15

Om negen uur was het bedtijd in Lyle House, en een uur later, wanneer de verpleegkundigen naar bed gingen, ging het licht uit en mocht er niet meer worden gepraat.

In beide helften van de bovenverdieping was er een slaapkamer voor een verpleegkundige. Liz had gezegd dat er geen verbindingsdeur was tussen het deel van de meisjes en dat van de jongens, maar volgens Rae was er wel een, namelijk tussen de kamers van de verpleegkundigen, zodat ze in geval van nood gemakkelijk toegang hadden tot de hele bovenverdieping.

Dus hoewel Rae bezwoer dat mevrouw Talbot snel in slaap viel en nauwelijks wakker te krijgen was, moesten we ook rekening houden met juffrouw Van Dop. Een vroege inbraak was te riskant. Rae zette de wekker van haar sporthorloge op 2.30 uur, en we gingen slapen.

==

Om 2.30 uur was het doodstil in huis. Te stil. Elke krakende vloerplank klonk als een kanonschot. En in een oud huis kraken bijna alle planken.

Rae liep achter me aan naar de keuken, waar we twee pakjes vruchtensap uit de koelkast haalden en op het aanrecht zetten. Vervolgens maakte ik de voorraadkast open, deed het licht aan en liep terug naar de gang. Beide deuren liet ik openstaan.

Dokter Gills kantoor bevond zich aan de westkant van het gebouw, vlak bij de trap naar de slaapkamers van de jongens. Een week eerder had Rae het slot bestudeerd. Het was een doodgewoon binnenslot met een sleutel, niet veel ingewikkelder dan het soort sloten dat je met een muntstuk open kunt peuteren. Dat beweerde zij althans. Ik had nog nooit aanleiding gezien om in huis een slot open te peuteren, waarschijnlijk omdat ik geen broers of zussen had. Dus keek ik toe en maakte in gedachten aantekeningen. Allemaal ten behoeve van mijn levenservaring.

Rae had tijdens therapie een keer gezien dat dokter Gill haar dossier pakte, dus ze wist waar ze werden bewaard. Het kantoor had een alles-in-éénprinter, wat het allemaal een stuk makkelijker maakte. Ik bleef op wacht staan. De enige tegenvaller deed zich voor toen ze de bladzijden kopieerde: het zoef-zoef van de scanner was zo luid dat ik er zenuwachtig van werd. Maar kennelijk waren de dossiers dun, want tegen de tijd dat ik naar binnen gluurde, deed ze de papieren alweer terug in de map, gekopieerd en wel.

Ze gaf me twee dubbelgevouwen blaadjes en stopte het dossier terug in de la. Achteruit slopen we de kamer uit. Terwijl ze de deur weer op slot deed, hoorden we het onmiskenbare gekraak van een vloerplank, en allebei verstijfden we. Er volgde een lange stilte. Toen weer gekraak. Aan de jongenskant kwam er iemand de trap af.

We gingen ervandoor, liepen op onze blote voeten snel door de gang. Door de halfopen keukendeur glipten we naar binnen, naar de open voorraadkast.

‘Schiet op,’ zei ik op luide fluistertoon. ‘Kies nou maar gewoon iets.’

‘Ik kan de Rice Krispie-repen niet vinden. Ik weet zeker dat ze er vorige week nog lagen.’

‘Waarschijnlijk hebben de jongens…’ Ik zweeg even, en siste toen: ‘Er komt iemand aan. Doe het licht uit!’

Ze zette de schakelaar om. Ondertussen duwde ik de deur van de voorraadkast bijna helemaal dicht. Ik tuurde door het kiertje en zag dat Derek vlak bij de keukendeur bleef staan. Hij liet het licht uit terwijl hij om zich heen keek. Het maanlicht dat door het raam naar binnen viel hulde zijn gezicht in een gloed. Zijn blik dwaalde door de keuken en bleef op de voorraadkast rusten.

Ik duwde de deur open en stapte naar buiten.

‘Ook een biscuitje?’ vroeg ik met de doos voor me uit.

Hij keek me aan, en in een flits was ik weer terug in de kelder en vloog door de lucht. Mijn glimlach stierf weg en ik duwde de doos in zijn hand.

‘We hadden zin in iets lekkers,’ zei Rae.

Hij bleef me aankijken en kneep zijn ogen tot spleetjes.

‘Ik pak het sap even,’ zei Rae terwijl ze zich langs ons heen wurmde.

Derek keek naar de dozen die we op het aanrecht hadden neergezet. Bewijs dat we alleen maar de voorraadkast wilden plunderen. Dat had ik bedacht, en ik vond het erg slim van mezelf, maar toen hij zijn blik weer op mij richtte, gingen mijn nekhaartjes overeind staan en besefte ik dat hij er niet intrapte.

Ik deed een stap naar voren. Even verroerde hij zich niet, en het enige waarvan ik me bewust was waren zijn ademhaling en zijn forse gestalte die boven me uittorende.

Hij deed een stap opzij.

Terwijl ik langs hem heen liep, trok hij een rol biscuitjes in plastic uit de doos en hield me die voor. ‘Je vergeet iets.’

‘O, ja. Dank je.’

Ik pakte een biscuitje en vluchtte de gang in, met Rae op mijn hielen. Derek liep achter ons aan de keuken uit, maar ging de andere kant op, naar de jongenskant. Terwijl ik de bocht nam naar de trap, wierp ik een blik op de gang. Voor het kantoor van dokter Gill bleef hij naar de deur staan staren.

==

Een kwartier lang bleven we met het licht uit in bed liggen, lang genoeg om Derek de tijd te geven het tegen de verpleging te zeggen of gewoon terug naar bed te gaan. Mijn vingers streken telkens langs de blaadjes die ik achter de band van mijn pyjamabroek had gestopt. Na een tijdje kwam Rae met een zaklantaarn in de hand bij me op bed zitten.

‘Dat scheelde niet veel,’ zei ze.

‘Denk je dat hij het tegen de verpleging gaat zeggen?’

‘Welnee. Hij ging zelf ook iets lekkers halen. Dus hij durft vast niet te klikken.’

Dus Derek was heel toevallig net op het moment dat wij in het kantoor van dokter Gill inbraken opgestaan om iets te eten te halen? Ik geloofde niet in toeval, maar de printer kon nooit zoveel herrie hebben gemaakt dat hij het boven kon horen, toch?

Ik haalde de blaadjes tevoorschijn en streek ze op de matras glad.

‘Dit is het dossier van Derek,’ fluisterde Rae terwijl ze de zaklantaarn aandeed.

Ik pakte het tweede velletje en hield het haar voor. ‘Wil jij dat van Simon lezen?’

Ze schudde haar hoofd. ‘Dat is de tweede bladzijde uit Dereks dossier. Van Simon was er geen.’

‘Kon je het niet vinden?’

‘Nee, het was er gewoon niet. Onze namen staan op de tabbladen in de la en op de dossiers zelf. Voor Simon was er geen tabblad en geen dossier.’

‘Dat is…’

‘Raar. Vertel mij wat. Misschien bewaren ze het ergens anders. Maar goed, jij wilde Dereks dossier inzien, dus het leek me verstandig om geen tijd te verspillen met zoeken naar dat van Simon. Laten we maar eens kijken waarom Frankenstein hier zit.’ Ze richtte de lichtstraal op het bovenste deel van het blaadje. ‘Derek Souza. Geboortedatum, bla, bla, bla.’

Ze verplaatste het licht naar de volgende paragraaf. ‘Hm. Hij is door de Kinderbescherming naar Lyle House gebracht. Niets over de vader over wie ze het telkens hebben. Als de Kinderbescherming eraan te pas moest komen, kun je ervan uitgaan dat hij niet bepaald in aanmerking kwam voor vader van het jaar. Ha, daar hebben we het. Diagnose… antisociale persoonlijkheidsstoornis.’ Ze lachte gnuivend. ‘Gut, werkelijk? Vertel me eens iets nieuws. Is dat echt een stoornis? Onbeschoft zijn? Wat voor medicijnen geven ze je daarvoor?’

‘Wat het ook is, het werkt niet bepaald.’

Ze grijnsde. ‘Zeg dat wel. Geen wonder dat hij hier al zo lang zit…’

Het licht op de gang klikte aan. Rae maakte een snoekduik naar haar bed, waarbij ze haar zaklantaarn achterliet. Ik zette hem uit op het moment dat de deur van de badkamer dichtging. Toen ik een beweging maakte alsof ik hem haar wilde toewerpen, schudde ze haar hoofd, boog naar me toe en fluisterde: ‘Lees jij de rest maar. Als je iets interessants tegenkomt, moet je het me morgen maar vertellen.’

Wie er ook naar de wc moest – Tori of mevrouw Talbot – leek er een eeuwigheid over te doen. Tegen de tijd dat de wc werd doorgetrokken, sliep Rae al. Ik wachtte een paar minuten, deed de zaklantaarn aan en las verder.

Met elke zin werd de knoop van angst in mijn buik groter. Een antisociale persoonlijkheidsstoornis had niets met onbeschoft zijn te maken. Het betekende dat je totaal geen rekening hield met andere mensen en niet in staat was tot empathie: je in de positie van een ander verplaatsen. De stoornis werd gekenmerkt door opvliegendheid en woedeaanvallen, wat het alleen nog maar erger maakte. Als je niet begreep dat je een ander pijn deed, hoe kon je dan nog ophouden?

Ik bladerde door naar de tweede bladzijde, waar Achtergrond boven stond.

==

Een standaardonderzoek naar de achtergrond van DS bleek niet eenvoudig. Er konden geen geboortecertificaat of andere officiële identiteitsdocumenten worden achterhaald. Waarschijnlijk bestaan ze wel, maar het gebrek aan concrete informatie over zijn eerste levensjaren maakt een gedegen onderzoek onmogelijk. Volgens DS en zijn pleegbroer SB kwam Derek bij hen wonen toen hij ongeveer vijf jaar oud was. DS herinnert zich niets over zijn leven voor die tijd – of weigert er iets over te zeggen – al wijzen zijn antwoorden erop dat hij mogelijk in een tehuis is opgegroeid.

Simons vader, Christopher Bae, lijkt in de praktijk de voogdij over DS op zich te hebben genomen, zonder dat er sprake was van een formele adoptie of een pleegovereenkomst. De jongens werden op school ingeschreven als ‘Simon Kim’ en ‘Derek Brown’. De reden voor die valse namen is onbekend.

De schooldossiers wijzen erop dat de gedragsproblemen van DS in groep negen begonnen. Hij was al geen spontaan, vrolijk kind, maar vanaf die leeftijd werd hij in nog hogere mate somber en teruggetrokken; van tijd tot tijd kreeg hij misplaatste woedeaanvallen die vaak uitmondden in uitbarstingen van geweld.

==

Uitbarstingen van geweld…

De blauwe plekken op mijn arm schrijnden, en afwezig wreef ik eroverheen, ineenkrimpend van de pijn.

==

De incidenten zijn niet grondig gedocumenteerd, wat een volledig forensisch onderzoek naar de ontwikkeling van de stoornis onmogelijk maakt. DS lijkt schorsing en andere ernstige disciplinaire maatregelen met succes te hebben vermeden, tot zich een vechtpartij voordeed die door getuigen wordt beschreven als ‘een doodgewone ruzie op het schoolplein’. DS viel woest aan op drie jongens; de politie vermoedt dat er sprake was van een uitbarsting onder invloed van verboden middelen. Een adrenalinestoot zou ook een verklaring kunnen vormen voor het vertoon van buitengewone lichamelijke kracht dat getuigen hebben waargenomen. Tegen de tijd dat het gezag ingreep, had een van de jongens enkele fracturen aan de ruggengraat opgelopen. Medische experts vrezen dat hij nooit meer zal kunnen lopen.

==

De volgetypte bladzijde met details over Dereks achtergrond ging verder, maar de woorden vervaagden, en het enige wat ik nog zag was de vloer die voorbijvloog toen Derek me door de wasruimte had gesmeten.

Buitengewone lichamelijke kracht…

Uitbarstingen van geweld…

Nooit meer zal kunnen lopen…

Ze hadden Liz weggestuurd omdat ze met potloden en gel had gesmeten, maar Derek hielden ze hier? Een reus van een jongen van wie bekend was dat hij gewelddadig kon zijn? Met een stoornis die inhield dat het hem niets kon schelen wie hij verwondde of hoe ernstig?

Waarom had niemand me gewaarschuwd?

Waarom zat hij niet achter slot en grendel?

Ik stopte de blaadjes weg onder mijn matras. De rest hoefde ik niet te lezen. Ik wist wat er zou staan. Dat hij medicatie kreeg. Dat hij een rehabilitatieproces onderging. Dat hij meewerkte en geen tekenen van gewelddadigheid had vertoond tijdens zijn verblijf in Lyle House. Dat zijn stoornis onder controle was.

Ik scheen met de zaklantaarn op mijn arm. De vingerafdrukken werden paars.

==