Hoofdstuk 43

Nicodemus zag geen duizelingwekkende lichtflits en voelde geen krachtstroom door zich heen trekken. Alles was nog precies hetzelfde. Toch wist hij op de een of andere manier wat hij moest doen. In zijn rechterhand hield hij de smaragd; zijn linkerhand legde hij op de opengeslagen bladzijde van de Index. Zijn geest schoot door de met sterren bezaaide hemel van de Index en botste tegen de tirade, een Numinus-Magnusspreuk van epische afmetingen, die was geschreven in een agressieve, reflexieve stijl. Een hele schrijfzaal vol groot-magiërs zou een jaar bezig geweest zijn om zo’n ingewikkelde tekst foutloos op te stellen.

Maar toen hij de spreuk in de smaragd vormde, sprongen er volmaakte zinnen in zijn hand en gleden over zijn arm omhoog. Het volgende moment was hij van top tot teen vervuld van strijdbare taal.

Felgrams in het wit gehulde figuur werd door de oogverblindende gloed verlicht. Zijn kap was tijdens het gevecht afgegleden en Nicodemus keek voor het eerst zijn tegenstander in het gezicht.

Wit haar hing slap over zijn smalle schouders. Zijn bleke huid vertoonde een ziekelijke glans, als van een made. Met zijn gladde kaken, diepliggende ogen en korte neus zag hij er menselijk, maar merkwaardig geslachtloos uit. Tussen zijn bleke lippen gaapte een muil met honderd trillende pezen. Zijn ogen waren roodgloeiend. In zijn voorhoofd zat een gouden rechthoek met vloeiende Numinuszinnen.

Met een zwaai gooide Felgram een wolk van naaldscherpe wisspreuken naar hem toe. Nicodemus wierp met beide handen zijn tirade uit. Er verscheen een Numinuskleed dat de wisspreuken omwikkelde en vervolgens een Magnusbol afschoot. Het projectiel raakte Felgram recht in zijn borst, zodat hij tegen de grond smakte.

Nicodemus sprong van de tafel en gooide een weefsel van fijn vervlochten Numinus- en Magnusdraden weg. Hoewel hij languit op de grond lag, stak Felgram zijn rechterhand op om een nieuwe wolk met wisspreuken los te laten. Maar de tirade van Nicodemus was veel krachtiger. De draden schoten dwars door de wisspreuken heen en wikkelden zich af. Daarna kronkelden ze zich om het schepsel heen, bonden zijn armen tegen zijn zij en zijn benen aan elkaar. ‘Stop!’ riep Felgram. ‘Ik geef me over.’

Nicodemus stond als overwinnaar boven zijn geknevelde vijand. Hij had een triomfantelijk gevoel verwacht, maar zijn enige emotie was onzekerheid. Wat was er in de Scheppers naam eigenlijk gebeurd?

Hoewel de gloed van de tirade was vervaagd, verspreidden de overgebleven vlamvliegalinea’s nog ruimschoots licht. Nicodemus keek rond en zag Deirdre op de grond liggen. Ze worstelde met de Magnuskettingen die haar nek insnoerden. Nicodemus greep de Magnusspreuk tussen duim en wijsvinger. Met behulp van de smaragd analyseerde hij de structuur van de tekst en redigeerde twee onderdelen. Toen er een schakel knapte, kon Deirdre de ketting wegtrekken.

Aan de andere kant van de grot lag Shannon roerloos op de grond. Azure stond naast hem en probeerde met haar snavel de censuurtekst los te trekken. Nicodemus dacht even na en knutselde snel een wisspreuk in elkaar die op een wijnrank leek. Hij wierp de spreuk onderhands naar Shannon toe. De wisspreuk verspreidde zich over het hele lichaam en schoof voorzichtig de censuurtekst van zijn hoofd.

Kreunend begon Shannon zich te verroeren. Nicodemus glimlachte verheugd nu zijn onzekerheid langzaam wegebde. Als hij de smaragd niet had gehad, zou de tekst in korte tijd gewemeld hebben van de fouten. Maar nu was hij genezen van zijn kakografie. Hij was een compleet mens geworden.

‘Je kunt me niet doden,’ zei een krakende stem. ‘Als ik er niet meer ben, zal Shannon zeker sterven.’

Toen Nicodemus zich omdraaide, zag hij dat de geknevelde Felgram hem met zijn onheilspellende rode ogen woest aankeek.

‘Ik ben de enige die hem van de woekeringvloek kan genezen,’ zei het schepsel. ‘Ik heb hem er nog tientallen bij gegeven. Je hebt me nodig, want alleen ik weet hoe je ze moet verwijderen. Ik ben de enige die de betekenis van de Oertaal kan uitleggen. Je zult nooit begrijpen dat het hele leven uit magische tekst –’

Nicodemus snoerde hem met een Magnusprop de mond. Daarna liep hij naar Shannon toe. De oude man spuugde op handen en knieën gezeten een glanzende woordenbrij uit. Tussen de zilveren tekst waren sporen van bloed te zien. Felgram had de waarheid verteld en inderdaad nog meer vloeken in Shannons buik geplant.

‘Nee,’ protesteerde de oude taalkundige, terwijl hij Nicodemus probeerde weg te wuiven. ‘Zoek liever uit hoe het met de Separatie zit. Ondervraag het monster.’

Nicodemus keek hem boos aan. ‘Magister, beweeg u niet. Ik moet u van uw vloek verlossen.’

‘Later,’ bromde Shannon. ‘De bewakers kunnen elk moment komen. We moeten Felgram –’

‘Magister!’ beet Nicodemus hem toe. Zijn toon was vastberaden, maar zijn handen waren ijskoud van angst. ‘Ik móét u behandelen.’

De magiër ging op zijn hurken zitten. ‘Vooruit, maar doe het snel. We hebben niet veel tijd.’

Nicodemus moest de oude man wel aanraken om de vloekspreuken te wissen, maar toen hij zijn hand uitstrekte, bleef die bevend in de lucht hangen. ‘Ik ben de Stormvogel niet meer,’ fluisterde hij in zichzelf. ‘Ik zal hem niet misvormen. Ik ben de Halcyon.’ Het was raar, dacht hij. Nu hij door de smaragd verlost was van zijn onvermogen, zouden ook zijn twijfels en angsten verdwenen moeten zijn. ‘Ik ben de Halcyon,’ praatte hij zichzelf moed in. Hij drukte zijn handpalm tegen de wang van zijn leermeester. De oude magiër haalde gierend adem.

Ineens kon hij dwars door Shannon heen zijn maag bekijken. Daar zag hij geen roze vlees, maar de groenblauwe gloed die het orgaan in de Oertekst uitzond. In de regelmatige plooien vielen vijf bulten op, die meer licht gaven dan de rest.

Nicodemus ging aan de slag om de woekeringen ongedaan te maken. Het was lastig werk. Felgram had het proza van Shannons maag op bijzonder ruwe wijze misvormd. Het ergste was nog dat de oude man elke keer in elkaar kromp als hij een tekstuele verandering aanbracht.

‘Is het klaar?’ vroeg Shannon, toen Nicodemus zijn hand terugtrok. Zweetdruppels van pijn liepen over zijn gezicht.

‘Ik heb de ergste woekeringen in uw maag gewist, maar ik zag een paar kleinere op de andere organen. Ze groeien niet snel en ik wil ze graag beter bekijken voor –’

‘Wis die later maar,’ zei Shannon, terwijl hij Azure weer op zijn schouder tilde. ‘Het duurt niet lang meer of ze weten in Sterrenstee dat we hier zitten en dan komen ze ons halen.’

Nicodemus hielp zijn leermeester op te staan. ‘Waarom zouden we bang moeten zijn voor de andere magiërs?’

Shannon deed een wankele stap. ‘Als de provoost de waarheid over jou verneemt, raakt de hele academische gemeenschap in rep en roer. Om te voorkomen dat we de politieke gevangenen van de provoost worden, moeten we zo veel mogelijk van de golem te weten komen.’

Nicodemus draaide zich om naar Felgram, die nog steeds vastgebonden op de grond lag. Deirdre had zich weer bij elkaar geraapt en was naar Boanns ark gelopen. Hoewel Felgram een beschermend schild om het voorwerp heen had gelegd, had de avatar haar armen erdoorheen gewrongen om haar handen op de steen te kunnen leggen. Door haar aanraking leek de ark sterker te worden. Uit de steen straalde een rood licht, dat Felgrams Numinusschild langzaam wegbrandde.

‘Vertel me de waarheid.’ Shannon strompelde naar Felgram toe. ‘Wat weet je over de Separatie?’

Het schepsel keek hem met bloeddoorlopen ogen aan. Toen Shannon de prop in zijn mond uitwiste, lachte hij hol. ‘Waarmee wil je me onder druk zetten? Wil je me martelen? Met de dood bedreigen? Het zal geen effect hebben, ouwe bok. Ik zal jou nooit gehoorzamen.’ Zijn rode ogen zwenkten naar Nicodemus. ‘Maar de jongen misschien wel.’

Nicodemus fronste zijn wenkbrauwen. ‘Wat wil je van me?’

Felgram grinnikte. ‘Misschien kun je de oude man ook zonder mij genezen, maar ik voer het opperbevel over de strijdkrachten van de Separatie. Als je mijn leven spaart, draag ik alle troepen van de demonvereerders aan je over. Je zult de nieuwe keizer worden.’

‘Wat een belachelijk voorstel,’ snauwde Nicodemus. ‘Ik brand nog liever in de hel dan dat ik jou ga helpen.’

Het monster bleef Nicodemus strak aankijken. ‘Denk erover na. Bij de magiërs ben je niet meer veilig. Ze blijven geloven dat je de Stormvogel bent. Ze zullen je gevangennemen en onschadelijk maken. Je kunt het als druïde verklede meisje ook niet vertrouwen, want ze heeft mij verraden, dus dat zal ze met jou ook doen.’

Zijn hart verkilde. ‘Heeft Deirdre je verraden?’ Hij herinnerde zich de eerste keer dat hij Felgram in de Trommeltoren had ontmoet. Het monster was verbaasd geweest dat Deirdre zich tegen hem had verzet.

Felgram ging niet op zijn vraag in. ‘We hoeven de demonen niet te dienen. Je mag me ook gebruiken om de Separatie te bestrijden. Denk eens aan de geweldige kansen die je krijgt. Ik laat je zien waar de erediensten voor de demon worden gehouden. Ik help je met het uitroeien of onderwerpen van de demonvereerders. Als je de mensheid wilt redden, heb je me nodig.’

Nicodemus keek naar Shannon. De oude magiër aaide Azure over haar nek. Na een bedachtzame pauze knikte hij. Nicodemus richtte zich weer tot het monster. ‘Vertel me alles wat je over de Separatie weet.’

‘Praat snel, want de bewakers komen eraan,’ zei Shannon. ‘Hoe is Typhon de oceaan overgestoken?’

Felgrams rode ogen schoten heen en weer. ‘Ik ben geen mens en ook geen constructie, maar iets ertussenin. Met een mengsel van aarde en demonische godenspreuken probeerde Los een nieuw ras te scheppen dat de mensheid moest vervangen. Ik zou de eerste nieuwe mens worden. Hij blies me leven in, maar maakte me niet af. Het Pandemonium was naar de kust vertrokken om te verhinderen dat de mensen over de oceaan zouden ontsnappen. Alleen Los was achtergebleven op de Calaxberg met mijn onvoltooide wezen. De aartsdemon werd door een groep krachtige menselijke avatars overvallen. Met opoffering van hun eigen leven bundelden ze alle godenspreuken en beroofden Los van zijn kracht zodat hij in een onbeweeglijke steen veranderde. Mij lieten ze incompleet en vergeten achter in het bergpaleis van de demon.’

Felgram bewoog zich ongemakkelijk onder de insnoerende Magnuszinnen. ‘De demonen hadden te weinig volgelingen om de mensheid over de oceaan te achtervolgen en Los was de enige die wist hoe de banden met het oude continent verbroken konden worden. Als schepsel van Los, vervaardigd uit godenspreuken en aarde, maakte ik deel uit van het oude land. Dus toen Typhoneus me eeuwen later toevallig ontdekte, besefte hij dat ik een voertuig kon zijn naar de nieuwe wereld. Hij trok bij me in en maakte mij tot zijn ark. We bouwden een eenvoudig schip en zeilden naar dit land.’

‘Waarom zijn jullie overgestoken?’ vroeg Shannon. ‘Waren jullie van plan de demonen één voor één over te varen?’

Felgram schudde zijn hoofd. ‘Het versteende lichaam van Los kan slechts tot leven worden gewekt door een Imperiaal die de Oertaal beheerst. We zijn de oceaan overgestoken om zo iemand geboren te laten worden. Typhon had de hele stamboom van het Imperiale geslacht uitgeplozen. Zo heeft hij jou op de wereld gezet, Nicodemus. Toen we door jou toegang hadden tot de Oertaal, hebben we een draak samengesteld om ons terug te brengen naar het oude continent.’

Nicodemus fronste zijn voorhoofd. ‘Waarom niet gewoon per schip?’

‘Over zee kan niet meer,’ antwoordde Felgram. ‘De demonen die vastzitten op het oude continent hongeren naar bloed. Ze stropen verwilderd de zuidelijke kust af en vernietigen elk schip dat in de buurt komt. Toen we weg zeilden waren ze daar nog niet op bedacht, maar sindsdien is hun woede tot het kookpunt gestegen. Zelfs Typhon zou de aankomst per schip niet hebben overleefd.’

‘Hebben jullie een draak nodig om eroverheen te vliegen?’ wilde Nicodemus weten.

Het monster schudde weer zijn hoofd. ‘Het is handig dat de draak kan vliegen, maar daar gaat het niet om. De draak die ik had gemaakt kon dat ook, maar toch zouden de demonen hem hebben verscheurd. Een echte draak bestaat uit meer dan vleugels en een pantser. Een echte draak kan iemands geest veranderen en zijn slachtoffers ondenkbare gedachten ingeven.’

Diep uitademend merkte Shannon op: ‘Dus een echte draak is een soort viervoudige cognitiespreuk?’

‘Inderdaad,’ antwoordde Felgram, zonder zijn ogen van de jongen af te nemen. ‘Alleen een echte draak kan voorbij de demonen komen en de Calaxberg bereiken. Daar kunnen we Los weer tot leven wekken met behulp van jouw schrijfkunst in de Oertaal. Los kan de woeste demonen temmen en hun banden met het oude continent verbreken, waarna de Separatieoorlog eindelijk kan beginnen.’

‘Waarom heb je jouw draak dan naar Trillinon gestuurd?’ vroeg Shannon met een bittere lach. ‘Laat me eens raden. Je had Typhon gedood voordat de draak compleet was. Toen je de wyvern in je eentje probeerde af te maken, bleek hij niet krachtig genoeg om hem langs de demonen te krijgen. Daarom zond je hem maar naar Trillinon om er dood en verderf te zaaien.’

Felgram liet zijn tanden zien.

Shannon reageerde met een vreugdeloze lach. ‘Aha, dus ik heb gelijk. Vertel me eens waarom je Typhon eigenlijk hebt vermoord. Waarom heb je je eigen plannen in de war gestuurd?’

‘Typhon was een grote stommeling,’ siste het monster. ‘De oude bok was gespitst op het doen herleven van Los, maar intussen hield hij er geen rekening mee dat ik een schepping van Los was. Met allerlei onbenullige opdrachten bracht hij mijn leven in gevaar. Toen de smaragd me liet zien hoe ik hem kon doden, deed ik dat en stal een deel van de demonische godenspreuk. Zo heb ik geleerd hoe ik de dromen van anderen kan beheersen.’

‘Dus er zijn geen demonen meer op dit continent?’ Nicodemus fronste zijn wenkbrauwen. ‘We hoeven alleen maar jou te doden om de Separatie tegen te houden.’

‘Zo zit het niet helemaal.’ Felgram grijnsde weer zijn tanden bloot. ‘Samen met Typhon heb ik in elk koninkrijk een geheime kring aanhangers gevormd. Ze proberen allemaal een ware Imperiaal voort te brengen. Daarom heb je mij nodig om de Separatieoorlog te verhinderen. Ik kan je helpen de kringen te gebruiken of te vernietigen. Allebei kan ook. Maar als je mijn aanhangers wilt bereiken, moet je me beschermen tegen de magiërs en die gemene vrouw. Ik wil er geen verrader bij.’

Deirdre kwam dichterbij staan. Haar ogen fonkelden van hartstocht. Ze had haar godin, haar zuivere liefde, teruggevonden. ‘Hoe kan ik je verraden hebben, terwijl ik je vanaf het begin heb geprobeerd te doden?’

Nicodemus kreeg een inval. ‘Hoe heb je Boanns ark gevonden?’ vroeg hij aan Felgram. ‘Waarom heb je die hiernaartoe gebracht?’

Het schepsel lachte hatelijk en keek naar Deirdre. ‘Weet ze dat niet eens? Heeft die stomme godin van haar dat nooit verteld?’

Deirdre stelde zich naast Nicodemus op. ‘Kop dicht,’ beet ze Felgram toe. Ze hief haar slagzwaard op tot boven zijn hoofd. ‘Anders hak ik je tong eraf.’

‘Pas op, Nicodemus,’ waarschuwde Felgram fel. ‘Boann is gevaarlijk. Ze wil macht over je uitoefenen.’

Shannon kwam tussenbeide. Hij trok Deirdres zwaardarm naar beneden. ‘Dit moeten we goed uitzoeken.’

Felgram bleef Deirdre woedend aankijken. ‘Boann en ik hadden een afspraak. De godin zou de Separatie dienen op voorwaarde dat ik van haar een machtige demon zou maken.’

‘Dat lieg je,’ snauwde Deirdre.

Shannon legde zijn hand op haar schouder. ‘Rustig maar.’

Het monster lachte. ‘Achterlijk wijf, ik heb met jou over die afspraak onderhandeld. Je hebt zelf aangeboden Nicodemus voor mij te vangen, omdat ik toen nog niet wist wie hij was.’

Deirdre keek haar twee metgezellen aan. ‘Luister niet naar hem. Hij probeert jullie tegen Boann op te zetten.’

Nicodemus beantwoordde haar blik. ‘Hoe wist hij waar Boanns ark was verborgen?’

Felgram gaf antwoord. ‘Het kind smeekte me om haar te sparen toen ik haar in die Chtonische toren klem had gezet. Ze vertelde me waar ik de ark kon vinden en hoe ik de druïden kon overvallen die de ark bewaakten. Hoe heb ik hem anders zo snel in handen gekregen?’

Deirdre schudde haar hoofd. ‘Dat is gelogen.’

Nicodemus sloot zijn hand om de smaragd. Hier klopte iets niet. ‘Maar waarom heb je de steen hierheen gebracht? Een spreuk uit de ark heeft de smaragd uit je hand geslagen.’

Het schepsel grijnsde verachtelijk. ‘Het was Boanns idee om hem hierheen te brengen. Op die manier was ik verzekerd van haar steun. Zo kon ze immers nooit haar belofte breken en met je wegvluchten.’ Snuivend vervolgde hij: ‘Het was dom van me dat ik ermee instemde, maar ik nam wel voorzorgsmaatregelen. Ik verzegelde de ark met een beschermende tekst. Het was een sterk schild, dat alleen verbroken kon worden als bekend was met welk proza het was geschreven. De smaragd heeft die kennis uit mijn geest opgepikt en aan de godin in de steen doorgegeven. Zo wist ze hoe ze de edelsteen uit mijn handen kon slaan.’

In Nicodemus’ voorhoofd verscheen een diepe denkrimpel. ‘Maar wist Boann dat jij de smaragd had? Jij bent de enige die... Jij en...’ Typhon, dacht hij, maar dat sprak hij niet uit. Een kille angst greep hem bij de keel.

‘Zie je wel. Je kunt noch de godin noch het meisje vertrouwen,’ hield Felgram hem voor.

‘Geloof hem niet,’ riep Deirdre naar adem happend. ‘Het is al een jaar geleden dat ik tegen Boann heb gezondigd. Ze heeft me bijna vergeven –’

‘Er klopt iets niet,’ viel Nicodemus haar in de rede. ‘Felgram heeft Typhon een jaar geleden gedood. Daarna kreeg je last van die aanvallen.’

Ze schudde haar hoofd. ‘Maar dat weten we toch? Boann heeft gezien dat Felgram de demon doodde. Zo kwam ze erachter dat jij bestond. Toen heeft ze me naar Sterrenstee gestuurd om je te redden.’

‘Nee, dat weten we niet zeker.’ Nicodemus schoof voorzichtig naar haar toe. ‘Dat is wat we vermoeden, maar is het ook waar? Stel dat Typhon erin is geslaagd Boann te overmeesteren toen hij in haar rivier was? Je hebt me zelf verteld dat de ark van Boann in de Hooglandse wateren stond.’

Felgrams rode ogen puilden bijna uit hun kassen. ‘Verbleef Boann in die rivier? Deirdre zei dat ze de godin van hun stad was. Kom, Nicodemus, we moeten snel weg bij de ark. Deirdre is Boanns avatar niet meer!’

Deirdres zwaardarm trilde. Nicodemus begon insnoerende Magnuszinnen samen te stellen. Felgram bleef roepen: ‘Nicodemus, Shannon, we moeten hier weg, anders wacht ons een lot dat erger is dan de dood! Ze is Boanns avatar niet meer! We moeten aan Typhon ontsnappen!’

‘Deirdre...’ begon Shannon.

Met een onvoorstelbare snelheid ramde Deirdre haar elleboog in Shannons gezicht en dreef de kling van haar zwaard door Felgrams schedel. De rechthoek met Numinustekst in zijn voorhoofd ontplofte, waarna er een krachtstroom door de grot denderde. Getroffen door de schok zonk Nicodemus weg in een diepe duisternis. Op zijn rug liggend keek hij naar een golf lichtgevend Numinusproza die van Felgrams lichaam naar de ark vloeide.

Hij vervaardigde haastig een wisspreuk in zijn onderarm en stuurde die naar de stroom Numinusproza. Maar zijn tekst verpulverde in de lucht en stoof uit elkaar. Met verlammende angst zag hij zijn spreuk op de grond vallen. Hoe kon hij die ineens weer fout hebben gespeld?

Hij keek naar zijn handen. Ze waren leeg. De smaragd was verdwenen.