11. Verbrijzelde dromen

De volgende ochtend stond Bernie bij mijn kluisje te wachten. Ik keek even naar hem en ging toen mijn combinatieslot openmaken.
'Het spijt me,' zei hij. ik denk dat we een beetje te snel te werk zijn gegaan. Kunnen we het nog eens proberen?'
'Nee. Ik geloof dat we gisteren gelijk hadden. Laten we gewoon afwachten hoe het zich verder ontwikkelt.' Ik hoopte dat ik zelfverzekerder klonk dan ik me voelde.
'Jij bent de enige met wie ik dit ooit gedaan zou hebben,' zei hij triest, draaide zich om en liep weg.
Ashley keek naar me vanaf de andere kant van de gang en kwam haastig naar me toe.
'Mijn ouders hebben gezegd dat ik vrijdagavond bij jullie kan komen eten,' zei ik. Haar ogen begonnen te stralen als lichtjes in de kerstboom. 'Stel me verder geen vragen,' zei ik kortaf. 'Niet één.'
Ze keek heel even naar mijn gezicht en knikte toen. Bernie was er niet in de lunchpauze, en hij vermeed het me in de klas aan te kijken. Ik concentreerde me volledig op mijn schoolwerk en zette elke andere gedachte uit mijn hoofd. Ashley was zo bang voor mijn gedrag, dat ze de hele dag stilletjes naast me liep en zat. Ze werd pas spraakzaam na de laatste bel, toen we naar de bus liepen.
Ik zal tegen mijn moeder zeggen dat je komt. Als we hebben gegeten en onze wiskunde hebben geleerd, kunnen we misschien naar wat muziek luisteren. Ik heb van de week twee
ieuwe cd's gekocht. Hou je van Timmy and the Grasshoppers?'
'Nog nooit van gehoord.' Ik draaide me naar haar om. 'Ik luister zelden naar rockmuziek.'
'O,' zei ze zacht.
Ik zuchtte. 'Maar misschien wordt het tijd dat ik eens wat up- to-date raak. Natuurlijk zullen we naar muziek luisteren.'
'Fijn.'
Ze sprong voor me uit de bus in. Bernie zat als gewoonlijk achterin. Hij hield zijn ogen op zijn boek gericht. Ik koos een plaats in het midden en Ashley kwam naast me zitten.
'Hebben jullie het gezellig samen?' vroeg Helga spottend toen ze langsliep.
'Jaloers?' vroeg ik met een kille glimlach.
'Waarop?' kaatste ze terug, met een blik op haar vriendinnen voor het applaus dat ze in hun ogen verwachtte te zien.
'Op intelligentie, persoonlijkheid, charme, verstand, kortom, alles wat jij mist,' antwoordde ik.
Haar mond ging open en dicht terwijl ze zocht naar een snedig antwoord, maar de kinderen achter haar op het middenpad riepen dat ze door moest lopen, en ze schokte alleen even met haar schouder en gooide haar haar naar achteren.
'Jij bent voor niemand bang, hè?' vroeg Ashley vol bewondering.
Ik dacht even na. 'Toch wel,' zei ik.
'Voor wie dan?'
'Voor mezelf.'
Ik wist dat ze het niet zou begrijpen. Het zou nog jaren duren voor ze dat zou doen.
De volgende twee dagen waren vrijwel hetzelfde. Ik stopte vrijwel al mijn aandacht en energie in mijn schoolwerk, mijn eerste essay, mijn eerste reeks proefwerken, 's Avonds nam ik de tijd om televisie te kijken met Thelma, en zij en ik begonnen over andere dingen te praten. Ik vernam steeds meer over
haar eigen jeugd, haar dromen en teleurstellingen. Karl keek tevreden en kwam met het plan dat we over twee weken een weekend vakantie zouden nemen in Montreal, in Canada. Dat maakte Thelma nog gelukkiger, en ik begon te geloven dat we misschien toch een echt gezin konden vormen.
Vrijdag ging ik na school naar huis, verkleedde me, maakte wat huiswerk dat ik af wilde hebben en ging toen naar Ashleys huis. Haar moeder was erg blij me te zien. Ik raakte een beetje verlegen onder al die aandacht. Niemand, zelfs Thelma niet, was zo attent en koesterend. Ze maakte zich bezorgd dat ik niet lekker zou vinden wat ze bezig was te koken, en of ze wel in huis had wat ik wilde drinken, en wat ik als dessert wilde.
'Hoe vaak is je vader van huis?' vroeg ik aan Ashley, toen we na het eten alleen waren in haar kamer. De lege stoel aan het hoofdeinde van de tafel was opvallend. Het gaf me een beetje griezelig gevoel, alsof er een geest zat. Uit de macht der gewoonte of alleen om de tafel evenwichtig te doen lijken, dekte Ashley's moeder ook het hoofdeind.
'Bijna om de week tegenwoordig,' zei Ashley. 'Ze hebben er vaak ruzie over,' onthulde Ashley. 'Verleden week beschuldigde mijn moeder hem dat hij een ander gezin had.'
'Moet hij zo hard werken?'
'Hij zegt van wel,' antwoordde ze somber. 'Ik heb medelijden met haar. Ze is zo vaak alleen.'
Ik knikte begrijpend. Zoveel kinderen die ik op school had leren kennen en die een gezin en familie hadden, waren even alleen als ik was geweest. Op verschillende manieren waren hun thuis en hun leven verbrokkeld, slechts bijeengehouden door een heel dun laagje lijm. En al leefden ze niet in een tehuis, ze hadden vaak het gezicht van weeskinderen, gezichten die hun eenzaamheid, een verlangen naar meer genegenheid en liefde verraadden. Hun ogen keken onderzoekend naar de ge- zichten van hun vrienden en vriendinnen, om te zien of iemand wat meer had.
Ik pakte Ashleys wiskundeboek en legde haar de laatste opgaven uit.
'Jij moet les gaan geven,' zei ze. 'Je bent beter dan meneer Albert.'
'Nauwelijks,' antwoordde ik lachend.
We wilden juist naar muziek gaan luisteren, toen de telefoon ging. Ashley hield even stil. Ik kon zien dat ze hoopte dat het haar vader was. Ze hield haar adem in. Daarom konden we haar moeder zo duidelijk horen.
'O, nee! Wanneer?' gilde ze.
Er kwam een angstige blik in Ashleys ogen. Even later verscheen haar moeder op de drempel van haar kamer. Ik keek naar Ashleys gezicht. Ze was bijna in tranen, verwachtte het ergste.
'Crystal,' zei mevrouw Raymond tegen mij. 'Er is een vreselijk ongeluk gebeurd. Weet je het nummer van je oom Stuart in Albany?'
'Het zal wel in het adresboek van mijn vader staan,' zei ik. ik zal het opzoeken.' Ik holde de kamer uit voor ze me verder nog iets kon vertellen. Mijn hart bonsde zo hevig dat mijn benen van rubber leken. Ik struikelde bijna bij de voordeur. Buiten begon ik te hollen. Tranen vertroebelden mijn zicht. Wat voor ongeluk? Wat betekende dit?
Ik stormde ons huis binnen en de gang door naar Karls studeerkamer. Toen ik oom Stuarts telefoonnummer had gevonden, haalde ik diep adem. Ik kon een brok in mijn keel dat me dreig
de te verstikken niet wegslikken.
Toen holde ik weer naar buiten, terug naar Ashleys huis. Ik ging naar binnen en stopte het telefoonnummer in de hand van Ashleys moeder, alsof ik een estafetteloopster was die het stokje doorgaf. Ze pakte het langzaam aan, haar ogen op mij gericht, vol tranen. Ze zei tegen ons dat ze het zou uitleggen als ze oom Stuart had gesproken en vroeg ons in de zitkamer te wachten. Ik liep met Ashley de kamer uit, maar bleef in de gang staan. Ik kon niet langer wachten om te horen wat er gebeurd was.
Ashley keek angstig, maar bleef in de gang naast me staan. We keken elkaar aan en draaiden ons om toen mevrouw Raymond begon te praten.
'Stuart,' zei ze, 'met Vera Raymond, Thelma's vriendin. Ja, ja, met mij gaat het goed. Stuart, een vriend van mijn man bij de politie hier heeft me net gebeld. Er is een verschrikkelijk ongeluk gebeurd. Een auto-ongeluk. Karl en Thelma... ze zijn allebei dood, Stuart. Het spijt me zo,' zei ze.
Ashley smoorde een gil met haar vuist in haar mond. Ik schudde mijn hoofd.
Nee, dat is niet waar, dacht ik. Karl rijdt veel te goed. Hij is de voorzichtigste automobilist ter wereld. Ze zijn te jong om te sterven.
'Ja, het is vandaag gebeurd, een paar uur geleden. Een dronken vrachtwagenchauffeur zwenkte pardoes naar hun kant van de snelweg. Ze hadden geen schijn van kans. Het spijt me.'
Een vrachtwagen? Een dronken vrachtwagenchauffeur? Even leek het of ik naar het leven van een ander keek. Ik had het gevoel dat ik naar een van Thelma's soaps keek en luisterde. Het was niet echt, het was fantasie, een soap. Wat zal Thelma zich hierover opwinden, dacht ik. Juist als ze gehecht is geraakt aan de hoofdrolspelers, worden ze uit de serie geschreven. Ik schudde vertwijfeld mijn hoofd.
Ashley staarde me bevreemd aan. Ze leek verstard in de tijd, een wassen beeld van angst.
'Ja,' zei mevrouw Raymond kalm. 'Ze is bij ons. Wat wil je doen?'
Er viel een stilte, en de gedachten tolden door mijn hoofd. Wat zou Stuart tegen haar zeggen? Wat zou er met me gebeuren? Zou ik worden teruggestuurd naar het weeshuis?
Ik begrijp het, Stuart, maar wat wil je dat ik in die tussen- tijd doe? Echt waar? Goed, ik zal het uitzoeken en ervoor zorgen,' zei ze. 'Het spijt me, Stuart. Het is zo'n harde klap, dat ik zelf moeite heb het nieuws te verwerken. Het spijt me.'
Ze hing op en liep langzaam de gang in. Aan haar gezicht kon ik zien dat ze verbaasd was me daar te zien staan, maar ook een beetje opgelucht dat ze de tragedie niet weer helemaal hoefde uit te leggen.
'Het spijt me, Crystal,' zei ze. 'Het is zo afschuwelijk. Het spijt me, lieverd.'
ik moet nu naar huis,' zei ik. ik heb moeder beloofd dat ik het niet te laat zou maken. Ze willen graag dat ik thuis ben als ze terugkomen.'
'Nee, schat, luister naar me.'
'Bedankt voor het eten, mevrouw Raymond. Bedankt, Ashley, Ik bel je nog. Bedankt,' zei ik en holde naar de deur.
'Crystal!' schreeuwde mevrouw Raymond, maar ik was alweer de deur uit, holde hard weg, tot ik hijgend bij mijn voordeur stond. Ik stormde naar binnen en schreeuwde: ik ben thuis!'
Stilte begroette me. Het was of ik in Bernies huis was. Met mijn hand in mijn zij bleef ik zwaar ademend staan luisteren.
Het was gewoon een soap, bleef ik me voortdurend inprenten. Ashleys moeder was net als Thelma. Zij houdt ook van soaps. Ik wed dat ik weet welke het was, dacht ik. Ik lachte. Natuurlijk weet ik het wel.
Toen de bel ging, zat ik in Thelma's stoel naar de televisie te kijken. Ik negeerde de bel, en hij ging weer over, en weer en weer. Iemand begon op de deur te bonzen. Een stem dreigde hem te zullen intrappen. Er werd opnieuw gebeld en weer gebonsd. Toen de reclame kwam, stond ik op en liep naar de deur.
Een man en een vrouw stonden voor me. De man was in kostuum met das. Hij droeg een bril en een kleine aktentas. De vrouw was klein en had brede heupen. Ze had donkerbruin haar dat kort en recht geknipt was. Ik kon de kinderbescherming aan hen ruiken. Ze zagen ernaar uit.
'Hallo, Crystal. Mijn naam is Kolton, en dit is mevrouw Thacker. We komen je helpen,' zei hij.
'Ik kan nog nergens heen,' zei ik. 'Mijn uitzending is nog niet afgelopen.'
'Wat?' vroeg hij.
'Ik kijk naar iets op de televisie, iets waar Thelma naar zou kijken en waar ze alles over wil horen als ze terugkomt. Ze heeft vergeten de videorecorder aan te zetten.'
Ze keken elkaar aan, en de vrouw schudde haar hoofd.
'Het komt allemaal goed,' zei de man met een institutionele glimlach. Mij leek het of ze allebei een vertrouwd masker droegen, maskers die ik mijn leven lang gezien had.
'Dat weet ik nog niet,' zei ik. 'We moeten op het einde wachten.'
Ik liet ze in de deuropening staan en keerde terug naar het televisietoestel. Ze kwamen binnen. De vrouw kwam naast me zitten, terwijl de man een paar telefoongesprekken voerde. Een paar uur later zat ik achterin hun auto, terug naar het nest van het monster, het systeem, de enige echte vader en moeder die ik ooit gekend had.