ISAAC LIPSCHITS
proberen achter de adressen te komen waar Jaap, Alex en ik
ondergedoken zaten. Ze zullen Vader en U dus in de derde of in
de vierde week van december 1942 hebben opgepakt. Het is een
gok, maar ik denk niet dat ik er ver naast zit.
Ze hebben altijd gezegd dat Joden in het oosten zouden moeten
werken, maar dat joden die waren ondergedoken en die werden
gepakt een zware straf zouden krijgen. Dat was een leugen. Ik
ben bang dat U tot aan het moment dat ze U vermoord hebben
in die leugen hebt geloofd, dat U vanaf het moment dat U bent
opgehaald tot in de gaskamer van Auschwitz spijt hebt gehad van
het onderduiken en dat U dacht dat U een beter lot zou hebben
getroffen als U gewoon, zonder onderduiken, op transport zou
zijn gegaan.
Vooral in de strafbarak in Westerbork zullen die gedachten wel
bij U zijn opgekomen. Wie in de strafbarak zat ging met het
eerstvolgende transport mee. Als je niet in de strafbarak zat, had
je kans één of twee weken uitstel te krijgen. Maar zelfs als U niet
in de strafbarak had gezeten, was U heel snel, zeer waarschijnlijk
met het eerste transport, op weg naar Auschwitz gegaan. Vader
en U behoorden in Westerbork tot de Joden die transportfrei
werden genoemd.
Er was voor de leiding in Westerbork geen enkele reden om Ú
daar te houden. U behoorde in geen enkel opzicht tot de kamparistocratie; U maakte deel uit van het Joodse proletariaat en
sommigen zullen over Vader en U gedacht hebben als proleten.
U had geen enkele voorspraak van de buitenlandse Joden die
zo’n belangrijke positie in het kamp innamen, U had geen protectie van of relaties bij de Joodsche Raad, U beschikte niet over
diamanten en U was te oud om met Uw lichaam een paar weken
uitstel van executie te kopen. U was transportfrei en Vader ook,
59