ONBESTELBAAR

hij allemaal voor ons gezin in de oorlog heeft gedaan. Hij is door

de rechter veroordeeld en hij heeft een jaar in de gevangenis

gezeten. Zijn verzekeringsmaatschappij wilde hem daarna niet

meer terug en oom Piet heeft als chauffeur op een autobus

gewerkt. Tante Nel liet zich van hem scheiden. Hij is een verbitterd mens geworden. Jaren later is hij met een dochter uit het

Herrenvolk getrouwd. Dat gaf af en toe problemen. Oom Piet

vertelde eens over de moeilijkheden van het verzetswerk in de

oorlog en zijn vrouw onderbrak hem met een verhaal dat het

voor haar ook niet altijd gemakkelijk was geweest, bijvoorbeeld

toen ze in Berlijn hakenkruisvlaggen moest naaien. Oom Piet en

ik waren erg gegeneerd. Maar zijn vrouw zorgde goed voor hem.

Hij dronk veel. Hij had altijd een krat met bier naast zich staan;

hij zei dat de dokter hem had voorgeschreven met bier zijn te

dikke bloed te verdunnen. Op een nacht heeft zijn hart het begeven. Op zijn begrafenis heb ik gesproken over zijn oorlogsdaden.

Toen zat de familie van zijn weduwe er gegeneerd bij.

Met tante Nel is het heel anders gelopen. Ook zij is hertrouwd,

met een goj die Jood wilde worden. Het rabbinaat heeft hen lang

aan het lijntje gehouden, maar ze bleven volhouden. Ze hadden

een kosjere huishouding, ze gingen naar sjoel, ze leerden de broches zeggen. Na jaren hebben de rabbijnen ze tot het Jodendom

toegelaten. Hij werd gejitst en tante Nel ging in het mikwe. Zij

kreeg als Jodin de naam Mirjam. Kunt U zich tante Nel als Jodin

voorstellen? Toch is het waar. Lang heeft ze niet van haar Jodin

zijn kunnen genieten. Een jaar na het bad in het mikwe is ze aan

K gestorven. Ik heb aan haar graf kaddisj gezegd.

Ik vind het wreed dat ik aan haar graf wel kaddisj heb kunnen

zeggen en niet aan het graf van U en van Vader. U hebt geen

graf. Ze hebben U verbrand en Uw as weg laten waaien. Al die

46