8

Daarna keerde de rust weer. Als de stilte voor de storm, maar dan andersom. De verpleegkundigen zetten het eten in de oven en trokken zich toen terug in het kantoor van dokter Gill voor een conference call; ze wensten niet te worden gestoord.

Niemand had vraagtekens geplaatst bij mevrouw Wangs uitleg van wat er was gebeurd. Niemand had gezegd dat het misschien gewoon een ongelukje was. Niemand leek zelfs maar verbaasd dat Liz bijna iemand een oog had uitgestoken.

Rond etenstijd kwam mevrouw Talbot het eten brengen, waarna ze terugkeerde naar het kantoortje. Liz kwam ook aan tafel, bleek en stilletjes. Simon stopte haar stiekem een klein pakje vruchtensap toe, hoewel we eigenlijk melk moesten drinken. Tori nam haar onder haar hoede en haalde haar over om iets te eten. Zelfs Rae en Peter probeerden het gesprek op gang te houden, alsof ze haar wilden afleiden. Alleen Derek en ik deden niet mee.

Na het eten hielp Tori Liz herinneren dat het filmavond was en dat ze een dvd konden laten bezorgen. Ze liet Liz kiezen, maar Liz leek de verantwoordelijkheid niet aan te durven en vroeg ons om hulp. Simon deed een paar voorstellen, maar zei dat hij niet zou komen kijken omdat hij en Derek de volgende dag een project moesten inleveren. Uiteindelijk koos Liz voor een romantische comedy. Terwijl zij en Tori het aan de verpleegkundigen gingen vertellen, kondigde Rae aan dat ze het inmiddels schone wasgoed ging opvouwen. Ik bood aan haar te helpen.

==

Ieder met een mand liepen we naar de kamer die Rae met Tori deelde. Ik kon merken dat ze geen van beiden erg blij waren met die situatie. Ik durfde te zweren dat ik op de vensterbank een potloodstreep zag die de kamer in tweeën deelde.

Tori’s kant was zo schoon en opgeruimd dat het er net zo uitzag als bij mij toen ik net was aangekomen. Niets aan de muren. Niets op het bed of op de grond. Alle oppervlakken waren leeg, afgezien van de ladekast, waar twee ingelijste foto’s op stonden. Op de ene stond Tori met haar ouders en op de andere een reusachtige Siamese kat.

Aan Rae’s kant lag genoeg rommel voor hen allebei. Truien met capuchons over de beddenstijlen, schoolboeken die in wankel evenwicht op het bureau lagen, open make-upverpakkingen op de ladekast. Laden waar de kleren uit puilden. De kamer van iemand die niet zou weten waarom ze haar spullen moest opruimen, als ze ze de volgende dag toch weer nodig had. De muren hingen vol losse foto’s.

Rae zette haar mand op Tori’s bed en deed de deur dicht. ‘Oké, ik kan om de hete brij heen draaien, maar daar heb ik een hekel aan, dus ik vraag het maar gewoon op de man af. Heb ik het goed gehoord? Ben jij hier omdat je geesten ziet?’

De woorden ‘Ik wil er niet over praten’ lagen op het puntje van mijn tong. Maar ik wilde er wel over praten. Het liefst wilde ik de telefoon pakken en Kari of Beth bellen, maar ik wist niet hoeveel ze hadden gehoord over wat er was gebeurd en of ze het wel zouden begrijpen. Degene die waarschijnlijk het minst geneigd zou zijn om me uit te lachen of over mijn probleem te roddelen stond voor mijn neus en vroeg naar mijn verhaal. Dus vertelde ik haar alles.

Toen ik klaar was, bleef Rae zeker een halve minuut met een shirt in de lucht roerloos op haar knieën zitten, voordat ze zich weer herinnerde waar ze mee bezig was en het opvouwde.

‘Wauw,’ zei ze.

‘Geen wonder dat ik hier zit, hè?’

‘En het begon vlak voordat je voor het eerst ongesteld werd? Misschien kwam het daar wel door. Omdat je een beetje aan de late kant was, heeft al dat gedoe zich opgestapeld en toen opeens… boem.’

‘Super-pms?’

Ze lachte. ‘En, heb je het al opgezocht?’

‘Hoe bedoel je?’

‘Dat van die conciërge.’

Toen ik fronste, ging ze verder. ‘Je werd achternagezeten door een man in het uniform van een conciërge, toch? En hij was verbrand, alsof hij bij een brand of een explosie om het leven is gekomen. Als dat echt is gebeurd, heeft het vast in de krant gestaan. Je zou het op internet kunnen opzoeken.’

Ik zal niet beweren dat die gedachte niet bij me was opgekomen, maar hooguit in een flits, als een streaker bij een sportwedstrijd, zo snel dat ik hem nauwelijks had opgemerkt.

Stel dat ik echt geesten zag?

Overal in mijn brein lichtten waarschuwingsborden met niet aan denken op, maar ergens diep vanbinnen fascineerde het idee me en wilde ik er wel degelijk aan denken.

Ik wreef over mijn slapen.

Geesten zijn niet echt. Alleen gekken zien geesten. Wat ik had gezien waren hallucinaties, en hoe sneller ik dat accepteerde, hoe eerder ik hier weg kon.

‘Dat zou wel cool zijn,’ zei ik voorzichtig. ‘Maar volgens dokter Gill is het zien van visioenen een duidelijk symptoom van geestesziekte.’

‘Ach, ja, het etiketje. Tjonge, wat zijn ze hier dol op etiketjes. Nog voordat je hier je eerste dag erop hebt zitten, heb je er al een te pakken. Op dat van mij staat pyromanie.’ Ze zag me kijken. ‘Ja, weet ik. We horen onze problemen niet te bespreken. Om onze privacy te beschermen. Volgens mij is dat gelul. Ze willen gewoon niet dat we onze ervaringen gaan vergelijken.’

Ze legde sokken op een rijtje en zocht de paren bij elkaar. ‘Je bent het niet met me eens.’

‘Nou, misschien als je aan pyromanie lijdt. Dat klinkt bijna… cool. Maar er zijn andere dingen, etiketten, die we misschien liever niet met elkaar willen delen.’

‘Zoals?’

Even concentreerde ik me op het bij elkaar zoeken van de sokken. Ik wilde het haar vertellen. Net als dat verhaal over de geesten. Hoe bang ik ook was dat ik als een freak zou klinken, ik wilde het iemand vertellen om te horen wat zij ervan vond, bij wijze van second opinion.

‘Ze zeggen dat ik aan schizofrenie lijd.’

Ik hield haar scherp in de gaten. Haar enige reactie was een lichte frons van verwarring.

‘Maar dan heb je toch meerdere persoonlijkheden?’ vroeg ze.

‘Nee. Schizofrenie, dat is als je, je weet wel, schizo bent.’

Haar gezichtsuitdrukking veranderde niet. ‘Als je dingen ziet die er niet zijn en zo?’

Ik tilde een wit T-shirt zo groot als een zeil op, met vage gele plekken onder de oksels. Ik hoefde niet te kijken van wie het was. Ik vouwde het op en legde het op Dereks stapel. ‘Er is nog een hele rits andere symptomen, maar die heb ik niet.’

‘Allemaal niet?’

‘Nee, kennelijk niet.’

Ze leunde voorzichtig naar achteren en strekte haar benen voor zich uit. ‘Zie je, dat heb ik er nou op tegen. Het gaat één keer mis met je, en dan plakken ze je gelijk een etiket op, zelfs als het bij dat ene probleem blijft. Alsof je een keer hoest en de dokter zomaar besluit dat je longontsteking hebt. Ik wed dat er bij pyromanie ook nog veel meer symptomen zijn. Die ik niet heb.’

Ze richtte haar blik op een blauwe en een rode sok en staarde er ingespannen naar, alsof ze ze met haar gedachten paars kon maken, zodat ze bij elkaar zouden passen. ‘Wat komt er allemaal nog meer bij kijken als je schizofreen bent?’

‘Dat heeft dokter Gill niet precies gezegd.’

‘Hm.’

‘Ik kan het natuurlijk op internet opzoeken. Dat zou ik eens moeten doen.’

‘Dat zouden we allebei moeten doen. Schizofrenie en pyromanie. Ik wil er graag meer over weten. Gewoon voor de zekerheid, snap je? Zeker nu het zo slecht gaat met Liz…’ Ze wreef met de rug van haar hand over haar mond, nog steeds starend naar de twee sokken die niet bij elkaar hoorden. ‘Ik denk dat je binnenkort je kamer voor jezelf hebt. Misschien zelfs al heel binnenkort.’

‘Wordt ze overgeplaatst?’

‘Waarschijnlijk wel. Ze hebben het er al een tijdje over. Dit is een opvanghuis voor jongeren met problemen, maar niet al te ernstige, en ze worden snel beter. Een paar weken nadat ik hier was aangekomen, werd er een jongen overgeplaatst die Brady heette. Het ging niet slechter met hem of zo. Niet zoals met Liz. Hij wilde alleen niet beter worden. Hij vond dat er niets mis was met hem. Dus daar ging hij… Toen heb ik mijn lesje wel geleerd. Ik mag dan niets ophebben met hun etiketjes en hun medicijnen, maar ik hou mijn mond, speel het spelletje mee en zorg dat ik hier op de juiste manier wegkom.’

‘En naar huis mag.’

Een korte stilte waarin we geen van beiden bewogen. Toen rukte ze een blauwe sok uit mijn hand en liet hem vlak voor mijn gezicht bungelen.

‘Oeps.’ Ik had niet eens in de gaten dat ik hem in mijn hand had.

Ze vouwde het blauwe paar op en schoof de overgebleven rode sok onder Tori’s bed. ‘Klaar. De film zal zo wel beginnen.’ Ze stapelde de opgevouwen was in een van de manden. ‘Viel het je op hoe snel Simon zich eruit kletste toen de filmavond ter sprake kwam? Echte studiebollen, die twee. Ze doen er alles aan om niet met de gekken te hoeven omgaan.’

‘Die indruk kreeg ik al. Simon lijkt me wel aardig, maar…’

Ze gaf mij de ene mand en pakte zelf de andere. ‘Hij is net zo goed een diva als Tori. Ze zouden een volmaakt stel zijn. Derek mag dan een eikel zijn, hij komt er tenminste eerlijk voor uit. Overdag doet Simon heel aardig omdat hij ons toch niet kan ontlopen, maar zodra hij kans ziet, knijpt hij er met zijn broer tussenuit. Hij doet alsof hij hier niet thuis hoort. Alsof hij helemaal geen problemen heeft en het allemaal één grote vergissing is.’

‘Waarom zit hij hier?’

‘Geloof me, dat zou ik dolgraag willen weten. Van hem en van Derek. Simon gaat nooit naar therapie, maar Derek brengt meer tijd bij de psycholoog door dan alle anderen. Er komt nooit iemand bij hen op bezoek, maar soms kunnen ze het over niks anders hebben dan over hun vader. Simons vader, denk ik. Maar als hij zo geweldig is, waarom heeft hij hen dan hier gedumpt en is hij er vervolgens vandoor gegaan? En hoe kan het dat twee jongens uit hetzelfde gezin die geen bloedverwanten zijn allebei psychologische problemen hebben? Ik zou hun dossier dolgraag willen zien.’

Ik zou liegen als ik beweerde dat ik niet nieuwsgierig was naar Simon. En misschien ook wel naar Derek, al was het maar omdat ik vermoedde dat ik iets nodig zou hebben om tegen hem te kunnen gebruiken. Maar ik zou niet willen dat iemand mijn dossier las, en ik was niet van plan Rae te helpen hun dossiers in te zien.

‘Vanavond kunnen we het er toch niet op wagen,’ zei ze. ‘Na wat er met Liz is gebeurd zijn ze vast extra alert. Ik wil er niet uit worden geschopt omdat ik een slechte invloed heb op de nieuweling.’

‘Misschien word ik er wel uit geschopt omdat ik een slechte invloed heb op jou.’

Ze zag me grijnzen en begon te lachen. ‘O, nou, wat ben jij een lastpak, meid. Dat zie je meteen.’

Ze duwde me de kamer uit en deed de deur achter ons dicht.

==