ONBESTELBAAR
en tante Nel. Het was te chic, met al die mooie meubels, met
zelfs een piano. Tante Nel was voor U te mondain, met haar
mooie jurken die ze ook op doordeweekse dagen droeg. U miste de Joodse sfeer die thuis in de Agniesestraat zo aanwezig was.
U wist niet hoe U Jaap, Alex en mij de hele dag rustig moest
houden op die bovenverdieping. We leefden met ons achten veel
te veel op elkaar in dat huis dat zo typisch was ingericht voor een
echtpaar met één kind. Daarbij kwamen nog de spanningen tussen oom Piet en tante Nel.
U deed Uw best om te helpen, maar tante Nel gaf U letterlijk en
figuurlijk weinig ruimte. Ik merkte dat de rollen tussen Vader en
U waren omgekeerd. Vader werd flinker, U werd meer onzeker.
Vader bedwong zijn driftbuien, moest die in die kleine ruimte bij
vreemde mensen wel bedwingen. U kreeg steeds vaker huilbuien. Toen Annie, in haar onschuld, een plaatje van Johnny en
Jones opzette en ik begon mee te zingen over Meneer Dinges,
kreeg U zo’n ontzettende huilbui dat we dachten dat U volledig
zou instorten.
In plaats van te wennen aan de situatie, werd het steeds erger.
Jaap wilde naar buiten en hij werd ongedurig. Ik werd steeds
zenuwachtiger; ik ging op mijn nagels bijten en begon te stotteren. Alex kwam in verzet omdat bijna alles hem verboden werd.
Tegen die ontwikkelingen was zelfs het optimisme van oom Piet
niet opgewassen.
Het is tekenend voor oom Piet dat hij in zo’n situatie ineens
de grote realist werd die haarscherp kon aangeven wat er aan
schortte en wat er moest gebeuren. Hij riep ons op een middag
bij elkaar voor een gesprek. Hij zei dat het niet zou helpen om
Jaap nog eens uit te leggen waarom hij niet naar buiten mocht of
36