Mannetjes
Soms vliegen de gebraden duiven zomaar in de mond van Jan Boskamp. Dat gebeurt bijvoorbeeld kort voor de aftrap van het bekerduel van Feyenoord met Willem II, de laatste thuiswedstrijd voor de winterstop. Op de perstribune van De Kuip meldt dan voormalig middenvelder Marcel Meeuwis zich onaangekondigd aan de desk van Boskamp. Hij draagt een leren jack en een muts met daarop de tekst ‘FC De Rebellen’. Hij steekt zijn hand uit en zegt: ‘Ik ben Marcel Meeuwis en ik heb hier ooit nog eens een halfjaar gespeeld.’ Dat was in de tweede helft van het voor Feyenoord dramatisch verlopen seizoen 2010-2011. De ploeg eindigde dat jaar als tiende.
Marcel Meeuwis praat tegenwoordig een stuk sneller dan hij in die tijd rende. Hij zegt: ‘Ik heb een eigen bedrijf. We spelen wedstrijden, geven clinics en presentaties. John de Wolf doet mee en Glenn Helder. Andy van der Meijde ook, Theo Janssen, Pierre van Hooijdonk, Wim Kieft…’
‘Aha, Wimpie,’ zegt Boskamp.
Marcel Meeuwis ratelt onverstoorbaar verder. ‘Jean-Marie Pfaff, Aad de Mos, Nicky Hofs. En Luc Nilis.’
‘Aha, Luc-ie,’ zegt Boskamp, die nog steeds geen idee heeft wat hij met al die informatie aan moet.
‘Gilles De Bilde,’ zegt Marcel Meeuwis met een triomfantelijke blik. Zijn punt is inmiddels gemaakt, maar toch besluit hij nog een paar namen in de strijd te gooien. ‘Hugo Borst, Hans Kraay junior, Koert Westerman, Erik Dijkstra, Frank Evenblij. Noem ze allemaal maar op. Met Mario Been heb ik de afspraak dat ik hem een bericht stuur als ik iets voor hem kan regelen. Ik zet het bedrag erbij en hij hoeft alleen ja of nee terug te sturen. Zo kunnen we dat met jou ook doen, als ik je nummer mag.’
Jan Boskamp knikt, ogenschijnlijk vooral in de hoop dat daarmee het gesprek is beëindigd. Als Marcel Meeuwis het telefoonnummer heeft genoteerd en is opgegaan in de menigte, zegt Boskamp: ‘Wie was die gozer eigenlijk?’
Het tafereel is tekenend voor de wijze waarop deals met Jan Boskamp vaak tot stand komen. Daar komt in de meeste gevallen geen contract aan te pas en als dat wel het geval is, dan weigert hij gewoon om dat te ondertekenen.
De zaken gaan goed de laatste tijd. Jan Boskamp is ‘businesspartner’ geworden van een leasemaatschappij uit Brabant, waardoor hij gratis een auto mag rijden die zo groot is als een caravan en zo robuust als hijzelf. In ruil daarvoor hoeft hij alleen subtiel de naam van het bedrijf op zijn trui te dragen wanneer hij op televisie verschijnt of te komen opdraven bij commerciële activiteiten.
Ook is Jan Boskamp sinds kort ‘huisanalist’ van Soccernews.nl, een voetbalwebsite die vol staat met nieuwsberichten die vakkundig bij elkaar geknipt en geplakt zijn. Voor een schappelijke vergoeding blikt hij elke maandagochtend telefonisch in tien minuten terug op het afgelopen voetbalweekend. Een redacteur, van wie Boskamp alleen de stem kent, maakt daar vervolgens artikelen over die titels dragen als:
– Huisanalist Boskamp gelooft zijn ogen niet: ‘Jongens, jongens toch’
– Huisanalist Boskamp baalt van pipo’s en schrikt: ‘Dat kan je niet maken’
– Huisanalist Boskamp kan Feyenoord niet volgen: ‘Wat moet je ermee?’
Dan is er dus nog zijn normale televisiewerk, dat hem in de laatste weken van het jaar bijna boven het hoofd aan het groeien is. Hij snakt naar de winterstop. Geheel tegen zijn gewoonte in heeft hij afgezegd voor een van zijn laatste uitzendingen van Voetbal Inside. Als Jan Boskamp een poppetje in een computerspelletje was, dan stond zijn energiemetertje nu ver in het rood. Dat heeft niet alleen te maken met het gekmakende werkschema dat hij aanhoudt en vele uren die hij achter het stuur doorbrengt, maar ook met zijn telefoon, die elke dag weer niet wil stoppen met rinkelen. Verkeer een poosje in de aanwezigheid van Jan Boskamp en je wordt bijna zelf moe van alle telefoongesprekjes die hij moet voeren en tekstberichten die hij moet beantwoorden.
Voor een groot deel is hij daar zelf schuldig aan, want voor bijna elk probleem waar Jan Boskamp in zijn leven tegen aanloopt, zoekt hij de oplossing in zijn telefoon die vol staat met nummers van mannetjes die raad weten. Hij heeft een mannetje dat zijn auto kan repareren, een mannetje voor klusjes in huis, mannetjes die hem van het laatste voetbalnieuws kunnen voorzien, tal van mannetjes die kaarten voor voetbalwedstrijden kunnen regelen, en mannetjes die hij kan bellen wanneer hij even geen zin heeft om alleen te zijn. Wanneer hij zo’n mannetje belt, vergeet Jan Boskamp soms zomaar om ‘hallo’ of ‘hoe gaat het’ te zeggen. In plaats daarvan brult hij dan zodra er wordt opgenomen bijvoorbeeld: ‘En, is het geregeld?’
Zelfs voor een ogenschijnlijk simpel probleem als ‘geen beltegoed meer’ (want Jan Boskamp belt gek genoeg prepaid) heeft hij een mannetje, dat hij ‘de baas van Proximus’ noemt. Wanneer hij hem belt, stuurt dat mannetje persoonlijk een sms terug waarin van stap tot stap beschreven staat wat hij moet doen om zijn tegoed op te waarderen. Met zijn ogen bijna dichtgeknepen drukt hij dan geconcentreerd de juiste knoppen in op zijn mobieltje, totdat hij het sein krijgt dat er vijftig euro is toegevoegd aan zijn tegoed. Bij die bevestiging lijkt er altijd een last van zijn schouders te vallen. Hij weet dan namelijk zeker dat hij weer een poosje mannetjes kan bellen.