmensen was door het huis gemarcheerd, de trap op naar haar kamer, om haar massages, huid- en haarbehandelingen en dieetadviezen te geven. En een meditatiespecialist had uren met haar doorgebracht. Ze beweerde dat ik haar in enkele minuten jaren had verouderd, en dat het maanden in beslag zou nemen om dat te herstellen. Ze beweerde zelfs dat ik haar een hartkwaal had bezorgd.
Ik had na die scène nog geen woord tegen haar gezegd en zij niet tegen mij.
'Niemand wil je dwingen ergens te leven waar je je niet op je gemak voelt,' ging Peter verder. 'Of naar een school te gaan waar je je ongelukkig voelt.'
Ik keek hem aan, en hij moest zijn blik afwenden.
Mensen die zichzelf voorliegen vinden het moeilijk om andere mensen recht in de ogen te kijken. Ze zijn bang dat hu ogen het zelfbedrog zullen verraden.
Na mijn hysterische bui wilde Peter mij ook meenemen naar een dokter. Ik weigerde. Ik voelde me eigenlijk heel goed, ster
ker zeIfs. Het was of ik een zware last van me had afgeworpen. Ik had geprobeerd me in een vorm te wringen die domweg niet paste. Wat ik op dit moment wilde was dat ik mijn oude kleren terug had. Ik droeg nog steeds mijn oude lint om mijn hoofd. Ik wilde het niet afdoen.
Peter leunde peinzend achterover. De klok tikte.
Sacket verscheen in de deuropening. 'De auto voor miss Brooke is er, meneer Thompson. Zal ik de koffer vast inladen?'
'Ja, graag, Sacket,' zei Peter.
Ik had hem gezegd, dat ik mijn nieuwe spullen niet wilde, maar Peter stond erop dat ik ze mee zou nemen. 'Wat je er later mee doet moet je zelf weten, Brooke, maar ze zijn van jou.'
Ik weigerde hardnekkig ook maar één lippenstift mee te nemen. Zoals ik me nu voelde, dacht ik niet dat ik ooit nog enige make-up zou gebruiken.
'Denk je dat je tegen de reis kunt?' vroeg Peter.
Ik moest bijna lachen. Ik wendde mijn blik af en stond op. Hij had een limousine gehuurd om me naar het pleeghuis te brengen. Ik wist alleen dat het een groepspleeghuis was dat geleid werd door een echtpaar dat het vroeger als toeristenpension had beheerd. Er schenen al minstens twaalf kinderen van diverse leeftijden te zijn. Men had Peter verteld, en hij probeerde mij ervan te overtuigen, dat het slechts een tijdelijke oplossing was. Er werden andere, individuelere pleeghuizen gezocht, en ik zou binnenkort andere pleegouders krijgen, misschien zelfs adoptiefouders.
Onwillekeurig dacht ik aan mijn moeder, en droomde dat zij buiten op me stond te wachten. Ze had over mijn situatie ge- °ord, en ze was van de plaats waar ze nu woonde gekomen om mij te halen. En nu wachtte ze buiten in de auto, en straks
zou ik haar voor het eerst in mijn leven zien. Het was een heerlijke fantasie, die me hielp om vastberaden en zelfverzekerd te lopen. Pamela zou trots op me zijn geweest
als ze het had gezien, dacht ik. Ik moest even glimlachen bij die gedachte, wat Peter in de war bracht, die met een merkwaardig vaag glimlachje naar me keek.
ik heb wat geld voor je geregeld,' zei hij bij de deur. 'Ik heb het op een rekening bij de bank gestort.'
Ik had bijna gezegd: ik heb het verdiend,' maar ik hield mijn mond en liep naar buiten. Het was een grauwe, bewolkte dag en er stond een flinke wind, die de overgebleven haren van mijn voorhoofd blies. Het was Peters idee geweest om een baseballpet voor me te kopen. Ik zette hem op.
Hij had niet bezuinigd op de limousine, dacht ik. Het was een lange, glanzend zwarte auto met een geüniformeerde chauffeur.
'Je bent een uitzonderlijke jongedame, Brooke,' zei Peter. 'Laat je door niemand van iets anders overtuigen. Wat je je ook voorneemt om te doen, ik weet zeker dat je erin zult slagen. Misschien word je nog eens advocaat en kom je op mijn kantoor werken.'
ik denk het niet,' zei ik.
Het wiste de glimlach van zijn gezicht. Hij zag er zo bedroefd uit, dat het leek of hij zou gaan huilen, ik wilde iets beters voor je,' zei hij. ik hoop dat je dat gelooft.'
Ik knikte. Toen keek ik naar de trap. Pamela zou niet eens weten dat ik weg was, dacht ik. Wat deed het ertoe? We waren nooit echt moeder en dochter geworden, niet zoals ik had gedroomd.
Peter boog zich naar voren en gaf me een zoen op mijn voorhoofd. 'Dag, Brooke,' zei hij. ik wens je geluk en succes.'
'Dank je,' mompelde ik, en liep naar de auto. Toen ik achteromkeek stond Peter nog in de deuropening. De wind speelde door zijn haar. Hij hief zijn hand op, en toen, alsof hij geroepen werd, draaide hij zich snel om en liep naar binnen.
We reden weg. De chauffeur probeerde een gesprek aan te knopen, maar ik gaf op geen enkele vraag antwoord, en na een tijdje reden we zwijgend verder. Nog geen twee uur later stopte we voor het groepspleeghuis, dat Lakewood House heette.
Het was een heel groot huis van twee verdiepingen, steen, met grijs hout bekleed, en een veranda die om het hele huis heen liep. Ik realiseerde me dat het er heel stil was, waarschijnlijk omdat alle kinderen op school waren. De chauffeur begon mijn koffers uit te laden toen een lange man met donker, over zijn voorhoofd vallend haar, de hoek om kwam. Hij had een pikhouweel over zijn schouders geslagen en had zijn hemd uitgetrokken. Zijn schouders waren breed en gespierd, evenals zijn lange armen. Zijn handen leken op bankschroeven. De vingers hielden het werktuig gemakkelijk vast toen hij bleef staan om het op de grond te gooien.
'Louise!' schreeuwde hij. Hij staarde me aan. 'Louise!' schreeuwde hij weer, en sloeg met de platte kant van het pikhouweel tegen de zijkant van het huis. Ik stelde me voor dat het hele gebouw trilde, met alles erin.
Plotseling ging de voordeur open, en een lange brunette met schouderlang haar kwam haastig naar buiten. Ze leek een jaar of vijftig, met rimpeltjes bij haar ogen en op haar bovenlip, rimpels die Pamela de hartkwaal zouden hebben bezorgd, die ze beweerde dat ik haar bijna had gegeven. Maar Louise had jonge, levendige, vriendelijke blauwe ogen.
'Weet je zeker dat ze genoeg bij zich heeft?' vroeg de man, knikkend naar mijn stapel koffers en tassen.
We vinden voor alles wel een plaatsje,' zei Louise.
Niet in de kamer die zij heeft,' verbeterde hij haar.
Het komt best voor elkaar. Hallo, lieverd. Ik heet Louise. En dit is mijn man, Gordon. Hij zorgt voor het huis en de tuin. Was het een lange rit?'
'Nee,' zei ik.
'In zo'n auto zou ze het toch niet voelen,' zei Gordon, die dichterbij kwam. Hij stond naar me te staren, terwijl hij zijn
handen aan zijn broek afveegde.
'Je boft. Je hebt een eigen kamer. Je hoeft hem op het ogenblik niet te delen, maar Gordon heeft gelijk. Er is niet 
genoeg kastruimte voor dit alles,' zei Louise, kijkend naar de bagage.
De chauffeur sloeg de kofferbak dicht.
'Wat krijg je nou voor zo'n ritje?' vroeg Gordon hem.
'Honderdvijftig,' antwoordde de chauffeur kalm.
'Misschien kan ik beter in de limo-business gaan,' mompelde Gordon.
'Ga je gang,' zei de chauffeur, en stapte in de auto. We namen geen afscheid, want we hadden elkaar ook niet echt begroet. Ik wist niet eens hoe hij heette, en ik betwijfelde of hij mijn naam kende.
'Wie moet dat allemaal naar binnen dragen?' vroeg Gordon.
'Dat kan ik zelf wel,' zei ik. 'Maakt u zich geen zorgen over de ruimte. Er is een hoop bij dat ik niet nodig heb.'
Hij staarde me scherp aan en begon toen te lachen. 'Onafhankelijk, hè?'
'Laten we haar eerst installeren, Gordon. Daarna kunnen we elkaar beter leren kennen.'
'Ik brand van verlangen,' zei Gordon, en beende weg naar de garage.
'Gordon is er niet aan gewend kinderen in huis te hebben,' legde Louise uit. 'Dit was een uitstekend pension voor toeristen. Maar dat was voordat de klad kwam in de toeristenbusi- ness.' Ze vertelde haar eigen geschiedenis en die van het gebouw, terwijl we vast een paar koffers binnenbrachten en ik me installeerde in mijn kamer. Toen liet ze me het huis zien: waar de eetkamer was, de recreatieruimte, de keuken, en me uitlegde wat er allemaal gebeurde in de hoogtijdagen van het toerisme. Aan de muren hingen foto's van gasten en personeel. Ik vond het interessant en had bijna het gevoel dat ik in een
hotel terecht
was gekomen.
Maar dat gevoel zou niet lang duren.
'Morgen zal ik de school voor je regelen,' zei Louise. 'Misschien wil je nu wat gaan rusten en wachten tot de anderen thuiskomen? Je zult een hoop vriendinnen krijgen hier,' voorspelde ze.
Ik zei niets. De bewolking begon te breken zodat er hier en stukjes blauw te zien kwamen. De wind was nog steeds krachtig, maar warm. Ik maakte een wandeling in de tuin en ging op de top van een kleine heuvel zitten en staarde naar het meer. Daar waren mooie vogels om te observeren. Ik was zo in dachten verdiept, dat ik de schoolbus en de stemmen van de kinderen bijna niet hoorde. Ik glimlachte toen ik ze zag. Het huis leek tot leven te komen toen ze naar binnen gingen, alsof het een liefhebbende moeder was die haar armen opende.
Het duurde niet lang of een paar nieuwsgierige kinderen kwamen me zoeken. Louise het hun waarschijnlijk verteld. Een klein meisje met prachtig goudblond haar en het gezicht van een pop liep achter een ouder, langer meisje met een bril, die een lesboek en een schrift droeg. Op een halve meter afstand van me bleven ze staan.
'Louise zei dat je net was aangekomen,' begon het meisje met de bril. ik ben Crystal. Dit is Janet Taylor. Je kunt ons beschouwen als je welkomstcomité,' voegde ze er op droge toon aan toe. Ik lachte.
Ze kwamen dichterbij. 'Mijn naam is Brooke,' zei ik.
'Dit is mijn lievelingsplekje,' zei Crystal. 'Als het goed weer is, begin ik hier altijd met mijn huiswerk.'
Ik knikte en keek naar Janet, die erg verlegen leek. Nu en dan nam ze me heimelijk op. Ik glimlachte naar haar, en ze glimlachte langzaam terug. Toen gingen ze zitten, en gedrieën staarden we naar het meer. De zon kwam nu te voorschijn, en de stralen voelden weldadig aan op mijn gezicht. De zon wiste alle valse gezichten uit die ik had gedragen. Crystal en Janet staarden naar me, maar bleven zwijgen. Ik dat ze het systeem hadden meegemaakt. We waren als soldaten die in identieke oorlogen hadden gevochten, en wisten dat we ons niet hoefden te haasten om elkaar te leren kennen. We zouden nog tijd genoeg hebben, want alle beloftes van nieuwe huizen die ons waren gedaan zouden in de komende dagen vervagen.
Het kon me niet schelen. Ik kon daar nu niet aan denken. Ik keek over het meer heen.
Ik kon alle stemmen, het gejuich, het geschreeuw horen. Ik stond op de plaat, keek naar de pitcher en toen naar coach Grossbard. Ze sloot haar ogen of ze bad en opende ze toen weer en glimlachte. Ik haalde diep adem en zette me schrap.
Bijna zodra ik de bal had geraakt, wist ik dat het een homerun zou worden. De bal voerde mijn hoop mee, terwijl hij hoger en hoger steeg. Het kon me niet schelen of ik al het andere vergat, al mijn recente herinneringen kwijtraakte, zolang ik mijn ogen maar kon sluiten en dit moment opnieuw beleven.
Zolang ik maar langs alle honks naar de thuisplaat kon hollen.