ONBESTELBAAR

Bep, de enige dochter in het gezin, vierde haar 21ste verjaardag

een dag voor de inval in Nederland. Ze was al verloofd met Izak;

zij trouwden in de zomer van 1940. Bep zal voor de oorlog wel

een baan hebben gehad, maar ik heb geen idee wat ze deed. Na

het bombardement ging ze met een bakfiets het gebombardeerde Rotterdam in en verkocht ze de puinruimers koeken, kogelflesjes limonade, chocolademelk en chocoladerepen. In die

zomervakantie mocht ik vaak met haar mee en dan moest ik van

U die blauwe overall aantrekken.

Nadat ze waren getrouwd gingen Bep en Izak op een bovenhuis

aan de Noordsingel wonen. Dat was veel deftiger dan de

Agniesestraat of de Schiedamse Stationsstraat. Ik heb in die

dagen dingen raar gevonden die ik pas veel later ben gaan begrijpen. Dat ik hun buren nooit mocht zeggen dat Izak met een voddenkar door de stad liep. Dat Izak met de voddenkar nooit in de

buurt van de Noordsingel mocht komen. Dat hun meubels chic

waren en hun zondagse kleren modieus. Nu begrijp ik dat Bep

en Izak probeerden zich te ontworstelen aan het armoedige

milieu waarin ze opgegroeid waren.

Maup was negentien jaar toen de oorlog in Nederland begon.

Hij stond ook op de markt, als ik het goed heb met gereedschap.

Hij was ook verloofd en zijn meisje had zwart haar, zwarte ogen

en een wat donkere gelaatskleur. Ik vermoed dat zij een

Portugese Jodin was. Ik herinner me haar naam niet. U zult wel

gemerkt hebben dat ik hartstikke verliefd op haar was. Maup had

een grammofoon en ik denk dat hij alle plaatjes bezat van Johnny

en Jones. Ik had een liedje uit mijn hoofd geleerd en als ik dat

zong, gaf Maup me een cent.

24