ISAAC LIPSCHITS

Uw dochter Bep en haar man Izak zijn met het transport van 11

januari 1943 vanuit Westerbok naar Auschwitz vervoerd, dat

weet U, want Vader en U zaten in dezelfde trein. Bij aankomst

zijn Bep en Izak geselecteerd om niet direct te worden vergast,

maar om te werken. Zij zijn beiden op 30 april 1943 vermoord.

Bep vier-en-twintig jaar oud en Izak twee-en-dertig.

Maup was de eerste van ons gezin die vanuit Westerbork op

transport ging, op 7 augustus 1942. Hij heeft in Auschwitz de

eerste selectie doorstaan, maar hij heeft het in het kamp niet lang

volgehouden. Op 30 september 1942, een-en-twintig jaar oud, is

hij vermoord.

Ik heb U al geschreven dat Jaap tijdens zijn onderduik in de trein

tussen Amsterdam en Rotterdam is gepakt. Hij is met het transport van 18 mei 1943 uit Westerbork vertrokken, niet naar

Auschwitz maar naar Sobibor. Sobibor was, anders dan

Auschwitz, uitsluitend een vernietigingskamp: vrijwel iedereen

die daar aankwam werd nog dezelfde dag vergast. Jaap heeft geen

enkele kans gehad. Als jongen van zestien jaar heeft hij, zonder

steun van een familielid, de reis naar Sobibor gemaakt, waar hij,

na aankomst op 21 mei 1943, onmiddellijk is vergast.

Van Uw kinderen hebben alleen Alex en ik de oorlog overleefd.

Dank zij Uw moedige daad ons onder te laten duiken en dank zij

onze onderduikouders.

57