GERTON VAN BOOM

voerd waren.’9 ‘Beestachtig kan men zo’n handelwijze niet noemen, daar beesten zo iets nooit zouden doen… Het lijkt wel of

we in de tijd van Nero terug zijn, aldus de ooggetuige dr. H.

Mees.10

Eind oktober ’42 begonnen de Duitsers de mensen van huis

op te halen. Tussen oktober 1942 en februari 1943 was het relatief rustig met deportaties, totdat op 26 februari 1942 door een

gezamenlijke inspanning van de SD ( Sicherheitsdienst) en de

Nederlandse WA het Joodse weeshuis aan de Mathernesserlaan,

het Joodse bejaardentehuis (Gesticht voor Israëlitische Oude

Lieden en Zieken) aan de Claes de Vrieslaan en het Joodse ziekenhuis aan de Schietbaanlaan werden geruimd. Die dag gingen

in totaal 269 mensen op transport naar Westerbork. ‘Ook hopeloos zieken moesten mee, maar dan zonder geneesmiddelen; na

hun zegepraal trokken de WA-mannen in gesloten gelederen

zingend de straat op.’11

Op 22 april 1943 moesten de laatste tientallen Joden in ZuidHolland, waaronder leden van de Joodse Raad bureau

Rotterdam, zich in Vught melden. De overgebleven Portugese

Joden moesten in de zomer van 1943 weg.’12 Eind september

krijgt opperrabbijn A.B.N. Davids samen met het bestuur van de

Rotterdamse afdeling van de Joodse Raad een oproep voor

deportatie naar Westerbork. Hij heeft gehoor gegeven aan deze

oproep. Hij stierf op 22 februari 1945 in Bergen-Belsen.

De arme Jodenbuurt (Helmersstraat en Ammanstraat, thans

Weena) was door het bombardement van mei 1940 totaal verwoest. Door de deportaties in 1942 en 1943 was het Joodse

sociale leven helemaal ontwricht en vernietigd. In 1942 werden

4.313 Rotterdammers gedeporteerd, in 1943 volgden 2.223

onschuldigen hetzelfde lot. In 1944 slaagde de politie erin nog

254 arrestanten (voornamelijk ondergedoken Joden) over te dragen aan de Duitse moordenaars. Zodoende kon 81% van de

73