7

Ik wierp een roze slipje waar liz in stond op haar stapeltje en bedacht toen iets. Wasten we het ondergoed van de jongens ook? Ik hoopte vurig van niet. Ik doorzocht de stapel, maar trof alleen ondergoed aan van Rae, Liz en Tori; ik slaakte een zucht van verlichting.

‘Meisje…’

Een mannenstem boven mijn hoofd. Ik verstijfde, maar dwong mezelf door te gaan met sorteren. Er was niemand. En als er wel iemand was, was hij niet echt. Zo moest ik ermee omgaan. Niet een meter de lucht in springen als een geschrokken kat. Rustig blijven. De stemmen horen, de visioenen zien en ze negeren.

‘… kom hier…’

De stem had zich verplaatst. Ik pakte een rode kanten string waar de naam tori in stond en dacht aan mijn katoenen kleinemeisjesonderbroeken.

‘… hierzo…’

Ik probeerde me te concentreren op de vraag hoe ik aan mooiere slipjes kon komen voordat iemand die van mij ging wassen, maar mijn handen begonnen te beven van de moeite die het me kostte om de stem te negeren. Even kijken dan. Heel even maar…

Ik keek om me heen. Niemand. Ik zuchtte en ging verder met sorteren.

‘… deur… dicht…’

Ik keek naar de dichte deur. De deur die ik daarstraks ook al had gezien, wat bewees dat de stem gewoon een voortbrengsel was van mijn op hol geslagen fantasie.

Waarom heb je bewijs nodig? Wat zou het anders kunnen zijn?

Geweldig. Nu waren er al twee stemmen die ik moest negeren.

‘Doe de deur open… wil je… iets laten zien…’

Ha! Dat was nog eens een klassieke filmscène: Kijk maar eens achter de dichte deur, meisje. Ik lachte, maar het was een beverig geluid dat eindigde in een benepen piepje.

Verman je. Blijf rustig, of ze laten je nooit meer vrij.

Mijn blik dwaalde af naar de deur. Het zag eruit als een doodgewone kast. Als ik echt geloofde dat de stem alleen in mijn fantasie bestond, wat weerhield me er dan van om hem open te doen?

Ik liep met grote passen naar de deur, dwong mezelf de ene voet voor de andere te zetten, want ik wist dat de moed me in de schoenen zou zinken als ik bleef staan.

‘Goed zo… kom maar…’

Ik pakte de deurknop beet. Het metaal voelde koud aan.

‘… maak open…’

Langzaam draaide ik aan de knop. Hij bewoog mee tot op een kwart en bleef toen hangen. Ik rammelde eraan.

‘Op slot.’ Mijn stem galmde door de verlaten wasruimte.

Ik rammelde nog een keer aan de knop en draaide hem toen met een ferme beweging om. De deur gaf geen krimp.

‘… sleutel… zoek… maak open…’

Ik drukte mijn vingers tegen mijn slapen. ‘De deur is op slot en ik ga naar boven,’ antwoordde ik.

Toen ik me omdraaide, botste ik op een muur van vlees, en voor de tweede keer die dag slaakte ik een meisjesachtige kreet. Ik keek op en zag hetzelfde gezicht dat me de vorige keer aan het gillen had gemaakt.

Ik wankelde achteruit en zou zijn gevallen als de deur zich niet vlak achter me had bevonden. Derek maakte geen aanstalten om me op te vangen, maar bleef gewoon met zijn handen in zijn zakken staan tot ik een beetje tot mezelf was gekomen.

‘Tegen wie had je het?’ vroeg hij.

‘Tegen mezelf.’

‘Ha.’

‘En als je me nu wilt excuseren…’

Toen hij zich niet verroerde, wilde ik om hem heen lopen. Hij versperde me de weg.

‘Je hebt een geest gezien, hè?’ vroeg hij.

Tot mijn opluchting slaagde ik erin te lachen. ‘Sorry hoor, maar geesten bestaan niet.’

‘Ha.’

Hij liet zijn blik door de wasruimte gaan, als een agent die op zoek was naar een ontsnapte gevangene. Toen hij zijn indringende blik op mij richtte, was het alsof de moed uit mijn lichaam werd gezogen.

‘Wat zie je, Chloe?’

‘Ik… ik… ik zie n-n-n…’

‘Rustig.’ Hij snauwde het, ongeduldig. ‘Hoe zien ze eruit? Praten ze tegen je?’

‘Wil je het echt weten?’

‘Ja.’

Ik beet op mijn lip en ging op mijn tenen staan. Hij boog aandachtig naar me toe.

‘Ze dragen witte lakens met grote ooggaten erin. En ze zeggen boe.’ Boos keek ik hem aan. ‘Uit de weg.’

Ik verwachtte dat hij gemeen zou grijnzen. Zijn armen over elkaar zou slaan en zou vragen: En als ik dat nou niet wil, meisje?

Zijn lippen trokken en ik zette me schrap, maar toen besefte ik dat hij glimlachte. Dat hij me uitlachte.

Hij deed een stap opzij. Met geheven hoofd liep ik langs hem heen naar de trap.

==

Dokter Gill was een kleine vrouw met een lange rattenneus en uitpuilende rattenogen, waarmee ze me aankeek alsof ik de rat was, een proefdier waarvan elke beweging in haar notitieboekje moest worden vastgelegd. Ik was al eerder bij een psycholoog geweest. Bij twee verschillende psychologen zelfs, na de dood van mijn moeder. Aan de eerste, een oude man die uit zijn mond stonk en die wanneer ik praatte zijn ogen sloot alsof hij zat te dutten, had ik een hekel. Toen ik mijn beklag over hem deed, kreeg ik de tweede, dokter Anna, een vrouw met felrood haar die grapjes maakte en me aan mijn moeder deed denken en ervoor zorgde dat ik door kon met mijn leven. Na tien minuten met dokter Gill wist ik dat ze ergens tussen die twee in viel. Ze leek best aardig en ze luisterde aandachtig, maar een grapje zag ik haar niet zo snel maken.

We praatten over hoe ik sliep, hoe ik at, wat ik van de anderen vond, en voornamelijk over hoe ik het vond dat ik hier was. Over dat laatste loog ik. Ik was niet gek. Als ik hier weg wilde, moest ik niet gaan mekkeren dat ik hier niet thuis hoorde of dat iemand een afschuwelijke vergissing had gemaakt.

Dus zei ik dat ik wist dat mijn vader en mijn tante de juiste beslissing hadden genomen toen ze me naar Lyle House brachten, en dat ik vastbesloten was om beter te worden, dat ik tot alles bereid was.

Dokter Gills rattengezicht ontspande. ‘Dat is een heel volwassen opstelling. Ik ben blij dat te horen.’

Ik knikte en deed mijn best om oprecht over te komen.

‘Goed, Chloe, heb je ooit gehoord van schizofrenie?’

Mijn hart bleef even stilstaan. ‘Sch-schizofrenie?’

‘Ja. Weet je daar iets van?’

Mijn mond ging open en dicht, maar mijn brein weigerde dienst en er kwam geen woord over mijn lippen.

‘Chloe?’

‘Denkt u dat ik schizo ben?’

Haar mond verstrakte. ‘Dat woord gebruiken we niet, Chloe. Sterker nog, we plakken onze patiënten liever helemaal geen etiketjes op. Maar een diagnose is een noodzakelijk onderdeel van het proces. Een patiënt moet haar aandoening leren kennen, begrijpen en accepteren voordat we met de behandeling kunnen beginnen.’

‘M-maar ik ben hier nog maar net. Hoe k-kunt u dan al weten…’

‘Weet je nog, in het ziekenhuis? De artsen die je hebt gesproken? De onderzoeken die ze hebben gedaan?’

‘Hebben ze schizofrenie vastgesteld?’

Ze schudde haar hoofd. ‘De wetenschap is weliswaar bezig met het ontwikkelen van een methode om schizofrenie onomstotelijk vast te stellen, maar dat heeft nog niets bruikbaars opgeleverd. Die onderzoeken hebben andere mogelijkheden, zoals een tumor of drugs, echter uitgesloten. Als we die uitslagen optellen bij je symptomen is schizofrenie de meest voor de hand liggende diagnose.’

Ik staarde naar de grond. ‘U denkt dat ik aan schizofrenie lijd.’

‘Weet je wat dat is?’ Ze praatte langzaam, alsof ze opeens aan mijn intelligentie twijfelde.

‘Ik heb A Beautiful Mind gezien.’

Weer klemde ze haar lippen op elkaar. ‘Dat is de Hollywoodversie, Chloe.’

‘Maar het is gebaseerd op een waargebeurd verhaal, toch?’

‘Precies, gebaseerd op.’ Haar stem werd zachter. ‘Ik heb in je dossier gezien dat je van films houdt, en dat is mooi. Maar films zijn niet de beste bron van informatie als je meer te weten wilt komen over een geestesziekte. Schizofrenie kent allerlei vormen en gradaties, en die van jou is heel anders dan in die film.’

O, ja? Ik zag anders ook mensen die er niet waren, net als de man in de film.

Dokter Gill ging verder. ‘Wat jij ervaart is wat we ongedifferentieerde schizofrenie noemen, wat inhoudt dat je een beperkt aantal van de primaire symptomen vertoont – in jouw geval, het zien van visioenen en het horen van stemmen. Visuele en auditieve hallucinaties.’

‘En paranoia?’

‘Daar hebben we geen bewijs van gevonden. Je vertoont ook geen tekenen van verward gedrag of verwarde spreekpatronen…’

‘Maar ik stotter toch?’

Ze schudde haar hoofd. ‘Dat heeft er niets mee te maken. Verder heb je geen symptomen, Chloe.’

‘Gaat dat nog gebeuren? Uiteindelijk?’

‘Dat hoeft niet. We moeten natuurlijk waakzaam zijn, maar we zijn er vroeg bij. Meestal wordt de diagnose pas vastgesteld wanneer de patiënt rond de twintig is. Het is net als bij een ziekte die je in een vroeg stadium weet op te sporen: het betekent dat we een goede kans hebben om de opmars ervan te stuiten.’

‘En ervan af te komen.’

Een korte stilte terwijl ze een lange, geribbelde ketting betastte. ‘Schizofrenie… is anders dan bijvoorbeeld de griep, Chloe. Het is chronisch.’

Het bloed raasde in mijn oren en overstemde wat ze vervolgens zei. Ze boog naar voren en legde haar hand op mijn knie.

‘Chloe, luister je naar me?’

Ik knikte.

Ze liet me los. ‘Schizofrenie betekent niet het einde van de wereld. Maar het is wel iets wat je je hele leven zult houden. Net als astma. Met een aangepaste levensstijl en medicatie kun je het onder controle houden en een normaal leven leiden, zo normaal dat andere mensen niet zullen beseffen dat je het hebt, tenzij je het hun zelf vertelt.’ Ze leunde achterover en keek me recht in de ogen. ‘Daarstraks zei je dat je tot alles bereid was om je problemen te overwinnen. Een snelle oplossing kan ik je niet bieden. Je zult al je volwassenheid en vastberadenheid nodig hebben. Ben je nog steeds bereid om te vechten, Chloe?’

Ik had nog meer vragen. Trad het altijd zo snel op, zonder waarschuwing? De ene dag loop je nog rond als een doodgewone tiener, en de volgende dag begin je te hallucineren en ren je gillend door de gangen. En bam, dan krijg je te horen dat je schizofrenie hebt, zaak gesloten.

Het leek allemaal veel te plotseling. Maar toen ik naar dokter Gill keek, die me afwachtend aankeek en graag verder wilde met de volgende fase, durfde ik niets te zeggen. Ik was te bang dat ik de indruk zou wekken dat ik het wilde ontkennen, en als dat gebeurde, mocht ik nooit meer weg uit Lyle House.

Dus knikte ik. ‘Ik wil gewoon beter worden.’

‘Mooi. Dan gaan we aan de slag.’

==

Dokter Gill gaf me uitleg over de medicatie. Die moest een eind maken aan mijn hallucinaties. Zodra de juiste dosis was vastgesteld, zou ik als het goed is geen last meer hebben van vervelende bijwerkingen, maar aanvankelijk konden er lichte hallucinaties, depressie en paranoia optreden. Fijn. Zo te horen was het middel erger dan de kwaal.

Tegen de tijd dat ik het opvanghuis verliet, zo verzekerde dokter Gill me, zou het innemen van de pillen net zo gewoon lijken als het gebruiken van astmamedicijnen. ‘Zo moet je je schizofrenie zien, Chloe. Als een chronische ziekte. Jij hebt het niet veroorzaakt.’

Maar ik kan er ook niet van genezen.

‘Je zult een periode van depressie, woede en zelfs ontkenning doormaken. Dat is heel normaal, en daar zullen we tijdens onze gesprekken aandacht aan besteden. Je komt elke dag een uur bij me.’

‘Zijn er ook groepssessies?’ vroeg ik.

‘Nee. Op een dag besluit je misschien dat je groepstherapie wilt proberen, en dat is bespreekbaar, maar in Lyle House vinden we privacy heel belangrijk. Je moet je aandoening volledig leren accepteren voordat je het er met anderen over kunt hebben zonder je ongemakkelijk te voelen.’

Ze legde haar notitieboekje op het bureau en deed haar handen over elkaar op haar knie. ‘En dat brengt me op het laatste onderwerp van vandaag. Privacy. Zoals je vast al hebt begrepen, hebben alle bewoners hier te kampen met psychische problemen. Maar meer hoeven jullie niet van elkaar te weten. Wij zullen niemand hier iets vertellen over je toestand, je symptomen of je behandeling. Als iemand je onder druk zet om erover te praten, moet je meteen naar ons toe komen.’

‘Ze weten het al,’ prevelde ik.

‘Hè?’

De verontwaardiging in haar ogen vertelde me dat ik mijn mond had moeten houden. Van mijn eerdere ervaringen met psychologen had ik geleerd dat het belangrijk was om te praten over alles wat me dwarszat, maar ik hoefde niet al aan het begin van mijn verblijf in Lyle House mijn medebewoners te verklikken.

‘N-niet dat ik schizofreen ben. Alleen… wist iemand dat ik dingen zag. Geesten. En daar heb ik nooit iets over gezegd. Tegen niemand.’

‘Wie was het?’

‘D-dat zeg ik liever niet. Zo erg is het niet.’

Ze haalde haar handen van elkaar. ‘Jawel, dat is het wel, Chloe. Maar ik begrijp ook dat je niemand in de problemen wilt brengen. Ik denk dat ik wel weet wie het was. Ze zal wel aan de deur hebben staan luisteren toen we het over je hallucinaties hadden en haar eigen overhaaste conclusies hebben getrokken over…’ Een laatdunkend handgebaar. ‘Geesten. Het spijt me dat dit is gebeurd, maar ik beloof dat het discreet zal worden afgehandeld.’

‘Maar…’

‘Ze zal niet te weten komen dat jij iets hebt gezegd, maar er moet tegen haar worden opgetreden.’ Langzaam leunde ze achterover in haar stoel. ‘Het spijt me dat dit op je eerste dag is gebeurd. Jongeren zijn van nature nieuwsgierig, en hoezeer we ook ons best doen om de privacy te waarborgen, dat is niet altijd mogelijk wanneer iedereen op elkaars lip zit.’

‘Het geeft niet. Niemand heeft er echt heisa om gemaakt.’

Ze knikte. ‘We hebben hier een fijne groep jonge mensen. Over het algemeen respecteren en accepteren ze elkaar. Dat is belangrijk in Lyle House. Je hebt een moeilijke weg voor je, en wij staan allemaal voor je klaar om de reis zo gemakkelijk mogelijk te maken.’

==

Schizo.

Hoe vaak dokter Gill het ook met een chronische ziekte of een lichamelijke handicap vergeleek, het was niet hetzelfde. Het was gewoon niet hetzelfde. Ik leed aan schizofrenie.

Als ik twee jongens over straat zag lopen, van wie er een in een rolstoel zat en de andere in zichzelf liep te praten, voor wie zou ik dan de deur openhouden? En voor wie zou ik een blokje omlopen?

Dokter Gill zei dat het slechts een kwestie was van trouw mijn medicijnen innemen en leren ermee om te gaan. Als het zo gemakkelijk was, waarom liepen er dan überhaupt mensen op straat in zichzelf te praten? Waarom waren er dan daklozen die met een krankzinnige blik in hun ogen in het luchtledige stonden te schreeuwen?

Die mensen zagen die er niet waren. Die stemmen hoorden die niet bestonden.

Die schizo waren.

Net als ik.

==

Na de therapie ging ik naar de vrijetijdsruimte om na te denken. Ik zat met mijn benen opgetrokken en een kussen tegen mijn borst gedrukt op de kleine tweezitter, toen Simon zwierig binnenkwam.

Hij zag me niet terwijl hij naar de andere kant van de kamer liep om een honkbalpetje van de computertafel te pakken. Zachtjes neuriënd gooide hij de pet in de lucht en ving hem weer op.

Hij keek blij.

Hoe kon hij hier blij zijn? Op z’n gemak, dat was nog mogelijk. Maar blij?

Hij wipte het petje omhoog, ving het bij de klep op en zette het op zijn hoofd. Met zijn blik op het raam gericht bleef hij staan. Toen schudde hij met een scherpe beweging zijn hoofd. Hij draaide zich om en zag me zitten. Een verraste blik, gevolgd door een brede grijns.

‘Hoi.’

‘Hallo.’

Hij liep op me af; zijn glimlach verdween. ‘Alles goed?’

Prima, wilde ik zeggen, maar ik kreeg het woord niet over mijn lippen. Het ging helemaal niet prima. Ik wilde zeggen dat het niet prima ging. Ik wilde graag kúnnen zeggen dat het niet prima ging. Maar de bezorgdheid in zijn stem ging niet dieper dan zijn grijns; beide bereikten zijn ogen niet. Die bleven afstandelijk, alsof hij alleen maar zijn best deed om aardig te doen omdat hij nu eenmaal een aardige jongen was en het zo hoorde.

‘Prima,’ zei ik.

Hij trok aan de klep van zijn petje terwijl hij me aandachtig bekeek. Toen haalde hij zijn schouders op. ‘Oké. Maar mag ik je een goede raad geven? Zorg dat ze niet zien dat je je hier schuilhoudt. Dat is net zoiets als overdag naar je kamer gaan. Dan krijg je een preek omdat je zit te kniezen.’

‘Ik zit niet te…’

Hij stak zijn handen in de lucht. ‘Hun woorden, niet de mijne. Ik waarschuw je alleen maar. Als je de tv aanzet en doet alsof je kijkt, laten ze je misschien met rust, maar ze hebben veel liever dat je bezig bent en met ons kletst. We vallen best mee, hoor. We zijn niet compleet gestoord.’

Hij schonk me een stralende glimlach die mijn hart een slag deed overslaan. Ik ging rechtop zitten, naarstig op zoek naar iets wat ik kon zeggen, iets om hem hier te houden. Ik wilde best graag praten. Niet over dokter Gill. Niet over schizofrenie. Over alles, behalve dat. Simon leek normaal en ik had wanhopig behoefte aan normaalheid.

Maar zijn blik was al afgedwaald naar de deur. Ja, hij vond dat ik met iemand moest kletsen… maar niet met hem. Hij wilde alleen het nieuwe meisje goede raad geven.

Er verscheen een schaduw in de deuropening, en Simons glimlach kwam terug.

‘Hoi, broer. Maak je geen zorgen. Ik was je niet vergeten. Ik stond alleen even met Chloe te praten.’

Hij gebaarde naar me. Derek keek naar binnen, zo uitdrukkingsloos dat je bijna zou denken dat Simon op een meubelstuk doelde.

Ik moest weer denken aan die scène in de kelder: Derek die me ervan beschuldigde dat ik met geesten praatte. Had hij het aan Simon verteld? Waarschijnlijk wel. Ik durfde te wedden dat ze smakelijk hadden gelachen om dat gestoorde kind.

‘We gaan naar de achtertuin,’ zei Simon. ‘Even een balletje gooien tijdens de pauze. Je mag best meedoen als je zin hebt.’

De uitnodiging kwam luchtig, werktuiglijk over zijn lippen, en hij wachtte niet eens op mijn reactie voordat hij langs Derek heen liep met de woorden: ‘Ik zal Talbot vragen het alarm uit te zetten.’

Derek bleef staan waar hij stond. En keek naar mij.

Staarde naar mij.

Alsof ik een freak was.

Alsof ik schizo was.

‘Maak anders een foto,’ snauwde ik. ‘Daar heb je langer plezier van.’

Hij knipperde niet eens met zijn ogen. En hij ging ook niet weg. Hij bleef me aandachtig opnemen, alsof ik geen woord had gezegd. Pas als hij er zelf klaar voor was, zou hij weggaan. En dat deed hij dan ook, zonder een woord te zeggen.

==

Toen ik de vrijetijdsruimte verliet, was alleen mevrouw Talbot er nog. De anderen waren na de pauze weer naar het leslokaal gegaan. Ze stuurde me de keuken in, deze keer om aardappels te schillen.

Voordat ik begon, gaf ze me nog een pil. Ik wilde vragen wanneer ze zouden gaan werken, maar als ik dat deed, moest ik toegeven dat ik nog steeds stemmen hoorde. Maar ik had niets meer gezien. Alleen die hand vanochtend, vlak nadat ik een pil had ingenomen. Dus misschien werkte het al. Misschien was dit gewoon het beste waar ik op kon hopen. Wat moest ik dan?

Doen alsof. Me afsluiten voor de stemmen en doen alsof ik ze niet hoorde. Leren om…

Er galmde een hoge kreet door het huis.

Ik schrok me een hoedje; de dunschiller viel kletterend in de gootsteen. Met bonzend hart wachtte ik op een reactie. Geen reactie zou betekenen dat de stem in mijn hoofd zat. Zie, ik begon het al te leren.

‘Elizabeth Delaney! Kom terug!’

Er sloeg een deur dicht. Voetstappen roffelden door de gang, vergezeld van gesnik. De haren rezen me te berge, want ik moest denken aan het huilende meisje op school. Maar ik dwong mezelf naar de deur te lopen en opende hem op een kier, net op tijd om Liz de trap op te zien rennen.

‘Geniet je van de voorstelling?’

Ik schrok en ving een glimp op van Tori’s boze blik, voordat ze zich achter haar vriendin aan de trap op haastte.

‘Ik heb er genoeg van!’ klonk die andere boze stem in het klaslokaal. ‘Natuurlijk krijg je met gedragsproblemen te maken wanneer je in een instelling als deze lesgeeft, maar dat meisje heeft professionele hulp nodig.’

‘Mevrouw Wang, toe,’ zei juffrouw Van Dop. ‘Niet waar de kinderen…’

‘Ze gooide een potlood naar me toe. Snoeihard. Als een wapen. Het had maar een centimeter gescheeld of ze had me een oog uitgestoken. Ik heb een kras op mijn gezicht. Ik bloed. Van een potlood! Alleen omdat ik het waagde te suggereren dat een leerling in de tweede klas van high school de beginselen van algebra zou moeten kennen.’

Juffrouw Van Dop trok haar mee de gang op, maar de vrouw rukte zich los en stormde een ander vertrek binnen.

‘Waar is het telefoonnummer van de directeur? Ik neem ontslag. Dat kind is een gevaar…’

Een schaduw gleed langs me heen, en toen ik me omdraaide, zag ik dat Derek pal achter me stond. Vlak voordat de deur van de eetkamer achter hem dichtviel, ving ik een glimp op van boeken en een rekenmachine, verspreid over de tafel. Kennelijk had hij daar al die tijd zitten studeren.

Hij keek op me neer, en ik verwachtte een sarcastische opmerking over aan de deur luisteren, maar hij mompelde alleen maar: ‘Welkom in het gekkenhuis,’ waarna hij langs me heen de keuken in liep om een extra tussendoortje te gappen.

==