47

Klaarwakker lag ik naar de muur te staren. Ik kon mezelf er niet toe zetten me om te draaien en om me heen te kijken. Het was me al te veel moeite om mijn hoofd van het kussen op te tillen. Ik voelde de zuigkracht van het kalmeringsmiddel, de slaap die lonkte, maar ik hield mijn ogen open en mijn blik strak gericht op de groengeschilderde muur.

Tante Lauren had me verraden.

Toen ze dacht dat ik met Derek had liggen zoenen, voelde ik me al verraden. Maar als ik nu terugdacht aan hoe woedend ik daarover was geweest, kneep mijn keel zich samen en wenste ik vurig dat ik terug kon naar dat moment, toen dat nog het allerergste was waartoe ik haar in staat achtte.

Het was allemaal gelogen.

Zij was gelogen. Onze relatie was gelogen.

Zelfs toen ik als kind boemannen in de kelder zag, wist zij al donders goed dat ik geesten kon zien. En mijn moeder ook, daarom had ze erop gestaan dat we zouden verhuizen.

Ik betastte mijn hanger. Was dit meer dan een suffe talisman om me ervan te overtuigen dat ik veilig was? Dacht mijn moeder echt dat hij me zou beschermen? Was dat de reden dat tante Lauren erop had gestaan dat ik hem in Lyle House zou dragen? Simon zei dat necromantie erfelijk was. Als zowel mijn moeder als mijn tante wist van de geesten, zat het waarschijnlijk in hun genen.

Wist mijn vader het? Bleef hij daarom zo ver mogelijk bij me vandaan? Omdat ik een freak was?

Ik dacht aan mijn moeder. Aan het ongeluk. De bestuurder die haar had doodgereden, was snel weggereden en nooit gevonden. Was het echt een ongeluk geweest? Of had iemand haar…

Nee. Ik verdrong die gedachte en omklemde mijn kussen wat steviger. Ik kon mijn fantasie niet zo met me op de loop laten gaan, anders werd ik gek.

Gek.

Tante Lauren wist dat ik niet gek was, maar had me laten geloven dat ik dat wel was. Had me naar een opvanghuis gestuurd.

Een opvanghuis vol met andere bovennatuurlijke tieners.

Toen tante Lauren zei dat we speciaal waren, had ze Rae’s naam ook genoemd. Dus kennelijk was ze inderdaad een halfdemon. En Tori dan? Wat was zij? Wist haar moeder ervan? Als haar moeder voor het opvanghuis werkte, moest ze het wel weten, en als dat zo was en ze gaf Tori er de schuld van dat ze maar niet beter werd…

Wat voor moeder deed zoiets?

Maar had mijn tante niet precies hetzelfde gedaan? Alleen had zij het veraangenaamd met glimlachjes en knuffels, en misschien was dat zelfs nog erger. Zo voelde het nu in elk geval wel.

Was Lyle House de plaats waar ze ons naartoe stuurden als het misging? Stopten ze ons daar weg om ons medicatie te geven en ons wijs te maken dat we een psychische stoornis hadden? Maar waarom? Zou de waarheid niet gemakkelijker zijn? Waarom hadden ze het ons niet verteld toen we nog klein waren, ons voorbereid, ons geleerd hoe we ermee moesten omgaan?

Afgaand op wat Simon had gezegd, was dat de manier waarop het hoorde te gaan. Je vertelde het je kinderen en leerde hun hoe ze hun krachten moesten gebruiken en verbergen, voordat ze onbeheersbaar werden.

Wat was Lyle House?

Ik moest denken aan wat Simon over zijn vader had verteld.

Hij werkte voor een researchbedrijf, waar bovennatuurlijke artsen en wetenschappers manieren probeerden te bedenken om het leven van andere bovennatuurlijken te vergemakkelijken.

Toen herinnerde ik me de geest van de heks die in de kelder begraven lag.

Sam Lyle beloofde ons een gemakkelijker leven. Dat willen we toch allemaal? Macht zonder nadelige gevolgen… Zie je, meisje, alle wetenschappelijke vooruitgang hangt af van experimenten, en voor experimenten heb je proefpersonen nodig. Dat waren Michael en ik. Laboratoriumratten, overgeleverd aan de dromen van een gek.

Ik sprong uit bed. Mijn hart bonkte zo hevig dat ik nauwelijks lucht kon krijgen.

Tante Lauren had gezegd dat we speciaal waren. Wij allemaal. Rae en Simon en Tori en ik.

Maar Derek niet.

Ik verwacht dat er met die bruut wordt afgerekend, zoals jaren geleden al had moeten gebeuren. Dat hij als een hondsdolle hond wordt afgemaakt.

Ik moest Derek zien te vinden voordat zij hém vonden.

Ik draaide me om en nam mijn omgeving in me op. Een tweepersoonsbed met grote kussens en een dik dekbed. Vloerbedekking. Een bureau. Een leunstoel. Een eigen badkamer aan de andere kant van een half openstaande deur. Net een luxe hotelkamer.

Aan de andere kant van het vertrek was de deur, witgeschilderd. Hij zag eruit als een standaard binnendeur, maar toen ik eropaf liep en mijn hand erop legde, voelde ik koud staal. Een dikke stalen deur zonder raampje of zelfs maar een spionnetje.

En zonder deurklink.

Waar ik ook was, dit was geen zogenaamd opvanghuis waar ik vrij mocht rondlopen in het gebouw en de achtertuin, klusjes moest doen, lessen moest volgen en uitstapjes mocht maken. Ik zat vast in deze kamer, en ik kon er niet meer uit.

Achteruit liep ik terug naar het bed.

Ik zat gevangen. Ik zou nooit kunnen ontsnappen, nooit…

Nou, mooi is dat. Je bent net vijf minuten wakker, hebt even snel om je heen gekeken en nu geef je het al op. Waarom ga je niet gewoon rustig liggen wachten tot ze je komen halen en op een tafel vastbinden? Wat zei die heks ook weer? Iets over worden bewerkt met elektriciteitsdraden tot ze haar tong afbeet?

Ik jammerde zachtjes.

En Derek dan? Hij heeft je geholpen uit Lyle House te ontsnappen. Zou je niet in elk geval proberen hem te waarschuwen? Of wacht je gewoon af tot ze hem te pakken krijgen? En hem vermoorden?

Derek zou zich nooit laten pakken. Daar was hij te slim voor. Hij was uit Lyle House ontsnapt…

Nee, hij heeft jou geholpen uit Lyle House te ontsnappen. Zelf was hij niet van plan te gaan. Dat was puur toeval. Weet je nog, toen dokter Davidoff hem probeerde over te halen terug te komen? Hij was bijna gegaan. Wat gebeurt er als ze dat weer proberen? Misschien bedenkt hij zich alsnog en besluit dat hij achter slot en grendel beter af is.

Niet zolang hij Simon moet beschermen.

Aha, Simon. Nee, Derek zal Simon nooit in hun handen laten vallen. Maar stel dat hij hen moet afleiden zodat Simon kan ontsnappen, net als met jou en Rae? Als hij denkt dat Simon kan ontkomen als hij zich overgeeft, doet hij dat meteen. Dat weet je donders goed.

Ik moest hem waarschuwen. Maar om dat te kunnen doen, moest ik hier weg. Deze keer kon ik niet rustig achteroverleunen en iemand anders een plan laten bedenken. Ik moest het helemaal zelf doen.

Oké, dus voorlopig zat ik hier vast, maar uiteindelijk mocht ik er wel een keer uit. Ik was niet bepaald een vluchtgevaarlijke gevangene. Ze zouden me er heus wel een keer uit laten: voor wat lichaamsbeweging, om te eten, om me aan experimenten te onderwerpen…

Aan dat laatste probeerde ik niet te denken.

Waar het om ging was dat ik uiteindelijk een keer buiten deze kamer zou komen, en wanneer het zover was moest ik klaar zijn om te ontsnappen. Eerst moest ik goed om me heen kijken en een plan bedenken. Maar hoe moest ik dat aanpakken terwijl ik in deze kamer opgesloten zat? Bidden dat er heel toevallig een blauwdruk onder mijn matras verstopt lag? Buiten mijn lichaam treden, dwars door de deur heen lopen en op onderzoek uitgaan?

Er ging me een licht op, en langzaam keek ik omlaag naar de trui die ik droeg. De groene trui met capuchon van Liz.

Als ze dood was, kon ik haar misschien ontbieden en haar vragen het gebouw te verkennen…

Als ze dood is? Dus nu hoop je opeens dat ze dood is?

Ik omklemde het dekbed en ademde diep in. Al dagen weigerde ik te geloven dat Liz dood was. Hoeveel bewijs ik ook had, ik kón het niet geloven, want de gedachte was te absurd voor woorden.

Maar nu ik hier zat, opgesloten, verraden door mijn tante, en hulpeloos moest afwachten terwijl ze Derek opspoorden en als een beest zouden doodschieten…

Liz was dood.

Ze hadden haar vermoord.

Ze was een bovennatuurlijke, en haar krachten werden onbeheersbaar, dus hadden ze haar geëxecuteerd. Dat moest haast wel, anders had tante Lauren ook haar naam genoemd. En hoe zat het met Peter? Deden zijn ouders alleen maar of ze hem kwamen ophalen, en was hij in werkelijkheid door deze mensen gedood? Of misschien mocht hij weg omdat hij echt beter was. Liz werd niet beter… dus mocht ze ook niet weg.

Heel diep vanbinnen hoopte ik nog steeds dat ik het mis had wat Liz betrof. Maar eigenlijk wist ik wel dat dat niet zo was.

Ik trok de trui uit. Mijn arm was opnieuw verbonden. De wond was gehecht terwijl ik bewusteloos was. Als ze me zo goed verzorgden, waren ze in elk geval niet van plan mij op korte termijn te vermoorden.

Starend naar de trui dacht ik aan Liz en aan doodgaan. Aan hoe het zou zijn als je op je zestiende stierf en de rest van je leven gewoon weg was…

Resoluut kneep ik mijn ogen dicht. Daar had ik geen tijd voor.

Ik keek om me heen, op zoek naar camera’s. Ik zag er geen, maar dat betekende niet automatisch dat er geen waren. Als ze me in mezelf zagen praten, zouden ze meteen beseffen waar ik mee bezig was en misschien zelfs besluiten dat mijn krachten onbeheersbaar waren geworden, net als die van Liz.

Ik kon het doen of ik kon het laten. Het was aan mij.

In kleermakerszit ging ik op het bed zitten, met Liz’ trui in mijn handen, en ik riep haar op zoals ik ook met de andere geesten had gedaan. In elk geval hoefde ik me geen zorgen te maken dat ik het overdreef en doden tot leven zou wekken. Hier lagen immers geen lijken. Dat hoopte ik althans. Maar feitelijk had ik geen idee wat er zich aan de andere kant van mijn deur bevond: misschien een laboratorium, misschien de lichamen van andere mislukkingen zoals Liz…

Verdorie, hier had ik geen tíjd voor.

De dode necromancer had gezegd dat Lyle House werd beschermd door een spreuk die geesten tegenhield. Dat gold ongetwijfeld ook voor dit gebouw, en dat betekende dat ik alle extra kracht die ik volgens hem had, hard nodig zou hebben.

Ik concentreerde me zo diep dat mijn slapen er pijn van deden, maar er gebeurde niets.

Ik sloot mijn ogen om beter te kunnen visualiseren, maar ik gluurde telkens even en dan was mijn concentratie weg. Uiteindelijk hield ik ze toch maar dicht en probeerde me uit alle macht voor te stellen dat ik Liz uit de ether trok en…

‘Ho. Waar ben ik?’

Ik opende mijn ogen en daar was ze, nog steeds in haar Minnie Mouse-nachthemd en giraffesokken.

Liz.

Nee, Liz’ geest.

‘Hallo?’ Ze wapperde met haar hand voor mijn ogen. ‘Wat is er, Chloe? Je hoeft niet bang te zijn. Ik weet dat Lyle House niet bepaald Disneyland is, maar…’ Fronsend keek ze om zich heen. ‘Dit is Lyle House niet, hè? Waar… O, nee. We zijn in het ziekenhuis. Ze hebben jou ook hiernaartoe gebracht. Wanneer?’

Ze knipperde verwoed met haar ogen en schudde haar hoofd. ‘Ze hebben hier heel vreemde medicijnen. Ik val telkens in slaap en dan krijg ik rare dromen, en als ik wakker word, ben ik helemaal in de war. Heb jij dat spul ook gekregen?’

Waar was Liz dan al die tijd geweest? Zat ze vast in de geestenwereld? Eén ding was zeker: ze wist niet dat ze dood was. En nu moet ik haar dat vertellen.

Of niet? Welnee. Ze was gelukkig. Het was beter dat ze het niet wist.

En hoe lang denk je dat het duurt voordat ze er zelf achter komt? Kun je het haar niet beter zelf vertellen?

Dat wilde ik niet. Dat wilde ik echt helemaal niet. Maar om te ontsnappen, Rae te redden en Simon en Derek te waarschuwen, had ik haar hulp nodig. Deze keer hing het allemaal van mij af, en om hen te helpen moest ik iets verschrikkelijks doen.

Met bevende vingers omklemde ik haar trui, en ik haalde een keer diep adem.

‘Liz? Ik moet je iets vertellen.’