‘Nu ben ik echt een ouwe lul’
Op een regenachtige zaterdag in oktober verschijnt in Volkskrant Magazine een groot interview met Leo Beenhakker. De dan 73-jarige voetbaltrainer is sinds een paar maanden met pensioen en moet daar duidelijk aan wennen. ‘Weet je, als je stopt, wordt je wereld heel klein,’ vertelt Beenhakker in zijn appartement dat uitkijkt over De Kuip. ‘Iedereen die zich al die jaren met je heeft bemoeid, zaakwaarnemers, spelers, collega’s, de media – van de een op de andere dag is het weg. Daar moet je effe aan wennen. Mijn vriend Simon Kelder, voormalig voorzitter van Excelsior, had me al gewaarschuwd. Hij stopte twee jaar geleden. “Leo, je weet niet wat je meemaakt,” zei-ie. Als je nog werkt gaat je telefoon zó vaak dat je regelmatig de neiging hebt om dat ding de hoek in te donderstralen. En nu schrik je als-ie gaat. Want hij gaat nooit meer.’
Een paar dagen eerder in Relegem. Jan Boskamp neemt zijn mobiele telefoon op zoals hij dat altijd doet. Hij roept ‘Hállo?’ op een toon alsof het voor hem een volstrekt raadsel is wie hij aan de lijn zal krijgen, ook al is de naam van de beller zojuist gewoon in het schermpje van zijn mobieltje verschenen. Hij is jarig, 67 jaar is hij geworden. Als het aan Boskamp zelf had gelegen waren de uren van deze dag geruisloos aan hem voorbijgetrokken, maar dat blijkt ook dit jaar tegen beter weten in. In zijn woonkamer klinkt nu al de halve dag bijna onophoudelijk het gerinkel van zijn mobiele telefoon. Hij zegt: ‘Ik word gek van dat ding. Ik hou er niet van dat mensen altijd weten waar ik ben.’
Jan Boskamp heeft een grote kring van vrienden, kennissen en collega’s die hem op deze bijzondere dag willen feliciteren. Veruit de meesten kent hij uit de voetballerij. Daarin is hij officieel al sinds zijn vertrek bij SK Beveren in december 2009 niet meer werkzaam, maar ondertussen staat hij er nog steeds middenin. Je merkt het bijvoorbeeld aan het bonte gezelschap dat hij elke twee weken meeneemt naar De Kuip. Vaste bijrijder in auto is Marc-ie, een goede vriend die dertig jaar geleden al nauw betrokken was bij de voetbalkampen die Boskamp in België organiseerde en die tegenwoordig gek is van Feyenoord. Soms neemt hij bekende of minder bekende oud-voetballers mee, zoals Snoetje (Nico Jansen), Flippo (Predrag Filipović) of Danny Boffin, die hij gek genoeg gewoon Danny noemt. Dan zijn er de mannen uit de media, zoals de voetbalverslaggever van de Belgische krant Het Laatste Nieuws die al zijn leven lang Feyenoordsupporter is, of de redacteur van Extra Time die wel eens met eigen ogen wil zien waar Boskamp al die maandagavonden op televisie over heeft zitten opscheppen. Tot slot zijn er de trainers, stafleden en beleidsbepalers van Belgische clubs als Eendracht Aalst of Anderlecht met wie Boskamp warme banden onderhoudt, mannen die de trip naar De Kuip ook voor een deel zien als een exotische en tevens leerzame ervaring.
Tot aan het vorige seizoen werd Jan Boskamp bij al zijn trips daarnaast altijd vergezeld door Jos, een voormalige bokser met een kale kop boven een korte nek en een rauw Oostblokaccent, die door Boskamp steevast Maffia werd genoemd. Hoewel de rest van de teksten die ze uitwisselden voornamelijk uit beledigingen bestond, waren de twee lange tijd om onduidelijke redenen onafscheidelijk en trad Maffia op als een soort privéchauffeur van Jan Boskamp. Pas toen Maffia er in De Kuip een gewoonte van begon te maken om nog voor de rust alle roze koeken in het perscafé op te eten en iedere oud-speler die hij tegen het lijf liep om een foto te vragen, besloot Jan Boskamp hem niet meer mee te nemen naar Feyenoord.
Op zijn verjaardag is Jan Boskamp nog niet gebeld door Maffia. Nu is Boskamp ook geen ster in het in ontvangst nemen van felicitaties. De meeste beantwoordt hij met: ‘Pleur je gauw op’, of: ‘Ja, nu ben ik echt een ouwe lul.’ Als hij het gesprek dan snel en vakkundig tot een vroeg einde heeft gebracht, ziet hij soms nadat hij heeft opgehangen dat hij alweer een andere oproep gemist heeft.
De meeste nummers die op het schermpje van zijn telefoon verschijnen zijn van mensen die hij kent, maar gek genoeg wordt hij ook geregeld gebeld door onbekende nummers. Hoe dat kan, daar is hij nog steeds niet achter. Iedereen wie hij zijn telefoonnummer geeft, drukt hij op het hart om dat verder met niemand te delen, maar in dat opzicht is hij kennelijk iets te goed van vertrouwen. Het zorgt ervoor dat hij soms wel twee keer per jaar van telefoonnummer wisselt.
Op zijn verjaardag heeft hij dit keer al zijn televisieoptredens afgezegd. Hij heeft geen zin om evenals twee jaar eerder bij VI voor een draaiende camera zijn mik vol taart te moeten duwen, of opnieuw te worden toegezongen door het uitgelaten publiek in de televisiestudio, terwijl hij zelf ongemakkelijk heen en weer zit te schuiven op zijn stoel.
Ook de cadeaus die hij toen live op televisie kreeg vanwege zijn vijfenzestigste verjaardag hadden achterwege kunnen blijven: een bamihap in een broodtrommeltje van de spelers van Feyenoord, twee dure flessen cognac van Merab Jordania (die er kennelijk niet van op de hoogte was dat Boskamp geen alcohol drinkt), een boek met oude columns van Johan Derksen en 65 koud geworden bamihappen van een verslaggever van PowNed.
Precies twee jaar later houdt de redactie van Voetbal Inside het daarom bij een felicitatie voor Jan Boskamp op Facebook, die de jarige zelf nooit onder ogen zal krijgen. Wel reageren er veel kijkers van het programma onder het bericht. Ze schrijven:
- Proficiat wereld levens genieter
- Gefeliciteerd mister bamihap & bitterbal!
- Van harte dikkop dat je lang bij voetbal inside mag komen en gezond mag blijfen
- Bamihap
- Jan van harte gefeliciteerd...en geef die wilfred gene nou eens een beuk !!
- Gefeliciteerd lekkere teddybeer! !!...Jij krijgt van mij een hele dikke kus...Ingeborg.
Opvallend veel mensen begeleiden hun felicitatie met een foto van een halfnaakte vrouw of anders met een plaatje van een bamischijf. Op sommige plaatjes is al een hap uit de snack genomen.