DE HOLOCAUST IN HET KORT
In mei 1942 werden de Joden gebrandmerkt doordat ze verplicht een Jodenster (Davidsster) moesten dragen. Een maand
later werd bekend gemaakt dat Joden een oproep zullen krijgen
voor de Arbeidseinsatz en dus gedeporteerd zullen worden. Dit
gold ook voor Rotterdam.
Loods 24
In de nacht van 30 op 31 juli 1942 vertrok het eerste transport
vanuit Loods 24, de verzamelplaats aan de Entrepotstraat. Loods
24 lag op een afgesloten haventerrein achter een twee meter
hoge muur van de Gemeentelijke Handelsinrichtingen. De houten loods stond in het zuidelijke stadsdeel tussen de
Spoorweghaven en de Binnenhaven. Tegenwoordig heet deze
wijk de Kop van Zuid. Loods 24 lag afgelegen. Het was voorzien
van spoorwegrails die via het goederenemplacement Feijenoord
aansluiting gaven op het landelijke spoorwegnet van de
Nederlandse Spoorwegen. Een ideale en rustige verzamelplaats
voor de deportaties.
Ongeveer 2.000 Joodse Rotterdammer kregen een oproep
zich op 30 juli 1942 te melden bij Loods 24. Elfhonderd mensen
hebben zich gemeld, bepakt en bezakt. Velen bleven thuis of
doken onder. Een tweede oproep, in augustus, leverde achthonderd Joden op. Bij de derde oproep kwamen slechts vijfhonderd
mensen opdagen.
In september 1942 schakelden de Duitsers over op een andere aanpak. Als de Joden zich niet zelf meldden, werden ze opgehaald door middel van razzia’s. ‘Uit de Joodse vluchtelingen
afkomstig uit Duitsland en Oost-Europa, werd een transport
samengesteld. Op 8 oktober gingen Joodse Rotterdammers tussen 60 en 96 jaar via Loods 24 eerst naar Westerbork om van
daar naar de vernietigingskampen te worden afgevoerd. Een
week later alle vrouwen en kinderen van degenen die al wegge72