10. Alleen thuis

Alleen thuis te moeten blijven, als alle anderen in het weekend uit zijn en leuke dingen doen, was helemaal zo erg nog niet. Ik had er nog meer van genoten als William, die mijn gezelschap meer leek te waarderen dan dat van iemand anders in huis, ook thuis had kunnen blijven. Maar tante Clara nam hem die zaterdagmiddag mee naar het winkelcentrum om nieuwe kleren en een paar sportschoenen te kopen. Jennifer ging met haar vriendinnen naar een middagvoorstelling. Voor ze vertrok, kwam ze zich verkneukelen bij het naaikamertje, waar ik kleren stond te strijken.
'We gaan gezellig samen pizza eten en dan gaan we naar de film. Ik zit naast Brad,' schepte ze op, 'dus wat je ook denkt, hij is echt in me geïnteresseerd.'
'Ben ik even blij voor je,' zei ik droogjes.
'Als je niet zo onaardig tegen me was, kreeg ik de kinderen misschien wel zover dat ze jou ook aardig gaan vinden,' bood ze aan.
'Ik? Onaardig tegen jou?' Ik glimlachte. 'Geloof je dat zelf, of denk je dat ik zo stom ben?'
'Ik denk dat je zo stom bent,' zei ze, terwijl ze haar dikke onderlip naar binnen zoog.
'Weet je,' zei ik, terwijl ik me naar haar omdraaide, 'toen ik hier kwam had ik medelijden met mezelf en was ik zelfs jaloers °P je. Je hebt ouders, je woont in een mooi huis, je hebt een heel aardig broertje. Je leek alles te hebben wat ik ooit had gewild, maar toen leerde ik je beter kennen en nu ik zie wat hier echt aan de hand is, weet je wat?'
'Wat?'
'Nu heb ik meer medelijden met jou dan met mezelf,' zei ik en ging door met strijken.
'Ik heb geen idee waar je het over hebt. Je bent gek, net als Clarence. Ik weet niet waarom ik zelfs maar probeer vriendschap met je te sluiten,' bitste ze.
'Vriendschap sluiten met jou is net zoiets als vriendschap sluiten met een zwarte gifspin,' kaatste ik terug.
Ze draaide zich op haar hielen om en beende de voordeur uit die ze zo hard dichtsloeg dat het hele huis trilde en de ruiten rinkelden. Ik glimlachte inwendig, zette de radio aan en begon van mijn eenzaamheid te genieten. Oom Reuben was al weg om met zijn team te gaan bowlen. Ik kreeg niet vaak de kans om alleen te zijn en niet het gevoel te hebben dat ik in de gaten werd gehouden of veroordeeld.
Ik moest onder ogen zien dat mijn moeder me nooit zou komen halen of me zou meenemen om bij haar te wonen. Als ze werd gepakt, zouden ze haar ditmaal in een echte gevangenis stoppen, en zelfs als ze zich goed gedroeg en werd vrijgelaten, zou ze waarschijnlijk weer in een afkickcentrum terechtkomen. Daarna kreeg ze misschien nog geen toestemming om mij bij haar te laten wonen en wie weet of ze de verantwoordelijkheid nog wel wilde?
Misschien moest ik maar ophouden me tegen de werkelijkheid te verzetten, dacht ik. Ik deed er alleen mezelf pijn mee. Ik was net iemand die met pianosnaar was vastgebonden en zat te worstelen en te draaien om vrij te komen en daarmee zichzelf verwondde. Ik moest leren negeren, de andere kant uit kijken, net doen alsof, mijn eigen wereldje scheppen. Misschien was het nog niet zo verkeerd dat tante Clara zich zo gedroeg. Zij had tenminste enige vrede in haar leven door doelbewust haar ogen te sluiten voor de onaangenaamheden in haar gezin. Zij kon doorgaan, elke morgen met nieuwe hoop begroeten.
Ik was eigenlijk net iemand die door een sterke stroming werd meegevoerd. Ik kon worstelen wat ik wilde, me wanhopig tegen het water verzetten en alleen mijn krachten verspillen, of ik kon me door het water laten meevoeren en net iets sneller dan de stroom proberen te zwemmen. Misschien, als ik het noodlot een paar tellen voor bleef, zou ik het gevoel hebben dat het ergens toe diende, dat ik zin had en iemand was, zou ik mezelf als echt kunnen beschouwen, als iemand met een naam, met enige beheersing over wat er met me ging gebeuren. De stroom kon niet altijd maar doorgaan. Hij zou me ergens heen brengen, me ergens aan land zetten, en als ik het uithield en sterk bleef, zou ik op mijn eigen twee benen kunnen staan en dan, eindelijk, een nieuw leven kunnen beginnen.
Dat was de enige hoop die ik had, de enige keus die me restte. Toen ik dat besefte, was het of er een gewicht van me af viel. Ik begon me zelfs goed te voelen en deinde mee met de muziek terwijl ik werkte. Ik zong mee met de zangers. Ik ging naar de keuken, schonk mezelf een glas prik in en ging terug naar mijn kamer om het strijkwerk af te maken. Daarna dacht ik erover een douche te nemen en de rest van de dag te lezen om mijn achterstand bij Engels weg te werken.
Het werd een van de prettigste dagen sinds ik bij mijn oom en tante was komen wonen. Ik lachte bij mezelf toen ik besefte dat hij zo prettig was omdat er niemand anders thuis was. Ik waste mijn haar onder de douche en ging toen voor het spiegeltje in mijn kamer zitten en droogde mijn haar, eerst met een handdoek en daarna met de föhn van tante Clara. Mijn haar was waarlijk mijn grootste trots, lang en dik. Mijn moeder keek altijd met iets van afgunst naar mijn haar. Dan jammerde ze over haar eigen dunne, gespleten pieken en ging met haar handen door mijn haar en hield het tegen het hare alsof ze door het mijne aan te raken, van de rijkdom ervan op het hare zou overbrengen. Ik zat daar in de blauwe, katoenen kamerjas die tante Clara me had gegeven en fantaseerde, droomde van een knappe jongeman die langs zou komen en me zou zien zoals ik was, verliefd op me zou worden en me uit dit alles weg zou halen. Waarom kon ik geen echte Assepoester zijn? Ergens was beslist een jongeman die voorbestemd was mijn minnaar, mijn man, mijn prins te worden, een jongeman die niet alleen mijn kracht, maar ook mijn schoonheid zou zien en me voor altijd aan zijn zij zou willen hebben.
Ik zat zo te dromen dat ik de muziek en de stemmen gewoon hoorde, de wind in mijn haar voelde toen we over schilderachtige landweggetjes reden terwijl we lachten en kusten, en elkaar onze liefde verklaarden, dat ik oom Reuben helemaal niet hoorde thuiskomen en ook dat hij mijn kamer binnenkwam. Pas toen hij achter me stond, zwaaiend op zijn benen, met glazige blik, besefte ik dat hij er was. Ik draaide me vliegensvlug om op mijn stoel en keek naar hem op.
'Zo, dus jij zit jezelf voor een ander op te tutten?' vroeg hij met een kille, gewetenloze glimlach.
'Nee. Ik heb al mijn werk gedaan en ik wilde me gewoon opknappen en aan mijn huiswerk gaan,' zei ik. Ik kon gewoon niet geloven dat ik zo verlegen klonk. Ik voelde me zo beklemd dat mijn hart nauwelijks kon kloppen.
'Je opknappen? Jij?' Hij schudde zijn hoofd en snoof. 'Jij bent door en door smerig,' zei hij. 'Alle zeep en warm water ter wereld kunnen jou nog niet opknappen.'
'Dat is niet waar. Ik ben niet smerig,' hield ik vol.
'Jij bent de dochter van je moeder. Dat heb je wel bewezen in de korte tijd dat je hier bent,' reageerde hij. 'Die achterlijke jongen verleiden,' mompelde hij.
'Dat heb ik niet gedaan.'
'Kom nou,' zei hij en gebaarde met zijn hand. 'Jij zult nooit veranderen. Het is gewoon kwaad bloed.'
'Als er kwaad bloed in de familie zit,' zei ik, terwijl ik mijn ogen half dichtkneep, 'zit het meer in u dan in mijn moeder en mij.'
Hij deed een stap achteruit en knipperde met zijn ogen alsof ik hem in zijn gezicht had geslagen.
'Is dat zo?' zei hij. 'Je hebt nog steeds een grote mond, hè?' Hij wankelde, terwijl hij op me neerkeek. Ik kon het bier in zijn adem ruiken. Mijn maag draaide zich ervan om. 'Ik zou je er gewoon uit moeten gooien of je aan het gerecht moeten uitleveren en je in een of ander weeshuis laten stoppen.'
'Deed je dat maar. Dan zou ik iedereen vertellen hoe afschuwelijk je bent - hoe je je gezin terroriseert met dreigementen en slaag,' flapte ik eruit.
Ditmaal werden zijn ogen groot en hij deed zijn mond open en dicht zonder dat er geluid uit kwam. Hij wankelde en toen werd hij rood van kwaadheid.
'Waar heb je het over? Wat voor smerige leugens heb je nu weer rondverteld? Wie heb je dergelijke verhalen verteld?'
'Niemand,' zei ik. 'Tot nu toe.'
Ondanks zijn onvaste houding en zijn duffe, suffe blik, slaagde hij erin zijn hand zo snel en gericht op te heffen dat hij me een klap in mijn gezicht gaf voor ik de kans kreeg mijn arm op te tillen om mezelf te beschermen. De klap deed zeer en door de kracht viel ik van de stoel. Ik kwam op een knie terecht. Voor ik me kon omdraaien om op te staan, tilde hij de achterkant van mijn kamerjas op en trok me naar zich toe.
'Naakt? Je zit hier naakt?' riep hij uit.
'Dit wordt geacht mijn kamer te zijn,' jammerde ik.
'Met de deur wijd open? Je bent een slet, een flirt, precies zoals je moeder. Ik zal je hetzelfde lesje moeten leren dat ik haar heb geleerd. Ik zal je laten zien wat er gebeurt met meisjes zoals jij.'
Hij stak zijn hand uit, greep me bij mijn middel, tilde me op alsof ik niets woog en liet me op het bed vallen.
'Néé!' gilde ik. 'Raak me niet aan!'
Hij gaf me een klinkende klets op mijn billen en ging toen naast me zitten, terwijl hij mijn kamerjas helemaal tot mijn middel optrok.
'Dat is het enige wat je wilt, aangeraakt worden,' zei hij met een opeens zachtere stem. Toch maakte dat me nog banger. Er liep een ijskoude rilling over mijn rug en ik draaide me om om weg te komen, maar hij zette zijn zware lijf tegen mijn ribben en rug en ik zat onder hem vast.
Ik voelde hoe zijn hand over mijn achterste ging en toen tussen mijn dijen.
'Net als je moeder, het enige wat je wilt is aangeraakt worden,' zei hij. Ik kreeg een schok en gilde toen zijn vingers kwamen waar ik schroomde mezelf aan te raken. 'Je maakt mijn gezin te schande,' mompelde hij, terwijl hij doorging.
Toen, alsof hij opeens besefte wat hij deed, hield hij op en sloeg me weer.
'Iedereen op de bowlingbaan had het over die jongen van Dunsen en wat jij hebt gedaan. Het was beschamend. Ze wilden weten wat voor soort nichtje ik in huis had. Jij luistert niet. Jij blijft slecht,' zei hij. 'Ik heb je te toegeeflijk behandeld.'
Hij boog zich voorover en greep mijn haarborstel. De eerste klap deed zo'n pijn dat ik sterretjes zag. Het schitterde me voor de ogen. De pijn straalde uit langs mijn rug en zijden alsof ik een glasplaat was die werd verbrijzeld. Hij sloeg me telkens opnieuw; hij richtte zo slecht dat er slagen op mijn dijen terechtkwamen, waardoor ik naar adem snakte. Toen hij klaar was, bleef hij op de bank zitten, waar hij zwaar ademend boven me uit torende.
'Als je weer iets slechts doet, kom je er erger vanaf. Dan brand ik je huid eraf, begrepen?'
Hij kneep in het vlees onder mijn billen, steeds harder. 'Begrepen?'
'Ja,' huilde ik. 'Ja.'
'Goed. Goed,' zei hij en stond op. 'En loop hiermee niet huilend naar Clara, begrepen? Als je het toch doet...'
Ik verroerde me niet tot ik hem de kamer uit hoorde stommelen en de deur achter hem dicht hoorde gaan. Toen ik me ten slotte bewoog, was ik ongelooflijk branderig en pijnlijk. Het was het ergste pak slaag van allemaal en het vernederendste.
Ik kreunde, rolde op mijn rug en lag daar naar het plafond te staren. Zo vond tante Clara me later. Ze dacht dat ik ziek was en ik vertelde haar dat ik alleen last van mijn menstruatie had. Ze geloofde me, liet me met rust en bood aan het eten alleen klaar te maken. Oom Reuben deed of hij het geloofde en trok mijn verhaal niet in twijfel. Jennifer kon het al helemaal niet schelen en stak zelfs haar hoofd niet om de hoek van de deur om me te vertellen hoe leuk ze het had gehad met haar vriendinnen. William kwam wel even bij me kijken en ik deed mijn uiterste best om mijn pijn en ellende voor hem te verbergen, maar hij leek het toch aan te voelen. Zijn ogen stonden argwanend en angstig.
Later, toen ik uit mijn kamer kwam om mee te eten, liep ik inderdaad als een meisje met menstruatiepijn. Tante Clara had het erover hoe vreselijk het was dat de moderne geneeskunde voor bijna alles een middel had, maar niet hiervoor.
'Misschien komt dat omdat de meeste artsen mannen zijn,' mopperde ze.
'Dat is onzin, feministische propaganda,' bracht oom Reuben te berde en begon toen aan een van zijn tirades over hoe de normen in onze maatschappij afbrokkelden door alle liberale bewegingen in de politiek en de regering.
Ik ging vroeg naar bed en bracht het grootste deel van de volgende dag in bed door. De pijn zat deze keer zo diep dat hij veranderde van steken in hevige pijn. Ik at weinig en sliep zoveel ik kon. De volgende ochtend, maandag, beval oom Reuben me °P te staan en met de ochtendkarweitjes te helpen.
'En probeer ook maar niet te verzuimen,' waarschuwde hij. Ik weet dat je dat vaak deed toen je bij mijn zuster woonde. Zij kon de dagen waarschijnlijk niet uit elkaar houden,' voegde hij eraan toe.
Lopen was nog steeds pijnlijk, maar ik was als de dood dat hij een ander excuus zou bedenken om me te slaan als ik hem niet gehoorzaamde. Ik stapte in de bus en reed zwijgend naar school. Tijdens de ochtendlessen moest ik heel wat wiebelen en draaien voordat ik een gemakkelijke, minder pijnlijke hou ding had gevonden. Alleen meneer Gatlin had het in de gaten en vroeg of ik mieren in mijn broek had. Daar werd om gelachen en in de gang tussen de lessen door werd nog meer gefluisterd en geplaagd.
Mijn echte probleem was de gymles. Ik probeerde mijn menstruatie als excuus aan te voeren, maar mevrouw Wilson wilde dat ik me toch zou verkleden en aan de kant zou gaan staan. Ik kwam met argumenten, maar ze was onvermurwbaar.
'Mijn meisjes verkleden zich altijd,' beweerde ze. 'Dat zijn mijn regels. Hier wordt niet gelanterfant,' voegde ze eraan toe. Ze keek me na toen ik haar kantoortje verliet en even later, toen ik me stond om te kleden, kwam ze de kleedruimte in om me te bespieden.
'Mijn hemel!' riep ze uit, 'wat is er met jou gebeurd?'
Ik draaide me vliegensvlug om, met mijn sportkleding tegen mijn borst. De striemen en blauwe plekken boven aan mijn dijen waren nog goed te zien, vooral waar oom Reuben me had geknepen.
'Niets,' zei ik.
'Dat is verre van niets. Trek je kleren maar weer aan en ga onmiddellijk naar mevrouw Millstein,' beval ze.
'Maar...'
'Doe wat ik zeg!' schreeuwde ze. Ze keek ontsteld toen ik mijn schoolkleren weer begon aan te trekken. Toen ging ze naar haar kantoortje. Tegen de tijd dat ik bij de schoolverpleegkundige kwam, had mevrouw Wilson gebeld en stond mevrouw Millstein me op te wachten, voorbereid op wat ze zou vinden.
'Kom binnen, Raven, wil je,' zei ze, toen ik de deur open deed. Ze liet me in een van de aparte kamertjes. 'Mevrouw Wilson heeft me van je blessures verteld. Wil je me ze laten zien?'
'Er is niets aan de hand,' zei ik.
'Dat geloof ik graag, maar voor het geval ik er toch iets aan kan doen, is het misschien een goed idee ze mij te laten zien. Goed?'
Ik aarzelde. En toen had ik het opeens niet meer. Ik kon me niet meer beheersen. De tranen die keer op keer in mijn ogen waren gekomen, tranen die ik had ingeslikt of teruggedrongen, kwamen als een stortvloed te voorschijn. Ik begon schijnbaar ontroostbaar te snikken. Mevrouw Millstein moest me in de stoel helpen.
'Kom, kom, Raven. Zo vreselijk is het vast allemaal niet,' zei ze.
'Jawel,' huilde ik. Ik tilde langzaam mijn rok op en ze keek naar de blauwe plekken. Toen ging ik staan en bekeek ze de rest.
'Hoe is dit gebeurd, Raven?' wilde ze op vastberaden toon weten. Weer aarzelde ik. 'Je moet het me vertellen. Raven. Wie heeft je dit aangedaan?'
Ik haalde diep adem. Gaf het nog wie wist wat voor afschuwelijk leven ik had? Ik ging weer zitten en staarde naar de grond. De tranen liepen langs mijn kin.
'Raven?'
'Mijn oom,' zei ik met vermoeide, verslagen stem.
'Hoe heeft hij dit gedaan?'
'Hij heeft me geslagen met een haarborstel,' zei ik, 'en hij heeft me geknepen nadat... nadat...' De tranen kwamen weer. Mijn borst voelde aan of hij zou bezwijken en mijn hart verbrijzelen. Mevrouw Millstein gaf me een zakdoek en nam toen mijn hand.
'Vertel het me langzaam, Raven. Neem er de tijd voor, maar vertel me wel alles. Ik ben hier om je te helpen, schat. Vooruit,' zei, terwijl ze voor me op de grond hurkte en mijn hand vasthield. 'Wat heeft hij nog meer met je gedaan, lieverd?' Nadat hij me ging slaan, heeft hij me aangeraakt waar hij me niet had mogen aanraken,' flapte ik eruit. 'Daarna heeft hij me met de borstel geslagen tot ik bijna flauwviel.'
'Is dit al eens eerder gebeurd?' vroeg ze.
'Ja,' kermde ik. 'De vorige keer was het met een riem.' Ik begon zachtjes te huilen.
Ze keek me even stilletjes aan en stond toen op. 'Rust jij maar even uit, Raven. Alles komt prima in orde,' zei ze. 'Ik ben zo terug.'
Alles wat daarna gebeurde, gebeurde zo snel dat het allemaal in elkaar overloopt, als een film die te snel door mijn hoofd speelt. Kort daarop kwam er een vrouw van de Kinderbescherming, Marjorie Rosner, en mevrouw Millstein drong er bij me op aan dat ik zou beschrijven wat me was overkomen. Ze ondervroeg me uitvoerig en toen gingen mevrouw Millstein en zij weg om te overleggen. Even later werd ik naar buiten gebracht en meegenomen naar een dokter die mijn blessures onderzocht en Marjorie Rosner een geschreven rapportje gaf. De hele tijd was er bedrijvigheid om me heen, er gingen telefoons, er kwamen politiemensen en toen werd ik naar een tijdelijk pleegtehuis gebracht dat door een ouder echtpaar werd geleid. Ze gaven me een warme maaltijd en een plek om te slapen. Ik dacht niet dat ik zou kunnen slapen, maar zodra ik mijn hoofd op het kussen legde, viel ik in slaap en voelde hoe mijn lichaam in de matras wegzonk.
's Morgens kwam Marjorie en legde uit dat ik naar de rechtbank moest om door een kinderrechter te worden gehoord. Ze waarschuwde me dat mijn oom en tante er waarschijnlijk ook zouden zijn.
'Je oom is door de politie verhoord, en je tante ook,' vertelde ze.
'Hoe zit dat met wat hij zei dat hij met mijn moeder had gedaan?'
'Laten we ons voorlopig alleen op jou concentreren, zei Marjorie.
Ik was zo bang dat ik nauwelijks naar Marjories auto kon lopen. Ze verzekerde me voortdurend dat alles goed zou komen.
'Hij raakt je nooit meer met een vinger aan, Raven, dat beloof ik je,' zei ze.
Toen we in de rechtbank kwamen, zag ik tante Clara op een bank in de gang zitten. Ze zat met gebogen hoofd en met haar handen in haar schoot. Ze zag er zo klein en verloren uit, dat ik medelijden met haar had. Toen ze ons hoorde aankomen, keek ze op. Haar ogen waren bloeddoorlopen, ze zag bleek.
'Wat heb je gedaan, Raven?' vroeg ze met een klein stemmetje.
'Het gaat niet om wat zij heeft gedaan, mevrouw Stack. Het gaat om wat uw echtgenoot heeft gedaan,' zei Marjorie Rosner.
'Hij zou zoiets nooit doen,' zei ze. 'Echt niet.' Ze keek hoopvol naar me op.
'Het spijt me, tante Clara. Ik denk dat je best weet dat hij het wel zou doen,' zei ik.
Tante Clara bracht haar kleine knuisten naar haar mond om de kreet binnen te houden die in haar keel bleef steken.
Marjorie duwde me de gang door. Vlak voor we de kamer van de rechter ingingen, keek ik om. Tante Clara had haar handen voor haar gezicht geslagen en zat op de bank heen en weer te wiegen, als iemand die erge pijn lijdt. Er lag een steen op mijn hart.
'Ik vind het vreselijk om haar pijn te doen,' zei ik. Je doet er goed aan, Raven. Geef maar gewoon antwoord op vragen van de rechter,' zei Marjorie. Ik zoog mijn adem in en ging naar binnen. Ik voelde me als iemand in een achtbaan, die, net boven, aan weer een helling kwam. Ik wist dat ik zo dadelijk omlaag zou storten, dat ik me uit alle macht zou vastklampen, mijn ogen zou dichtdoen, zou gillen en me zou afvragen wat er voorbij de volgende bocht lag.