Grafologie

Wie schrijft er nog weleens met de hand? Een boodschappenlijstje, ja, dat is onvermijdelijk, vooral als men er iemand anders op uit stuurt. Vanuit de bakker belt huisgenoot P. dan op, en draagt geërgerd voor wat er op mijn briefje staat: ‘ “1 heel gesneden schijnvoetje en vier opstalminaretten”, klopt dat? En bij de slager “anderhalf ons konterfeitsel en een kilo doorgelegen zonderling”? Trouwens, wat bedoel je eigenlijk precies met “Vergeet niet bij de stamelaar je lauwe braak op te halen, het bolletje ligt op de schootverhangsel”?’ En dan heb ik nota bene nog zó netjes geschreven dat ik er kramp van in mijn pols heb.

Op de lagere school leerde ik indertijd dat een goed handschrift van groot belang was als je later een sollicitatiebrief moest schrijven. Zo’n brief werd immers door de toekomstige werkgever doorgespeeld naar de bedrijfsgrafoloog, een soort halfgod die toekomstige moordlust, luiheid of diefstal van kantoorbehoeften aan de hand van slordige lussen haarfijn in de smiezen had. Ruim de helft van de meisjes op school ging er, desondanks of juist daarom, al gauw toe over geen puntjes op de i te zetten, maar wolkige rondjes of zelfs hartjes. Ook brachten ze het merendeel van de schooluren door met het priegelig verzamelen van de minuscule glazen bolletjes uit hun roze of turquoise vulpenpatronen, en werden daarop voor straf naar de mavo gestuurd, een zekere toekomst als bleke ViVo-caissière in Schalkwijk tegemoet. In elke klas zat één linkshandige jongen (meisjes waren voor zo iets tegendraads te braaf), die óf geniaal óf achterlijk was; daar kon je nooit helemaal de vinger op leggen, omdat hij alles wat hij opschreef met die vegende linkerhand meteen tot een onleesbare inktvlek versmoezelde. Onderwijzers waren weliswaar kortelings gestopt met het toedienen van liniaalslagen op ‘verkeerde’ handjes, maar hoe dan ook werd zo’n linkshandige beschouwd als iemand die het nog héél moeilijk ging krijgen in het leven.

Dat blijkt nog reuze mee te vallen. Tegenwoordig zie je ministers en geslaagde zakenlui en plein public met hun verkeerde handje miljoenencontracten ondertekenen. Grafologen bestaan denk ik niet meer, want wie tegenwoordig nog een handgeschreven sollicitatiebrief durft te sturen wordt beschouwd als een kansloze melaatse. Zelfs de wervende teksten van Poolse klusjesmannen en Bulgaarse massageslavinnen die bij mij in de bus vallen, komen uit een kleurenprinter en zijn dan ook, om de boter eruit te braden, tussen de spelfouten door rijk voorzien van hyperrealistische regenbogen en dansende beertjes in vergezochte pasteltinten.

Toch leren mijn kinderen op school nog steeds met de hand schrijven. Hoe lang nog? Bij thuiskomst rent mijn achtjarige dochter meteen naar de pc om mailtjes te sturen aan al die vriendinnen waar ze net zes onafgebroken uren mee heeft doorgebracht. Ze kan vlot typen, hoor ik aan het geratel, maar meekijken mag ik natuurlijk niet. De schat leert bovendien haar vijfjarig broertje lezen. Met serene gezichtjes zitten ze voor het scherm en tikken saamhorig ‘boom, roos, vis, poep, lul’, een eclectisch vocabulaire dat mijn zoontje blijkbaar goed van pas komt: gisteren kwam het buurjongetje boos verhaal halen, omdat hij een a4’tje had ontvangen met daarop in enorme geprinte hoofdletters de boodschap: ‘klotzaak!’

Maar ook als het om liefde gaat kan de jeugd het niet meer met de pen af. Bij het uitmesten van mijn dochters schooltas trof ik tussen beschimmeld brood en schrompelige appeltjes een geprint formulier aan, zo keurig dat ik in eerste instantie dacht dat het achterstallig melkgeld of ouderbijdragen betrof. Tot ik las wat er stond:

‘Lieve x,

Ik ben op jou.

Ben jij ook op mij?

Ja/nee

Doorhalen wat niet van toepassing is en langs stippellijn afknippen. Liefs, q.’

Pekingeend bij nacht
x97890295756831.xhtml
x97890295756832.xhtml
x97890295756833.xhtml
x97890295756834.xhtml
x97890295756835.xhtml
x97890295756836.xhtml
x97890295756837.xhtml
x97890295756838.xhtml
x97890295756839.xhtml
x978902957568310.xhtml
x978902957568311.xhtml
x978902957568312.xhtml
x978902957568313.xhtml
x978902957568314.xhtml
x978902957568315.xhtml
x978902957568316.xhtml
x978902957568317.xhtml
x978902957568318.xhtml
x978902957568319.xhtml
x978902957568320.xhtml
x978902957568321.xhtml
x978902957568322.xhtml
x978902957568323.xhtml
x978902957568324.xhtml
x978902957568325.xhtml
x978902957568326.xhtml
x978902957568327.xhtml
x978902957568328.xhtml
x978902957568329.xhtml
x978902957568330.xhtml
x978902957568331.xhtml
x978902957568332.xhtml
x978902957568333.xhtml
x978902957568334.xhtml
x978902957568335.xhtml
x978902957568336.xhtml
x978902957568337.xhtml
x978902957568338.xhtml
x978902957568339.xhtml
x978902957568340.xhtml
x978902957568341.xhtml
x978902957568342.xhtml
x978902957568343.xhtml
x978902957568344.xhtml
x978902957568345.xhtml
x978902957568346.xhtml
x978902957568347.xhtml
x978902957568348.xhtml
x978902957568349.xhtml
x978902957568350.xhtml
x978902957568351.xhtml
x978902957568352.xhtml
x978902957568353.xhtml
x978902957568354.xhtml
x978902957568355.xhtml
x978902957568356.xhtml
x978902957568357.xhtml
x978902957568358.xhtml
x978902957568359.xhtml
x978902957568360.xhtml
x978902957568361.xhtml
x978902957568362.xhtml
x978902957568363.xhtml
x978902957568364.xhtml
x978902957568365.xhtml
x978902957568366.xhtml
x978902957568367.xhtml
x978902957568368.xhtml
x978902957568369.xhtml
x978902957568370.xhtml
x978902957568371.xhtml
x978902957568372.xhtml
x978902957568373.xhtml
x978902957568374.xhtml
x978902957568375.xhtml
x978902957568376.xhtml
x978902957568377.xhtml
x978902957568378.xhtml
x978902957568379.xhtml
x978902957568380.xhtml
x978902957568381.xhtml