ONBESTELBAAR

geld binnen waarmee U alles moest regelen. Met alles, grote en

kleine problemen, kwamen we bij U en U zult zich wel voor de

ondergang van ons gezin verantwoordelijk hebben gevoeld. Ik

weet dat U vóór de oorlog het gezin in stand hebt moeten houden in armoedige omstandigheden en U zult wel voldoende

ervaring hebben opgedaan in het opvangen en oplossen van

moeilijkheden. Maar de problemen die de oorlog voor U met

zich meebracht waren niet te voorzien en ten slotte bestond er

voor die problemen geen oplossing meer.

Vader die altijd met bananen op de markt had gestaan kon niet

meer aan handel komen. De bananen waren op en er kwamen

geen nieuwe. Hij ging, nog steeds als standwerker, druiven verkopen. Niet meer op zijn vaste plekje aan de weggebombardeerde Goudsche Singel, maar op het Noordplein. Het ging hem

niet goed af. Dat soort fruit lag hem niet. Hij moest er veel voorzichtiger mee omgaan dan met de bananen; de grappen die hij

op de markt maakte over bananen waren niet grappig als ze over

druiven gingen. Het lukte hem allemaal niet en hij werd thuis

driftiger. Ten slotte werd hem, als Jood, verboden op de markt te

staan.

Daarna kregen we in de kelder een atelier voor inlegzolen.

Behalve Alex werkten alle gezinsleden mee. In de kelder lagen

dozen met uit karton gesneden afdrukken van voetzolen waarop

we stukjes stof moesten plakken. De randjes werden bijgeknipt.

Het was een vreselijk werk. Uw mooie kelder met die bruin glanzende Keulse pot en met die rijen volle weckflessen werden stoffig en vies. Aan de ruzies in de kelder merkte ik dat het niet zo

goed ging met ons fabriekje. En even onverwacht als voor mij

dat fabriekje in de kelder begonnen was, kwam er een eind aan.

Zo maar, van de ene dag op de andere.

26