Hoofdstuk 12

Nicodemus keek naar het houten bolletje. Hij had nog nooit zo’n zaadkorrel gezien. Een tintelende warmte trok door zijn handen. ‘De toverkracht werkt snel,’ fluisterde hij.

Deirdre liet zijn hand los. ‘Bewaar het op een veilige plek. Veel magiërs zouden hun gewicht in goud ervoor overhebben om dit toverzaad te krijgen.’

Hij keek haar recht in de ogen. ‘Als ik deze bol aan een magiër zou geven, zodat hij de taal van de druïden kan bestuderen, en de andere druïden komen erachter dat je hem aan mij hebt gegeven –’

‘Dan zouden ze me bij het altaar van de godin wurgen. De druïden bewaken hun hogere talen even fanatiek als de magiërs hun Numinus en Magnus.’ Ze stond op. ‘Zie je wel dat ik mijn leven voor jou in de waagschaal stel.’

Toen de klink van de deur piepte, stond Nicodemus op en stak de gift van de druïde in de beurs aan zijn riem.

Deirdre ging een eindje van hem af staan. De deur zwaaide open en in de deuropening verscheen een dodelijk vermoeide Shannon. Azure zat op zijn rechterhand en knikte met haar kopje.

‘Mijn waarde druïde,’ baste de groot-magiër. ‘Het bericht dat ik heb ontvangen is ronduit afschuwelijk, maar geef me alsjeblieft een momentje om mijn assistent te spreken.’

‘Natuurlijk,’ antwoordde Deirdre met een buiging.

‘Kom.’ Shannon wenkte en Nicodemus volgde hem naar de gang.

Zodra de deur dicht klikte, legde Shannon zijn kromgegroeide wijsvinger op zijn lippen en stuurde een stroom van zijn voorhoofd naar Azure. De vogel keek over de schouder van de oude man de gang in en stuurde een antwoord terug.

Toen pas ontdekte Nicodemus dat magistra Amadi Okeke een eindje verderop stond. Ze was half naar hen toegewend, terwijl ze stond te praten met een mannelijke bewaker, wiens lange haar was opgebonden in een Ixonische knot.

Ineens begon Azure te krijsen en met zijn vleugels te klapperen. ‘Help me eens om haar te kalmeren,’ zei Shannon. ‘Ze heeft kennelijk mijn nervositeit opgepikt over het nieuws.’

Nicodemus stapte naar voren om Azure over haar rug te aaien. Hoewel de vogel zich overgaf aan zijn rustgevende strelingen, bleef ze tekeergaan. Shannon sprak de vogel sussend toe. ‘O, Azure, braaf dier, rustig maar... stil maar, Azzzure.’

Nicodemus fronste verwonderd zijn wenkbrauwen. Meestal kalmeerde de papegaai wel als ze zoveel aandacht kreeg. Ineens drong het tot hem door dat Shannon niet alleen de geluiden van een moederpapegaai imiteerde, maar tussen neus en lippen door andere dingen aan het vertellen was. ‘Azure, och... Amadi luistert misschien mee. Kijk me niet aan... Azzzure, koppie krauw... ze praat met haar privé-secretaris, een Ixoniër die Kale heet.’

Azure was helemaal niet onrustig, maar maakte opzettelijk een hoop kabaal om hun gesprek te overstemmen.

‘Kun je onbewogen blijven kijken als ik je iets schokkends vertel?’ mompelde Shannon.

Nicodemus knikte zo onopvallend mogelijk.

‘Stil maar, Azure. Ken je magistra Nora Finn?’

‘Ja, ik heb haar een paar keer gesproken,’ fluisterde Nicodemus.

‘Ze is gisteravond vermoord.’

Nicodemus kreeg het gevoel dat hij stikte.

‘Rustig, Azure, schattebout. Niet verbaasd kijken. Goed zo. Och, Azzzure. Houd je gezicht in de plooi. Het wordt erger. De bewakers verdenken jou en mij ervan dat we Nora hebben gedood. Nog erger: gisteren ben ik de echte moordenaar tegengekomen. Ik weet bijna zeker dat die schurk achter jou aan zit. O, Azzzure. Ach... niet zo snel ademen, anders val je flauw.’

De grond leek onder zijn laarzen te kantelen en hij moest zich concentreren op zijn ademhaling.

Shannon vervolgde: ‘De moordenaar heeft gedreigd de andere kakografen te pakken. Ik heb een extra haag van beschermende taal rond de Trommeltoren gelegd en bevolen dat geen enkele kakograaf Sterrenstee mag verlaten.’

De oude man kneep zijn ogen half dicht. ‘Het probleem is dat de bewakers een onderzoek naar me hebben ingesteld, dus ze wantrouwen alles wat ik zeg. Als ik ze vraag de jongens in de Trommeltoren te beschermen, zullen ze denken dat het een list is en zullen ze mijn verzoek afslaan. Maar misschien kan ik informatie krijgen waarmee magistra Okeke gedwongen kan worden... Nicodemus, gaat het een beetje?’

Hoewel hij langzaam ademde, leek het of de wereld razendsnel rondtolde. ‘Wie is de moordenaar?’ fluisterde hij.

Shannons mond verstrakte. ‘Een wezen dat niet menselijk is en ook geen constructie. Maar we kunnen dit nu niet bespreken, omdat we in de gaten worden gehouden. Kom om twee uur vanmiddag naar het compluvium. Weet je waar dat is?’

‘Tussen de Satale Overloop en de Spilbrug.’

‘Goed zo, Azure, brave vogel,’ kirde Shannon en met zachtere stem vervolgde hij: ‘In het compluvium vertel ik je de rest. De bewakers zullen je vanaf nu in de gaten houden. Dat beschermt je tegen de moordenaar, maar als ze besluiten dat jij schuldig bent aan Nora’s dood, krijg je onmiddellijk een heksenproces aan je broek.’

Nicodemus balde zijn handen tot vuisten. Iedere spreukschrijver die proza vervaardigde voor onwettige of verkeerde doeleinden was in de ogen van de magiërs een heks. De bewakers hadden onder andere tot taak regelmatig op heksenjacht te gaan en de overtreders voor het gerecht te dagen. Maar omdat ze tevens rechtspraken, werden de verdachten meestal ter dood veroordeeld, ongeacht of ze schuldig waren of niet.

‘Het zal moeilijk zijn,’ zei Shannon, ‘maar je moet onschuldig en rustig lijken. De bewakers zullen je altijd gadeslaan.’

‘Magister, ik bedenk nu dat de druïde me iets vreemds heeft verteld toen u weg was.’ In telegramstijl deed hij verslag van wat hij van Deirdre had gehoord.

Shannon kauwde nadenkend op zijn lip. ‘Ik durf niet te zeggen of ze gelijk heeft over je keloïd en de vloek, maar langzamerhand begin ik ook te vermoeden dat jij verbonden met de profetie.’

‘M-maar de provoost dacht dat ik gebrandmerkt was.’

‘We kunnen dit nu niet bespreken. Luister, er is nog een reden om je zo onschuldig mogelijk te gedragen. Magistra Okeke en de andere afgevaardigden uit Astrophel behoren tot de partij van contra-profetie. De leden van die partij geloven dat er een anti-Halcyon zal opstaan, een kampioen van de chaos. Als ze tot de conclusie komen dat jij die anti-Halcyon bent, zullen we beiden niet lang meer leven. We moeten hen ervan overtuigen dat je een doodgewone kakograaf bent.’

‘Maar hoe kan –’

‘Sst,’ zei Shannon, alsof hij zijn vertrouwelinge suste. ‘Je mag dit aan niemand vertellen, niet aan een andere magiër, niet aan John en al helemaal niet aan Devin.’

Devins roddelzucht kennende was Nicodemus het met zijn leermeester eens.

‘Straks als Azure stil wordt, moeten we het nieuws uit Trillinon bespreken, want dat zal Amadi verwachten.’

Als bij afspraak hield de vogel op met krijsen. Ze haakte haar snavel in een plooi van Shannons pij en hees zich op zijn schouder, waar ze de veertjes op haar rug begon glad te strijken. ‘Brave vogel,’ zei Shannon. ‘Nicodemus, ik heb helaas verontrustend nieuws.’

De jongeman keek tersluiks over Shannons schouder en zag dat de bewaker stopte met praten en hen belangstellend volgde.

‘Een kwaadaardige constructie schijnt Trillinon overvallen te hebben,’ vertelde Shannon. ‘Een grote brand zaait dood en verderf in de stad. Een deel van Astrophel is in de as gelegd en veel van de Noordelijke magiërs zijn door de afschuwelijke toverkunst omgekomen.’

‘Wat voor soort tovenarij?’

‘Dat weten we juist niet,’ antwoordde Shannon fronsend. ‘De rapporten spreken van –’ Azure pikte een veer uit haar rug, wat altijd een teken van grote angst was. ‘Azure!’ riep de groot-magiër haar streng tot de orde, al suste hij haar daarna meteen.

‘Wat zeggen de rapporten, magister?’

‘Dat een kolossale constructie het Neosolaire paleis aan stukken heeft gescheurd en de hele stad in brand heeft gestoken. Ze zeggen dat de toverspreuk de vorm had van...’ Shannon schudde zijn hoofd, alsof hij het zelf niet kon geloven. ‘De vorm van een rode draak.’

Nicodemus wankelde.

‘Wat is er?’ vroeg Shannon bezorgd.

Met zijn hand voor zijn mond stamelde Nicodemus: ‘Ik heb vannacht gedroomd dat ik een draak was die een stad aanviel. Ik weet niet welke stad... maar hij lag beslist in het Noorden...’

Shannon kuchte. ‘Je ziet erg bleek. Heb je genoeg slaap gehad?’

‘Nee, maar –’

‘Zo te zien ben je doodmoe en erg van streek door het nieuws.’

‘Magister, ik droomde dat ik veranderd was in een dra –’

‘Nicodemus! Ik begrijp dat het nieuws wel een nachtmerrie lijkt, maar zet het van je af. Het was een droom, niet iets om diepgaand te onderzoeken.’ Bij die laatste woorden dempte hij zijn stem veelbetekenend.

Nicodemus schrok toen het tot hem doordrong wat de oude man bedoelde. Een blik in de gang bevestigde dat Amadi Okeke nog steeds naar hen keek. ‘Het spijt me, ik heb vannacht akelig gedroomd en slecht geslapen. En dan nog dit nieuws... het is allemaal zo verwarrend.’

‘Dat kan ik me heel goed voorstellen.’ Shannon legde zijn hand op de schouder van zijn assistent. Azure maakte een zacht krassend geluid. ‘Verdorie, daar begint hij weer,’ beklaagde zijn baas zich luid. ‘Nicodemus, help me even.’

Zodra hij de vogel begon te aaien, mompelde de oude man: ‘Hoe ging die droom in het kort?’ Nicodemus beschreef zijn nachtmerrie zo beknopt mogelijk. Toen hij klaar was, vroeg Shannon zacht: ‘Waren er momenten dat je uit meerdere personen bestond?’

‘Ja,’ fluisterde hij. ‘Elke keer voordat de draak aanviel, was ik ook een oudere visser of de vrouw van een soldaat of een bedelaarster die naar het monster keek. Het bedelmeisje zag trouwens geen draak, maar een zwarte kubus in de lucht.’

Shannon trok een bedenkelijk gezicht. ‘Je hebt viervoudige gedachten gehad.’

Nicodemus keek de oude man aan om te zien of het hem ernst was. ‘Ik dacht dat een spreukschrijver uitsluitend viervoudige cognitie kon bereiken als er een krachtige tekst rond zijn brein was gelegd.’

‘De moordenaar beweerde dat hij dromen kon manipuleren. Ik dacht dat hij blufte, maar nu herinner ik me historische teksten over oude spreuken die viervoudige gedachten kunnen opwekken in een slapend brein. Ik denk dat die nachtmerrie naar je toe is gestuurd.’

‘Als dat waar is, is het niet mijn schuld dat de draak de stad heeft aangevallen.’

‘Inderdaad,’ bevestigde Shannon met een knikje. ‘Door viervoudige gedachten verandert de wereld niet, alleen iemands waarneming. Het is belangrijk dat je beseft dat jij de aanval niet hebt veroorzaakt.’

De jongeman liet zijn adem ontsnappen, die hij ongemerkt had ingehouden. ‘Maar waarom heeft hij me die droom gestuurd?’

‘Dat weet ik niet, maar het betekent dat er een verband bestaat tussen de moordenaar en die draak. Donders, als die ellendeling straks dromen stuurt naar de jonge kakografen? Hoe kan ik ze daartegen beschermen? Toch mag je het niemand vertellen. We praten er verder over in het compluvium.’ Hij gaf Nicodemus een kneepje in zijn schouder.

Azure hield op met haar gekras en Nicodemus frummelde aan zijn mouw, toen hem plotseling iets inviel. ‘Ik hoop dat uw familie niet getroffen is door de brand in Trillinon?’

Glimlachend antwoordde Shannon: ‘Een oude vriend heeft een bericht meegestuurd met de laatste colaboriszending en ze zijn gelukkig ongedeerd. Maar nu zijn alle decanen en magisters opgeroepen voor een crisisberaad. Het probleem is dat de colleges moeten doorgaan. Wil jij iets voor me doen?’

Nicodemus keek hem met grote ogen aan. ‘Mag ik lesgeven? Dat wil ik dolgraag... Ik heb al geoefend... maar ik weet niet of het me in deze situatie wel zal lukken.’

Shannon knikte. ‘Ik weet dat je er heel lang naar uitgekeken hebt en uitgerekend nu krijg je de kans. In het licht van wat er vandaag is gebeurd, lijkt het onbeduidend, maar het is van het grootste belang dat je een goede indruk maakt.’ Hij greep de jongeman veelbetekenend in zijn schouder. ‘Begrijp je? Van het grootste belang.’

‘Ja, magister,’ antwoordde Nicodemus, die opnieuw besefte dat de bewakers hem in de gaten hielden.

‘Prima.’ Shannon liet zijn schouder los. ‘In deze omstandigheden zal niemand er bezwaar tegen maken. De novieten zijn allemaal jonkies, geen enkele is ouder dan dertien. Je zult geen last hebben van je onvermogen. De les wordt gegeven in het Bolidehuis op de tweede verdieping aan de westkant. Leg de basisprincipes van compositie uit. Na de les ga je naar mijn woonverblijf en je zorgt dat je voor het middagmaal nog even slaapt. Mijn wekker en de wachtwoorden om bij me binnen te komen vind je in de kast van mijn lokaal. Gebruik ze ook. Je moet goed uitgerust zijn voor je taak van vanmiddag.’

Hoewel het afschuwelijke nieuws hem wakker had geschud, prikten zijn ogen nog van de slaap. ‘Ja, magister.’

‘Als je geslapen hebt, gebruik je het middagmaal en daarna kom je naar het compluvium.’

Nicodemus slaakte een zucht. Ondanks de vele schokkende ontdekkingen van die dag zou hij les moeten geven.

Zijn leermeester lachte zachtjes. ‘Ik weet dat het een onmogelijke opgave lijkt, maar je moet vergeten wat er vandaag is gebeurd en helemaal opgaan in je werk. Als jij het leuk vindt om les te geven, vinden zij het leuk om les te krijgen. Ben je zenuwachtig?’

Dat was hij inderdaad, maar ‘geschokt en verbijsterd’ zouden het nog beter beschrijven, antwoordde hij.

Shannon knikte. ‘Dat kan ik me voorstellen, maar laat de studenten het niet merken, want dan storten ze zich op je als een roedel weerwolven. Je kunt beter te hooghartig zijn dan te onzeker.’

Shannon stond bekend om zijn overdonderende manier van lesgeven en Nicodemus besloot zijn voorbeeld te volgen. Dat betekende dat hij zijn gevoelens van angst en hoop over de profetie opzij moest schuiven.

De oude man knikte weer. ‘Ga nu maar, anders kom je te laat.’

Nicodemus draaide zich om en liep in de richting van de trap. ‘Ik bedenk nog wat,’ riep Shannon hem na. ‘Er zit een jongen in de klas die nogal lastig is en...’ Zijn stem stierf weg. Nicodemus keek om. ‘Vermoedelijk is hij een kakograaf.’