ONBESTELBAAR

ons. Zij hebben vijf kinderen gekregen, waarvan er één drie weken

na de geboorte is overleden. De vier andere kinderen - Leendert,

Rebecca, Nathan en Grietje - zijn in Polen vergast. Leendert, de

oudste, was toen twee-en-twintig jaar, Grietje, de jongste, acht.

Oom Jacob was van onze familie het eerste slachtoffer. Bij een

strafactie is hij opgepakt en naar Mauthausen overgebracht. Al op

7 juli 1942 is hij vermoord, zes-en-veertig jaar oud. Tante Mietje

is bijna een jaar later in Sobibor vergast. Deze familietak is ook

volledig uitgemoord.

Opoe Bekkie, Uw moeder, is thuis gestorven, een half jaar voor de

transporten begonnen. Ze is zeven-en-tachtig jaar geworden. Opa

Isaac heeft de grote reis nog gemaakt. Hij is op 19 oktober 1942

vanuit Westerbork op transport gesteld naar Auschwitz, waar hij

onmiddellijk na aankomst, drie-en-tachtig jaar oud, is vergast.

Van Uw familie is weinig winst en veel verlies te melden. In de

mannelijke lijn heeft één Grootkerk het overleefd: een zoon van

oom Hartog en tante Kaatje. In Israël heeft hij zijn achternaam

veranderd.

Nu nog de lotgevallen van de leden van het gezin dat Vader en

U hebben gesticht. Ook hier heb ik U meer verlies dan winst te

melden.

Uw oudste zoon Levi, en zijn vrouw Martha en hun dochtertje

Grietje zijn op 4 december 1942 vanuit Westerbork op transport

gesteld. Zij kwamen op 7 december in Auschwitz aan. Zoals alle

moeders met kleine kinderen zijn Martha en Grietje meteen vergast, Martha vier-en-twintig jaar oud, Grietje nog geen twee.

Levi is op het perron van Auschwitz in de andere rij geplaatst

dan zijn vrouw en dochter. Hij werd geselecteerd om te werken.

Lang heeft hij het niet volgehouden. Hij is op 28 februari 1943

vermoord, zes-en-twintig jaar oud.

56