14

Toen we beneden kwamen, was mevrouw Talbot een snack voor die avond aan het klaarzetten. Worteltjes met dipsaus. Jammie. Ik mocht dan wel eens klagen over Annette, maar in elk geval kon ik thuis altijd op brownies rekenen.

‘Hebben jullie trek, meiden? Dat verbaast me niets. Jullie hebben allemaal niet veel gegeten vanavond.’

Ze hield ons de schaal voor. Allebei pakten we een worteltje en doopten die in de dipsaus.

‘Chloe en ik lopen de hele tijd te piekeren, mevrouw T.,’ zei Rae. ‘Over Tori.’

Mevrouw Talbot zette de schaal op tafel en knikte met afgewende blik. ‘Ik weet het, kind. Ze heeft het erg zwaar met Liz’ vertrek. Ze waren goede vriendinnen. Ze zal zich vast beter voelen als ze Liz even kan spreken, maar tot die tijd zal ze misschien een beetje neerslachtig zijn terwijl we haar… medicatie aanpassen. Jullie moeten de komende tijd maar extra aardig voor haar zijn.’

‘Natuurlijk.’ Rae likte dipsaus van haar vinger. ‘Maar we vroegen ons af of het niet makkelijker voor haar zou zijn als ze haar eigen kamer had. Ik kan wel bij Chloe gaan slapen.’

Mevrouw Talbot gaf Rae een servetje. ‘Ik wil haar niet te veel isoleren, maar inderdaad, ik denk dat ze het voorlopig prettiger vindt om alleen te zijn.’

‘Alleen voorlopig?’

De verpleegkundige glimlachte. ‘Nee, je mag ook permanent bij Chloe op de kamer slapen als jullie dat allebei graag willen.’

==

Terwijl Tori beneden tv zat te kijken, begon Rae met het verhuizen van haar spullen, alsof ze bang was dat juffrouw Van Dop of dokter Gill er een stokje voor zou steken.

Ze gaf me een stapel T-shirts. ‘Het gaat om Simon, hè?’

‘Hmm?’

‘Je wilt weten waarom Simon hier zit.’

‘Ik… nee…’

Ze drapeerde haar spijkerbroek over haar arm en gebaarde dat ik de kamer uit moest gaan. ‘Jullie tweeën zitten elke keer tijdens het eten met elkaar te kletsen. Eerst dacht ik dat hij je alleen maar gebruikte om Tori van zich af te schudden, maar vandaag besteedde ze hoegenaamd geen aandacht aan hem, en toch bleef hij maar praten.’

‘Ik ben niet…’

‘Hé, je vindt hem leuk. Daar is niks mis mee.’ Ze maakte de onderste la van Liz’ kast open. Die was leeg. Terwijl wij in het klaslokaal zaten, was elk spoortje van haar aanwezigheid uitgewist. ‘Zelf mag ik die jongen niet, maar dat is mijn mening. Misschien doet hij tegen mij zo uit de hoogte omdat ik niet van zijn niveau ben.’

‘Niveau?’

Ze hield een spijkerbroek omhoog en wees naar het label. ‘Zie je hier nog iemand die in zulke goedkope spijkerbroeken rondloopt? Dit is een privétehuis. Je moet ervoor betalen, en ik durf te wedden dat het wel een paar centen meer kost dan een gemiddeld motel. Ik ben het obligate liefdadigheidsklantje.’

‘Ik…’

‘Het geeft niet. Jij doet heel gewoon tegen me. Net als Peter en’ – een sombere blik naar haar nieuwe kamer – ‘Liz. Derek doet tegen iedereen raar, dus dat vat ik niet persoonlijk op. En als alleen Simon en Tori me met de nek aankijken, dan kan ik daarmee leven. Daarom vind ik dat die twee perfect voor elkaar zijn, maar als jij hem leuk vindt en hij jou ook? Dan gaat mij dat niks aan. Maar het is slim van je dat je zijn achtergrond even natrekt.’

Ze liep terug naar haar oude kamer, met mij op haar hielen. ‘Een vriendin van mijn moeder heeft dat ook gedaan bij een man met wie ze op het punt stond te trouwen. Kwam ze erachter dat hij drie kinderen had waar hij nooit iets over had gezegd.’ Over haar schouder grijnsde ze me toe. ‘Ik ben er vrij zeker van dat Simon geen kinderen heeft, maar je kunt nooit weten.’

Terwijl we de laatste spullen uit haar ladekast haalden, overwoog ik het erbij te laten. Maar ik wilde niet dat ze zou denken dat ik zo’n meisje was dat in een nieuwe omgeving komt en meteen de aanwezige jongens gaat keuren. Als ik niet bereid was de verpleging over Derek te vertellen, moest ik iemand anders op de hoogte brengen. Dan kon ik mijn verhaal tenminste staven als dat later nodig mocht blijken.

‘Het gaat me niet om Simon,’ zei ik toen we al haar kleren hadden overgebracht en terugliepen naar haar kamer. ‘Het gaat om Derek.’

Ze was net bezig een foto van de muur te halen, en ze liet hem prompt uit haar handen vallen. Ze slaakte een verwensing terwijl ik de gevallen foto redde.

‘Derek? Vind je Derek…’

‘Jemig, nee. Ik bedoel dat Derek degene is die ik wil natrekken… en niet om die reden.’

Ze slaakte een zucht van verlichting en leunde tegen de muur. ‘Goddank. Ik weet dat sommige meisjes op etterbakken vallen, maar hij is nog lelijk ook.’ Ze bloosde toen ze de foto van me aannam en de volgende van de muur haalde. ‘Dat mag ik eigenlijk niet zeggen. Hij kan er niets aan doen, aan die…’ Ze zocht naar het juiste woord.

‘Puberspecifieke plaag.’

Een grijns. ‘Precies. Eigenlijk zou ik medelijden met die jongen moeten hebben, maar dat valt niet mee als zijn karakter al net zo lelijk is als zijn gezicht.’ Ze bleef met de foto’s in haar handen staan en keek achterom. ‘Is dat het probleem? Heeft hij iets… gedaan?’

‘Hoezo? Staat hij daarom bekend?’

‘Dat hangt ervan af waar je op doelt. Is hij onbeschoft? Ja. Is hij een klier? Ja. Tenzij hij geen andere keus heeft negeert hij ons straal, en geloof me, geen mens die daarover klaagt. Maar wat heeft hij jou gedaan?’

Ik dacht na over hoe ik het zou brengen. Ik wilde niet dat ze me zou pushen om met de verpleging te praten, dus vertelde ik niet dat hij me dwars de kamer door had gesmeten, maar alleen dat hij me achtervolgde en telkens opdook wanneer ik alleen was.

‘Aha, dus hij vindt je leuk.’ Ze gaf me een foto om even voor haar vast te houden.

‘Nee, dat is het niet.’

‘M-hm. Tja, ik snap dat je het liever niet wilt geloven, maar zo klinkt het wel. Misschien ben je zijn type. Op school is er een jongen die ik leuk vind, iemand van het basketbalteam. Hij is nog langer dan Derek, maar hij gaat altijd voor kleine, tengere meisjes als jij.’

Ik pakte nog een foto van haar aan. ‘Dat is het niet. Dat weet ik honderd procent zeker.’

Ze opende haar mond, en ik voelde een steek van ergernis. Hoe komt het toch dat telkens wanneer een meisje zegt dat ze door een jongen wordt lastiggevallen het wordt afgedaan met: ‘O, hij vindt je gewoon leuk’, alsof het dan minder erg is?

Toen ze mijn gezicht zag, deed Rae snel haar mond dicht en haalde ze nog een foto van de muur.

Ik zei: ‘Hij werkt me op de zenuwen, en ik wil weten wat er in zijn dossier staat. Of ik reden heb om bang voor hem te zijn. Of hij, je weet wel, een probleem heeft.’

‘Dat is slim van je. En het spijt me. Als hij je bang maakt, is dat ernstig. Niet iets om grapjes over te maken. Vanavond zoeken we uit hoe het zit.’

==