ISAAC LIPSCHITS
Toen de oorlog in Nederland begon, was U veertig jaar en Vader
één-en-veertig.
Levi, Uw oudste zoon, was drie-en-twintig jaar. Hij was eind
1939 getrouwd en met zijn vrouw Martha woonde hij in
Schiedam in de Stationsstraat. U stuurde me vaak naar ze toe.
Zogenaamd voor een boodschap, maar ik geloof dat U het wel
prettig vond dat ik daarheen ging en U alle aandacht kon geven
aan Alex. Ik vond het fijn om het kleine stukje met de trein te reizen en de paar minuten naar het huis van Martha en Levi te
lopen. Het was een klein huisje en de woonkamer was altijd rommelig en gezellig. Martha was een Jiddisje memme voor me. Ze
verlangde naar een eigen kind en dat kreeg ze in februari 1941.
U was zo trots op Uw eerste kleinkind, nog wel een kleindochter die naar U werd genoemd: Grietje. Ik heb een foto van U en
kleine Grietje in het tuintje in de Agniesestraat. Levi stond, net
als Vader, als standwerker op de markt. Niet met fruit, maar met
plakken chocolade.
23