ISAAC LIPSCHITS

toch nog ontdekt. Van de Joodsche Raad zijn allerlei papieren

bewaard gebleven, ook van het Bureau Rotterdam. Op dat

bureau werd een paar keer per week spreekuur gehouden. Van

iedereen die daar kwam werden naam en adres genoteerd en ook

werd opgeschreven waarover gesproken werd. In die papieren

zag ik dat U op 20 september 1942 op het spreekuur bent

geweest. Daar kan geen twijfel over bestaan. U had nummer 27:

‘G. Lipschits-Grootkerk, Agniesestraat 59b’. U vertelde dat ons

gezin zich op 3 augustus 1942 voor deportatie had moeten melden, maar dat U die oproep met een briefje van de dokter had

teruggestuurd naar de Zentralstelle für jüdische Auswanderung.

Volgens de dokter leed Vader aan ‘angstpsychose op hysterische

grondslag’. Zo staat het er. Simuleerde Vader? Hij was toch niet

de enige Jood die toen bang was? Was het gewoon bluf? Zonder

die ‘angstpsychose op hysterische grondslag’ waren we met ons

allen op 3 augustus 1942 op transport gegaan en had vast niemand van ons gezin de oorlog overleefd.

Steeds meer Joden die hun oproep voor deportatie hadden

gekregen kwamen op de verplichte dag en het uur van transport

niet opdagen bij loods 24 in de Entrepotstraat. Omdat te weinig

Joden aan de oproep gehoor gaven, werd het systeem veranderd:

ze gingen de Joden van huis ophalen. ’s Avonds na acht uur, als

we toch thuis moesten blijven, werden vrachtauto’s de straat op

gestuurd om Joden op te halen.

Op een vrijdagavond in de late herfst van 1942 kwamen de

vrachtauto’s in de Agniesestraat. Zoals ik me zo veel fijne vrijdagavonden thuis en in Huis ter Heide herinner, zo zal ik nooit

die ene afschuwelijke vrijdagavond vergeten. Het was buiten al

donker toen we geschreeuw op straat hoorden. U was de eerste

die begreep wat er aan de hand was. Zoals de fotograaf ons voor

31