De brief

 

 

... zal wel raar opkijken van mij Fred een briefte ontvangen. Dat komt omdat ik geen familie of kennissen bezit aan wie ik hulp zou kunnen vragen...

 

Arme zak! Noodkreet uit de bajes. Had hij de slijmerd die avond maar meteen de valse wimpers uit zijn gezicht geslagen.

Achteraf ben je altijd ad rem, maar op het moment zelf sta je lullig te kijken tot de heren de zaak weer op orde hebben.

Historische avond voor het familie archief. Was een shaggie komen lenen bij Jan. Gewoon. Liep zo de kamer binnen. Mag toch zeker bij je eigen broer. Weke Freddy was op bezoek. Wist ie. Maar de heren lagen op bed. Wist ie niet. De slijmjurk had zich direct omgedraaid, maar dacht niet aan de spiegel boven de wasbak. Jan overeind met zijn hand op zijn gulp: Wat is er Ruud? Mooi moment om de film stop te zetten. Freddy zang en Johnny gitaar. De bloem van de band! Het instrument zat nog in het foedraal. Ze repeteerden gewoon a capella op bed. Muziek heft alle grenzen op. Kan je zelfs je vriend mee omtoveren. Arme Trees. Was zo trots op haar gitarist. Met twee jaar ULO kan je niet weten dat liefde voor muziek aanwijsbaar is bij een groot aantal seksueel geïnverteerden. Uitroepteken. Hij heeft een stencil van de biologieleraar, zij niet.

‘Waar zitje aan te denken? Je kijkt zo lelijk.’

Zijn moeder zit naar hem te kijken, met haar breiwerk op schoot. Iedere winter een nieuwe trui. Patroon uit 1950. Kuis damesblad. Toen deden de redaksies nog geen bloot in de advertenties.

‘Niks. Ik ga eens wat wandelen.’

Hij staat op. Nu Jan vast zit, is hij hele avonden met haar alleen. Als je lang niks zegt, zit ze op een gegeven moment ineens te huilen. Begrijpelijk, ook al zal het wel voor de helft zelfbeklag zijn. Met een zoon in de nor daal je in koers bij de buurt. Van die brief weet ze niks. Stom toevallig was hij het eerst bij de brievenbus van de week. Herfstvakantie.

‘Niet zo aan je trui trekken, Ruud. Straks zit er geen model meer in.’

Dat zit er al sinds 1950 niet meer in.

‘Moet de teevee nog aan? ’

Ze heeft het kreng al een jaar, maar kan hem nog steeds niet foutloos bedienen. Kan je honderd keer uitleggen, ouwe mensen zijn gewoon te lui om te leren. Luisteren niet.

‘Laat maar. Kom je niet zo laat terug? Morgen weer vroeg op.’

Ja, morgen weer naar school. Moet verdorie nog een opstel. (Een Morgen In Het Bos. Kunst Zien En Begrijpen. Mens En Dier. Hoe Stel Ik Mij Mijn Toekomst Voor? Enz. Het onderwijs is een zegen en zo aangepast aan de eisen des tijds). Hij verzint wel een smoes dat hij niet klaar is. Desnoods gaat ie ze pesten met een eigen titel: Ben Ik Mijn Broeders Hoeder? Zijn ze nergens meer. Rottig genoeg die toestand op school. De leraren kijken langs hem of ie radio-aktief is. Met het gevolg dat ie geen mieter meer doet, hij krijgt toch geen beurt. Als je een knul in de nor stopt, krijgt zijn broer automatisch voorwaardelijk. Hij mag niet eens op bezoek, mist ie teveel lessen.

 

... Bezoekregeling. Bezoek uitsluitend voor familieleden op vertoon van legitimatiebewijs. Kinderen van 4 tot 16 jaar geen toegang...

 

Toch lief van de justitie dat ze dat op het briefpapier drukken. Een gewaarschuwd kind telt voor twee. Je moet die schapen niet nodeloos ongerust maken. Wat weet een kind van het recht? Hij is boven de zestien, hém is alles duidelijk. Het individu brengt het algemeen welzijn in gevaar. Simpel. Dat kan niet. Waar blijf je als die individuen alsmaar het algemeen welzijn in gevaar lopen te brengen? Alarm! Er wordt een partij damesondergoed vermist. Slipjes. Beha’s. Gordeltjes.

Vanaf dit moment loopt elke vrouw potentieel in haar blootje. Dat verdraagt het algemeen welzijn niet, dus...

Jan scheen niet beter te weten of het was voor de doorverkoop, had eerst parfum en zo voorgesteld, maar Freddy dacht alleen aan particulier gebruik. Bleek pas op de zitting. Hadden ze nou maar gewoon geld gegapt, da’s netter. Alles wat vaker gebeurt, is netter. Nou geneert moeder zich rot voor zoonlief, ’s Maandags bezoek, van 9.00 uur tot 11.00 uur. De letters A tot D. Ze slaat geen week over, maar als ze gaat, doet ze of ze boodschappen moet. De buurt hoeft het niet te weten. Grote boodschappentas. Zondagse hoed. Moeder bezoekt zoon in gevangenis. De tranen rollen vóór haar uit over de stoep. De wolken hangen laag. Motregen om de sfeer te verhogen. Drie maanden met aftrek van voorarrest. Logisch dat het weer in een nette buurt daarvan van streek raakt. De officier keek of ie Ik Jan Cremer voorlas bij de aanklacht. Slipjes en beha’s in vereniging. Vrouwe Justitia snapte gewoon niet dat je als knul die dingen moeilijk kunt gaan kopen. Geen gelul. Drie maanden, zei het Hof. Wouen een voorbeeld stellen. Voor de jeugd. Hufters! Als het nou nog lange onderbroeken waren geweest.

In de gang hangt het leren jasje van Jan. Zou hij het aantrekken? Kraag op. Denken ze bij Muller, dat ie Jan is.

Hé Jan, ben je ontsnapt? Allemaal in een kring om hem heen. Ook meiden. Jan had ondanks alles behoorlijk plak van vrouwen. De natuur wordt bijziend.

Allicht ben ik ontsnapt. Bewaker gekneveld. Schop tegen zijn ballen. Over de muur. Enkel verstuikt bij de landing. Op één been hiernaartoe gestrompeld. Kijk maar helemaal dik. Wie wil me steunen? Trees, geneer je niet. Geef me een arm. Meisjes gaan voor. Ga weg! Jij bent Jan helemaal niet. Jammer, had je graag een pleziertje gegund bij alle leed Trees, maar ja, man en vrouw zijn één nietwaar?

Ach dat kreng past hem niet eens. Jan is breder, en b. Trees komt trouwens nooit bij Muller. Zielig als je verloofd bent met de helft van een knul. Hij laat het ding hangen. Zijn trui is goed voor ieder klimaat. Het is trouwens niet koud buiten.

De hele straat zit teevee te kijken. Met je luie kont in een stoel op twee meter van Vietnam, kan je de wereld op je sloffen af. Televisie verhoogt het begrip tussen de volkeren, ozo! In één huiskamer zitten ze zich te versterven. Pa met de krant, ma met een boek. Zo te zien treurig. De uitleenbibliotheek moest ruitewissers erbij cadeau doen.

Op de hoek staat een stel te vrijen. Dijen tegen elkaar, hoofden ineengevlochten. Net de knoppen van een gladiool. De buurt gaat achteruit. Nog maar één jongen op het gym en die zijn broer zit in de bak. Kan je tegen elkaar wegstrepen.

 

... John mij aangeraden jou te schrijven. Wat ik je vragen wil, is dit: wil je voor mij misschien naar die wasserette in de Veerstraat gaan... ik zal je zeer erkentelijk zijn als...

 

Zo ben je niks en zo ben je privédetektive voor Weke Freddy. Natuurlijk. Hij komt die wasserette binnen.

Alle trommels draaien, alle vrouwen kijken. Kwam een pakje halen van Fred. Fred schreef me: Zeg maar van Fred. U wist wel welke Fred. P.S. Mocht u er niet zijn, dan vraag ik s.v.p. uw adres bij de chef van V. en D.

Daar heeft u ook gewerkt, op het toilet. Toen uw schoonzus ziek was. Vervangen. Zie ik dat juist?

Freddy heeft wel fantasie! Ze zien hem aankomen!

Mag ik de chef misschien een ogenblik lastig vallen?

Het gaat om een dame die een wasserette beheert.

Jawel, in de Veerstraat. Maar soms vervangt ze haar schoonzus bij u op de weecee, bij het schoteltje dan.

Het gaat om een pakje wasgoed van een vriend. Vindt u dat vreemd? Mag een jongeman zich niet interesseren voor de vuile was van een vriend? U blijft het vreemd vinden zegt u? Goed, ter zake: bewuste dame zou het goed voor hem wassen omdat hij op kamers woonde. Later kwam mijn vriend erom vragen. De eerste maal had ze het nog niet gestreken, de tweede maal was ze het vergeten en de derde maal kon mijn vriend zelf niet, a.g.z. men hem kwam halen en naar het bureau brachten. U gelooft me niet? Hier is de brief. Kompleet met stijlfouten. U gelooft me nog niet? Denkt aan een komplot? Maar meneer u kijkt teveel naar de teevee. We leven in een net land. Al gapt een jongen lingerie, daarom hoeft zijn vriend nog niet... Ik ben trouwens niet eens de vriend, ik ben de broer van de vriend, de enige band met de buitenwereld, voelt u? U voelt niets? Jammer. U heeft hier anders mooie bankstellen op de afdeling staan. Mag ik eens proberen? Als ik rijk ben, kom ik er een kopen. Dag meneer. Wat raadt u me aan? Roltrap of lift? Lift is kapot? Geeft niet, roltrap is ook leuk. Tot genoegen meneer. Groeten aan uw vrouw. U heeft geen vrouw? U heeft een vriend. Jammer, volgende keer beter.

‘Hallo Ruud! ’

Ze roepen hem. Niet lopen suffen. Meisjesstem aan de overkant. Zou het Trees..? Niet te zien. Geen lantaarnpaal om bij te lichten. Het kan zijn. Maar waarom loopt ze dan door? Of een meisje uit zijn klas. Die doen tegenwoordig poeslief. De voorkeur van een vrouw gaat uit naar de verdrukten. Hebben ze een speciaal hormoon voor. Maar hij weet nooit wat ie met ze aan moet. Zijn dagdromen hebben geen wekker. Of Trees moest... Godverdomme, als Freddy kwam oefenen, had zij Fijne Keuken Voor Verloofde Meisjes. Zo gaat dat. Misschien heeft ze parijse aardappeltjes staan bakken, toen Jan op bed lag te oefenen op een alternatief. En Ruud heeft niemand wat verteld, anders is Ruud weer jaloers. Toen hij beneden kwam zonder shaggie, zat zijn moeder te naaien. Ondergoed. Nieuwe schouderbandjes. Het leven gaat door.

Is Fred nog bij Jan? Ik hoor geen muziek meer.

Ja mam, hij is er nog, maar zal zo wel (opdonderen) weggaan. Het hoge woord kwam er niet uit, ook al vroeg ze: wat heb je?

Ze zou het geeneens geloven.

 

...dan misschien ook uit mijn naam je mama vragen of zij zo goed wil zijn, wanneer zij John komt bezoeken, het voor mij bij de administratie...

 

Als hij het pakje had, deed ze het. Zonder te vragen naar de inhoud. Freddy is gewoon een vriend. Toch niks erg dat hij zo vaak komt. Beter dan dat ze op straat zwerven. Je moet niet vergeten hij heeft helemaal niemand meer. Jullie hebben tenslotte nog een thuis. Natuurlijk, als puntje bij paaltje komt, heeft hij nog een thuis: Een Broer Met Een Gitaar, Een Moeder Met Een Breikous.

Het Eerste Net en Het Tweede Net... Ach ze bedoelt het goed, is gewoon te lief om te snappen, da’s de narigheid met moeders. Hoe vertel ik het mijn man? Een leugen verkoopt zichzelf, met de waarheid moet je leuren.

Moeder opgelet, nou komt het. Even naar het vogeltje kijken..: Weke Freddy is een... (Ach laat maar, homo is voor haar net zo’n vreemd woord als komputer-programmeur, ze zullen wel nodig zijn.)

Jongen, waarom word je altijd sarkastisch als je iemand niet mag? Ja waarom eigenlijk? En waarvoor gaan moeders huilen?

Verrek, het begint te regenen. Daar moet een portiek zijn. Hij kent de straat, komt er elke dag op weg naar school. Gek, als je niet nadenkt, loopje vanzelf de gewone weg. Even verderop is zo’n wasserette. Hij kan naar binnen gaan, oefenen. Die dingen zijn ook ’s avonds open. Mevrouw ik kwam een pakje ha...

Wat krijgen we nou? Alleen maar kerels. Wijdbeens op een kruk. Voor elke machine één. Staren door de patrijspoort. Geen mens kijkt naar hem. Wat moeten die kerels? Even over een schouder kijken. Jezus! Al die lui zijn hun zakdoek aan het wassen, enkel een zakdoek. En achter bij de rekken stoomgoed staat ook een vent. Geen vrouw te zien. Wedden dat het smerissen zijn. Op het moment dat hij naar dat pakje vraagt, grijpen ze hem in zijn kraag. Of u maar even wilt wachten tot onze zakdoeken... Daarna wilt u misschien een verklaring afleggen over de vermoedelijke inhoud van dit pakket.

Het corpus delicti ligt op één van de machines. Hij doet een stap naar achteren maar ze deinzen mee. Verdomme meneer, ik weet niet eens wat erin zit. Wie heeft dat pakje, u of ik en waar is de vrouw van deze waswinkel? Meneer, wilt u rustig gaan zitten, wij stellen de vragen. Er zijn sterke aanwijzingen dat de vermoedelijke inhoud van bedoeld pakket afkomstig is van een diefstal. Wilt u het maar openmaken? De machines draaien allang niet meer. De stilte telt af. Na tien weken heeft de politie de hand weten te leggen op een van de sleutelfiguren in wat de man van de straat de beatkraak is gaan noemen enz. Als hij gaat schreeuwen, komen de smerissen op hem af, proppen hem hun zakdoek in zijn mond. Eén, twee, drie... dertien zakdoeken.

Chchchchuh... daar gaat ie!

Oppassen nu begint hij te malen. Het is harder gaan regenen. Hier in dit portiek wordt ie ook kleddernat.

Kan net zo goed naar huis gaan. Nachtmerries overleef je makkelijker in bed onder de dekens. Raakt ie zijn gedachtes dan verdorie nooit kwijt! Bloedzuigers zijn het. Rotte herinneringen zijn bloedzuigers. Maar wat wil ie? De krant stond stijf van de inkt. Jan was hoofdverdachte omdat ie had gewerkt in de zaak van de kraak. In het magazijn. Jan wist de weg. Inbraak bij vroegere werkgever. Hebben we daarvoor de leer van de staatsonthouding opgegeven en ons gestort in het sociaal avontuur. Als je ze één vinger gunt, nemen ze de hele pap. Het blijven arbeiders, die werknemers.

Een plaatselijke krant zet voor zoiets Vietnam in de ijskast. En het is voor werkgevers in de textielnijverheid reden om de loononderhandelingen te saboteren. De hele Stichting van de Arbeid verongelijkt naar bed. Allemaal omwille van die beha’s van zes vijfennegentig. Lycrakant. Versterkte cups. Verstelbare schouderbandjes. Voor onbepaalde tijd schrapt de televisie uit piëteit desbetreffende reklames. Holland heeft nog wel moraal, ook al spreekt het een woordje mee.

 

...hopend dat u allen thuis mij niet te lastig vindt met mijn gevraag, dank ik u bij voorbaat. Ook breng ik mede namens John u allen thuis de hartelijke...

 

Vanhetzelfde! Freddy weet wel hoe het hoort. Kan beter lullen dan versieren. Dat jargon is van plaatijzer!

De straat slaapt of er is wat opwindends op de teevee.

De meeste gordijnen zijn dicht. Geen mens te zien. Zijn moeder zal wel zitten dutten boven haar breiwerk. Hij pakt de sleutel en draait. De deur piept. Smeren mag niet. Ze gelooft heilig in piepende deuren, schrikken inbrekers af. Alsof die op bezoek gaan bij kollega’s. Ze heeft de teevee blijkbaar toch aangekregen. Hij hoort een mannenstem. Even achter de deur blijven staan.

... Wij zijn van mening en met ons vele geestverwanten, dat een christelijke politiek pas de naam christelijk verdient als er inderdaad sprake is van een christelijke bewogenheid inzake... Gedurfde taal! Wacht eens... daar is nog iemand. Trees!

‘Goedenavond, (ze schrikken) dag Trees.’

Ze heeft zich opgemaakt. Waarvoor? Jan is toch verhinderd. Hij komt naast haar op de bank. Niemand zegt wat, behalve het forum op de teevee, die lullen maar door. Zijn moeder vecht met de slaap. Gezellig voor het bezoek! Enfin, Trees is eraan gewend. Als hij nu eens begint over de relaties met het Huis van Bewaring, dan zwemmen ze alletwee in hun tranen de kamer uit.

Zijn moeder dan. Trees is nog niet zo zeker. Waarvoor is ze eigenlijk zo mooi? Moet je die benen zien. Jan is weliswaar haar vrijer, maar Ruud loopt vrij rond. Weet hij veel wat ze denkt! Ze hebben het er samen nooit over gehad. Je mag de gelegenheid nu eenmaal niet zoeken. Hij kijkt en ze glimlacht. Kijkt met hem mee langs haar benen en zo. Zit verdorie duidelijk de aandacht te trekken! Zou ze...? Verrek, er gaat hem wat dagen. Die had Jan alleen nodig als objekt van liefde, zo heet dat toch? Objekt weg, liefde foetsie, zoiets als zwemmen op een stoel. Natuurlijk! Hij wordt er opgewonden van. Trees is een typisch natuurkind. Als ze maar een knul heeft waar alles aan zit! Zijn moeder zit waarachtig te dutten, merkt niets van de psychologische oorlogvoering op de bank.

Hij staat op en draait het geluid van de teevee weg. Moeder dut door. Trees staat ook op.

Tk denk dat ik maar eens ga... (of niet) laatje moeder maar, Ruud.’

Ze gaat de gang op, hij komt achter haar aan. Kijkt nog even om of zijn moeder reageert, maar die beweegt niet, droomt van de K.V.P.

‘Nou...’ zegt ie als hij Trees in haar jas helpt, maar ze blijft treuzelen. Leuke situatie: een paar centimeter verschil tussen zijn broer en hem.

‘Was er nog wat? ’

Trees zegt niets. Haar jas hangt los, het truitje spant. Ze doet het erom. Dat wordt link. Ineens heft het verschil zich zelf op. Hij voelt haar beha meegeven, zij geeft ook mee. Ze brengt zelf zijn hand op de goede plaats.

‘Kom mee naar boven,’ sist hij zacht.

Ze aarzelt, maar als hij de trap op gaat, komt ze mee. Op zijn kamer blijft ze bij de deur staan. Hij is doorgelopen. ‘Ruud, wat doe ie? Ie moeder...’

‘Slaapt.’

Hij sluit de deur en ze gaat op zijn bed zitten, handen in de schoot. Krankzinnige situatie. Hij ziet zichzelf in de spiegel. Dilettant, wat nou? Gordijnen dichtdoen om te beginnen. Kabouters en paddestoelen. Een verdwaald konijn. Niemand heeft ooit reden gevonden ze te vervangen. Rudy is de jongste en blijft de jongste.

Trees beweegt niet. Met van die ogen die alleen maar mama kunnen zeggen. Als hij naar haar toeloopt, begint ze ineens te grienen.

 

...bood ze me aan die spullen voor mij te wassen, omdat ik toen op kamers woonde. Ik had het bij haar in bewaring gegeven. Later kwam ik erom vragen en...

 

Hij gaat naast haar zitten en legt zijn hand op haar been. Zonder enige bijbedoeling bedenkt ie ineens. Hij heeft nog nooit de dij van een meisje gevoeld. Ze zitten zo een tijdje. Het huilen wordt minder en dan schuift ze tegen hem aan of hij tegen haar, weet hij veel. Hij veegt met zijn vingers over haar wang. Duurt even. Dat rokje kruipt godverdorie steeds hoger. Ineens gaat ze recht zitten. Trekt met een wild gebaar het truitje over haar hoofd. Een zwarte beha. Hoe gaat het nu verder? Meteen vrijen of eerst verder uitkleden? Het ligt er maar aan wat voor soort film. Te Mooi Voor Censuur!

Als hij aan de sluiting van de beha komt, verstart ze ineens. Hè, da’s niet sportief. Eerst uitdagen en dan terugkrabbelen. Hij staat op. Ze wil haar truitje weer aan, doet het over haar hoofd. Ze is verdomme mooi. De borsten puilen een beetje boven de beha uit zoals het hoort. Daar gaat zijn droom. Nachtmerries gaan voor!

Trees kijkt nu ook naar hem, angstig en verontschuldigend. Haar berouw komt wel wat vroeg. Hij loopt naar zijn bureautje. De brief ligt onder een schrift. Eigenlijk is het vuil wat ie nu doet, maar hij ziet op het moment geen kans om lief te zijn. Eerst de waarheid, het werk van de liefde!

Ze heeft het zelf uitgelokt.

Hij toont het epistel. Ze kijkt verbaasd, het truitje half aan, het rokje nog steeds op scherp.

‘Ik weet een spelletje.’

Ze snapt er niks van, wil opstaan.

‘Vooruit, ik weet een spelletje.’

Terwijl hij langzaam naar het bed loopt, bekijkt hij haar benen die uit het strakke rokje steken. Je bent mooi Trees. Bent weliswaar mislukt op de ULO, weet dus niets van de roerselen van Jan, maar je bent mooi. Bent tegen de verkeerde Jongen opgebotst, maar je bleef mooi. Benen, borsten, hals. De computer bovenin zijn kop registreert meer dan zijn mond kwijt kan:

‘Mooie beha was dat. Zwart is wel wat. Hield Jan toch zeker ook van. Zou me verbazen als Jan niet van zwart hield. Mooi ding! Zeker een deel van de buit of heb ik het mis? ’

Hij gaat naast haar zitten, maar ze schuift bang van hem weg.

‘Ik weet een leuk spelletje heus. Moet je luisteren.’

Ze staat op, wil haar jas pakken. Hij jent door, weet gewoon niet meer wat hij zegt.

‘Wacht nou Trees. Ik weet heus een spelletje. Moet je luisteren? Nu ben ik laan we zeggen Weke Freddy en jij bent Jan of omgekeerd, begrijp je? ’

En als ze met haar jas over de arm naar de klink van de deur grijpt en paniekerig weg wil:

‘Nee wacht! Nou doe eens mee Trees. Snap je me niet? Gewoon een spelletje. De ene jongen met de andere jongen, dat kan toch. Nooit van gehoord. dat je niet van schrikken. Komt geregeld voor.’

Nu moet ie ophouden, het is wel genoeg. Hij propt de brief in zijn broekzak. Trees kijkt naar hem vanaf een andere planeet, rent dan terug naar zijn bed waar ze languit gaat liggen schokken, zonder geluid. Daar had ie godverdomme niet op gerekend. Wat doe je in zo’n gev...?

‘Nou niet huilen Trees. Dacht je dat ik het leuk vond? ... ik ben godverdorie zijn broer en als jij kwam... dacht je dat ik nooit eens? ... Nou verdomme niet huilen!

Wordt mijn moeder wakker.’

Maar ze huilt al niet meer.

‘Trees...’

Niks.

Hij gaat naar haar toe. Naast haar. Ze ligt op haar buik plat op bed. Hij streelt over haar rug, maar ze reageert niet.

Pas als hij is opgestaan en bij zijn bureautje wat in een boek gaat staan bladeren.

Dan doet ze haar jas aan, kijkt niet en als ze naar de deur loopt, is ze geen vrouw meer, alleen maar een mens. ‘Sorry,’ probeert ie schor, maar ze is de kamer al uit.

En als hij op de overloop komt, hoort hij haar in het donker de trap af gaan.

De buitendeur. Weg.

Maar hij voelt het nog tussen zijn benen.

Kom, hij moet naar beneden, zijn moeder wakker maken, kan die naar bed. Televisie uitdoen. Of nee, eerst naar de weecee. Van de stijvigheid gaat het over de rand. Moet het met een stuk weeceepapier afvegen. Of met die verrotte brief. Natuurlijk! In antwoord op uw schrijven...!

 

...raar opkijken van mij een brief te ontvangen... komt omdat ik geen familie bezit aan wie ik hulp...