‘Ik leek wel een dolfijn’

Wie een idee wil krijgen van het voedselpatroon van Jan Boskamp, hoeft alleen maar zijn naam in te tikken op YouTube. Daar zijn video’s te vinden die titels hebben als:

– ‘Jan Boskamp heeft een heerlijke saté in zijn mik gegooid’ (14.348 views)

– ‘Acht haringen voor Jan Boskamp’ (17.975 views)

– ‘Voor Jan Boskamp was de XXL Frikandel een knakworstje’ (76.769 views).

Wie bovenstaande filmpjes ziet, kan zich haast niet voorstellen dat er een tijd was dat Jan Boskamp zich strikt hield aan het dieet dat de dokter hem had voorgeschreven. In de maanden nadat hij in zijn badkamer in elkaar was gezakt, at hij ongeveer evenveel als een opgroeiende peuter. ’s Ochtends mocht hij drie boterhammen, in de middag maar twee en ’s avonds moest hij het doen met drie aardappelen, een stukje vlees of vis en flink wat groente. Tussendoor dronk Boskamp alleen maar water. Vooral ’s nachts stierf hij van de honger. ‘Normaal ging ik er dan uit om wat eten te pakken, maar mijn vriendin had voor de zekerheid een slot op de ijskast gemaakt. Dan dronk ik maar een glas water om van de honger af te komen. Ik leek wel een dolfijn in die periode.’

Het dieet sloeg aan, want hij verloor in een paar maanden zo’n 35 kilo. In die tijd wreef hij regelmatig met een genoegzame blik over zijn buik en vertelde iedereen die het wilde horen dat hij ‘zo scherp als een mes’ stond.

Toch werkte hij op de dag dat hij voor het laatst ter controle naar de dokter moest, direct weer een eerste steak bearnaise naar binnen. Zijn lievelingsgerecht kon hij ook in de weken die volgden maar moeilijk laten staan, waardoor de kilo’s er even hard weer aan vlogen. ‘Ik heb nu eenmaal het karakter van een tuinkabouter,’ zei Boskamp vaak ter verontschuldiging wanneer hij weer eens een dampende lap vlees voor zijn neus had staan, waarbij hij de tuinkabouter soms even makkelijk verving door een goudvis of een tuinslang.

Al in de tijd dat hij nog voetbalde, hield Jan Boskamp er een merkwaardig eetpatroon op na. Zo had hij bij Feyenoord een tijdlang samen met Wim Jansen de gewoonte om voor de training langs te gaan bij de visboer, om daar op nuchtere maag een portie gefrituurde mosselen naar binnen te werken. In die tijd vestigde hij zijn reputatie als grote eter, door na afloop van een uitwedstrijd met de jeugd van Feyenoord bij een wegrestaurant eens tien borden kip met patat achter elkaar naar binnen te schuiven. De jongens die er toen bij waren, grappen nog steeds over ‘kippetje-patatje’ wanneer ze Boskamp tegen het lijf lopen.

Het grote verschil tussen toen en nu is dat Boskamp als voetballer al die calorieën er weer af trainde, want lui was hij allerminst. Hij was weliswaar altijd al een speler van het uit de kluiten gewassen soort, maar op overgewicht was hij nooit te betrappen. Alleen in de zomer, tussen twee seizoenen in, kwam hij meestal een paar kilo aan. Dat gebeurde wanneer hij tijdens zijn vakantie eerst twee weken lang gestrekt lag en alleen in beweging kwam als er iets te eten viel. Toen al was er geen maaltijd compleet voor hem zonder een paar bolletjes roomijs toe, die zich meestal direct op een mooi plekje rond zijn heupen nestelden. In de weken voordat het seizoen begon, liep hij daarom net zo veel totdat al die extra kilo’s weer waren verdampt.

Sinds hij is gestopt met voetballen, gaat de strijd tegen de kilo’s hem een stuk moeilijker af, al waren er ook momenten dat hij met een tevreden gevoel op de weegschaal kon staan. In het voorjaar van 1997 bijvoorbeeld, toen hij tegen het eind van zijn dienstverband bij Anderlecht in een paar maanden 26 kilo kwijtraakte. Ook in de jaren die volgden deed hij verschillende geslaagde pogingen om gewicht te verliezen, al was het bereiken van zijn streefgewicht meestal ook het startschot om de salades weer in te wisselen voor steaks en de glazen water voor liters cola. Wie foto’s van Jan Boskamp van de laatste decennia op chronologische volgorde naast elkaar legt, ziet daardoor zijn gezicht langzaam maar zeker steeds iets ronder worden en zijn buik elk jaar iets verder over zijn broekrand zakken.

Zijn strijd tegen de kilo’s is een terugkerend onderwerp in de interviews die hij als speler en later als trainer geeft. In 1973 al, als hij net voor het eerst is opgeroepen voor Oranje, schrijft Bert Nederlof in Voetbal International: ‘De beresterke Jan Boskamp, 21 oktober wordt hij 25 jaar, is inmiddels al vele kilo’s kwijtgeraakt. “Aan het eind van vorig seizoen zat ik nog op 85 kilo, nu weeg ik er 79, 80. Soms, wanneer het erg warm is geweest, stap ik op de weegschaal en dan is het maar 77, 78.”’ In 1994, wanneer hij trainer is van Anderlecht, valt het een verslaggever op dat Boskamp naast zijn bord met garnalenkroketjes een glas water heeft staan op de plaats waar je bij hem een flesje cola of cassis zou verwachten. ‘Ik ben negen kilo afgevallen,’ vertelt Boskamp dan. ‘Drink niet, eet minder. Man, ik at drie, vier keer per dag steak. Ben ik mee gestopt.’

En vrij recent nog, in december 2014, in VI: De dokter zegt dat ik iets aan mijn gewicht moet doen. Dat is het probleem, hè? Het eten. Ik kan er niet van afblijven. Mosselen mag ik niet hebben. Mosselen! Die vind ik zó lekker. Dus die pak ik dan. Maar ja, dan moet ik snel een pilletje nemen, anders heb ik het zitten. Ik weet dat ik dertig kilo te zwaar ben. Mijn top was 139,6 kilo. Toen zei die dokter: “Nu moet je elke dag komen.” Ik moet onder de honderd, maar ik zit nog steeds rond de 120. Hij zegt: “Ga meer bewegen. Ga zwemmen.” Maar ik beweeg alleen mijn pols. Om te zappen.’

Tijdens dat laatste interview ziet het er niet naar uit dat Jan Boskamp ooit nog een nieuwe poging zal wagen om af te vallen. Hij luistert in die tijd nog liever naar het onophoudelijke gezeur van de dokter dan naar het knorren van zijn maag.

Juist daarom is het zo verrassend om te zien dat Jan Boskamp nu, voorafgaand aan de thuiswedstrijd van Feyenoord tegen Willem II, in een restaurant tegenover De Kuip alleen een salade met kip bestelt, die hij wegspoelt met vijf glazen water. Die plotselinge omslag maakt hij niet voor zijn plezier, want een paar dagen eerder is hij benaderd voor een weddenschap waarmee hij 2500 euro kan verdienen voor Move to Improve, een organisatie die zich inzet voor kinderen met een lichamelijke beperking. Het enige wat Boskamp voor dat bedrag hoeft te doen, is in het voorjaar de toerversie van de Ronde van Vlaanderen uit te rijden.

Hoewel deze toertocht nog niet de helft bedraagt van de ruim 260 kilometer die de officiële wegwedstrijd voor de profs telt, is Boskamp niet in de positie om die uitdaging al te licht op te nemen. Met zijn bijna 140 kilo is het al een flink karwei om überhaupt op een racefiets te klimmen, laat staan dat hij op die fiets ook nog kuitenbijters als de Koppenberg en de Paterberg moet zien te bedwingen, puisten die op de steilste stukken stijgingspercentages van meer dan twintig procent kennen.

Om die reden is hij in de dagen nadat hij de weddenschap sloot direct begonnen met trainen. Hij start bescheiden, twee keer per dag op de step die hij thuis heeft staan, tot het zweet begint te prikken in zijn ogen. Ook is hij van plan om de steaks bearnaise voorlopig te laten staan en het zelfs met de feestdagen in december rustig aan te doen. ‘Normaal eet ik met oud en nieuw een berg oliebollen, maar die zal ik dit keer ook laten staan,’ bezweert hij.

De vraag is op zijn plaats of hij dat allemaal daadwerkelijk alleen voor de weddenschap doet. Die 2500 euro zou hij net zo makkelijk uit eigen zak aan het goede doel kunnen geven. Bovendien is de tegenprestatie als hij de wielertocht niet uit zal rijden ook behoorlijk aantrekkelijk: dan neemt hij zijn uitdager mee naar een wedstrijd van FC Barcelona. Toch is hij vastberaden om de weddenschap als winnaar af te sluiten. ‘Ik heb gewoon een doel nodig als ik wil afvallen,’ zegt hij, terwijl hij een klein uur voor de wedstrijd met tegenzin een nieuwe hap sla in zijn mond steekt. ‘Ik ben echt van plan de komende maanden hard te gaan trainen en minder te eten.’

Dat hij zelf ook nog enigszins moet wennen aan dat idee, blijkt als hij na de lichte lunch bij de ingang van het stadion Maup Martens tegen het lijf loopt. Samen maken ze de afspraak om de volgende dag te gaan kijken naar een wedstrijd van België Onder 16. ‘Weet je wat je doet,’ zegt Boskamp daar tegen de senior scout van Feyenoords jeugdopleiding. ‘Kom een uurtje eerder, dan kunnen we eerst lekker wat eten.’