‘Hé schele, heb jij dat op internet gezet?’

Een tankstation in Maartensdijk. Daar komt de auto van Jan Boskamp op hoge snelheid de bocht om gescheurd. De reden van zijn haast wordt duidelijk als hij met veel kracht op de rem trapt en het portier van zijn auto openzwaait. Dan hobbelt Boskamp direct naar de knotwilgen die langs het tankstation zijn geplant en knoopt ondertussen zijn broek los. ‘Kolere,’ zegt hij, terwijl uit zijn auto flarden van een nummer van Elvis Presley waaien. ‘Ik moet pissen, dat is niet normaal.’

Hoewel even later inderdaad een klaterend geluid weerkaatst tegen het tankstation, klopt het laatste deel van zijn kennisgeving niet helemaal. Wie veel in de buurt van Jan Boskamp verkeert, weet dat het de laatste jaren juist vrij normaal is dat hij zo ongeveer elk toilet dat hij tegenkomt met een bezoekje vereert en dat hij bij een gebrek aan een wc gewoon een mooie boom uitzoekt om als een labrador zijn territorium af te bakenen.

Zelf wijt Jan Boskamp die gewoonte aan ouderdom, al hielp het niet mee dat hij een aantal jaar terug kampte met serieuze darmproblemen. In die tijd was zijn stoelgang zo in de war geschopt, dat het aantal tankstations en bijbehorende toiletten langs de route lang niet altijd toereikend was om zijn soms plots opkomende hoge nood te kunnen verlichten. Zijn auto werd in die periode meer dan eens met draaiende motor op de vluchtstrook van de snelweg gesignaleerd. Boskamp zelf zat dan ondertussen aan de andere kant van de vangrail verstopt in de bosjes, als hij geluk had met een rol toiletpapier bij de hand.

Deze avond is het tankstation een tussenstop op weg naar Hilversum, waar hij voor het eerst dit seizoen te gast is bij Voetbal Inside. Hoewel de filelezers op de radio in verband met de zomervakantie al wekenlang werken volgens een tropenrooster, presteerde Jan Boskamp het om nog voor de Nederlandse grens zo ongeveer de enige file in te rijden die vandaag in de Benelux te vinden is. Daardoor kost de rit van Relegem naar Hilversum hem inmiddels al ruim 3,5 uur. De vier flesjes water die hij ondertussen dronk, liggen nu tussen een paar lege zakken drop op de mat voor de bijrijdersstoel.

Zijn humeur heeft nauwelijks geleden onder de vertraging. Dat komt vooral doordat hij ernaar uitkijkt om over een paar uur voor het eerst in ruim twee maanden weer aan te schuiven bij Wilfred Genee, Johan Derksen en René van der Gijp. Van alle klussen die hij tegenwoordig doet, is die bij Voetbal Inside veruit zijn favoriet. Het is het enige programma waaraan hij ooit heeft meegewerkt waar als de camera’s draaien zo mogelijk nog meer gelachen wordt dan in de besloten redactieruimte achter de schermen.

Voor vanavond is er bovendien meer dan genoeg om te bespreken. Zo zal het in de uitzending veel gaan over Feyenoord, dat een hectisch weekje achter de rug heeft. Die week begon met de eerste competitiewedstrijd tegen FC Utrecht, die ondanks een rode kaart voor Rick Karsdorp toch drie punten opleverde. In de dagen die volgden stapelde het goede nieuws zich op in De Kuip. De nieuwe spits Michiel Kramer maakte zijn eerste doelpunt in het rood-wit tijdens een wedstrijd met het tweede elftal, de rode kaart die Karsdorp kreeg werd kwijtgescholden en tegen het einde van de week werd Eric Botteghin binnengehaald als nieuwe verdediger.

Ook maakte Giovanni van Bronckhorst bekend dat Elvis Manu en Joey Sleegers mochten uitkijken naar een andere club. Om die reden werd Jan Boskamp eerder vandaag gebeld door zijn goede vriend Peter Maes, trainer van KRC Genk. Toen die de vraag stelde of Manu een versterking voor de Belgische ploeg zou zijn, antwoordde Boskamp voor zijn doen opmerkelijk tactisch: ‘Ik zou hem nog maar een paar wedstrijden gaan bekijken.’ Feyenoord mocht er dan bij gebaat zijn om de aanvaller snel te verkopen, maar een goede vriend belazer je niet.

Als Jan Boskamp een paar uur later op het Mediapark de studio’s van RTL binnensloft, draagt hij in zijn hand een toilettasje van het soort dat profvoetballers dagelijks met zich meesjouwen naar hun club. In tegenstelling tot de spelers van Feyenoord, PSV of Ajax staat daarop bij hem geen logo van Louis Vuitton gedrukt, maar gewoon van JAKO. In het tasje vind je ook geen moeilijke gelletjes of ondefinieerbare crème­pjes, maar alleen een tandenborstel en tandpasta. ‘Vanmiddag heb ik mosselen gegeten,’ verklaart hij. ‘Ik kan het die gasten niet aandoen dat ik uit mijn bek stink.’

Toch geeft hij even later, nog voordat hij zijn tanden heeft gepoetst, Nancy van de productie uitbundig drie zoenen op haar wang. Ze is een van de weinige medewerkers die is overgebleven sinds het programma Voetbal International na zeven jaar stopte en plaatsmaakte voor Voetbal Inside. Iemand als Johan Derksen is van die metamorfose achter de schermen niet echt onder de indruk – hij heeft zich bij het programma nooit veel aangetrokken van zoiets als een redactie – maar voor Jan Boskamp ligt dat anders. In de jaren dat hij meewerkte aan Voetbal International bouwde hij een hechte band op met de medewerkers van de show. Soms belde hij een van de redacteuren aan het begin van de week op met de vraag of die misschien zin had om een wedstrijdje van Barcelona of Bayern München mee te pakken. Een paar dagen later zaten ze dan al samen in het vliegtuig. Boskamp betaalde alles. In het geval dat iemand anders er toch in slaagde om bijvoorbeeld een parkeerkaartje af te rekenen, frutselde Boskamp later ongezien een paar briefjes van tien in diens jaszak.

Tegelijkertijd vergat Jan Boskamp ook de rest van de crew niet. Op de dag dat Boskamp zijn vijfenzestigste verjaardag vierde, reed hij met een kofferbak vol met dure Belgische chocolade naar Hilversum, om die daar uit te delen aan de medewerkers van het programma. Niet alleen aan Nancy van de productie, ‘Jantje’ en ‘Bartje’ van de redactie en Wyke van de visagie, maar ook bijvoorbeeld aan de cameramensen, van wie hij vanaf zijn vaste stek in de studio de meeste tijd alleen maar hun kruin boven de lens uit zag steken. Toen hij na die uitzending door een van de redacteuren was uitgenodigd om een hapje te eten ter gelegenheid van zijn verjaardag, wilde Boskamp het restaurant niet verlaten voordat hij met zijn eigen pinpas de gezamenlijke rekening had voldaan.

Jan Boskamp schoof in augustus 2010 voor het eerst aan bij VI. Aanleiding was zijn persoonlijke band met de nieuwe Vitesse-eigenaar Merab Jordania, met wie hij eerder in Georgië had samengewerkt. Meer nog dan de verhalen die Boskamp daarover te vertellen had, maakte hij indruk door gewoon zichzelf te zijn op het moment dat de camera’s gingen draaien. Achter de schermen hadden ze al snel in de gaten dat die forse Rotterdammer met zijn onbehouwen voorkomen een aanwinst kon worden voor het programma, al zagen ze ook dat zijn verbale bijdrage aan het programma in feite beperkt is. Van Jan Boskamp hoef je nauwelijks gepeperde uitspraken te verwachten. Hij is de enige voetbalanalist ter wereld die ermee wegkomt om drie uitzendingen op rij over Lionel Messi te zeggen dat het ‘niet normaal is hoe dat mannetje kan voetballen’.

Daar kwam bij dat niet alleen de kijkers, maar ook de redacteuren er een paar weken voor nodig hadden om het taalgebruik van Jan Boskamp te doorgronden. In de begindagen was de redactie er soms na twee uitgebreide telefoongesprekken met hem nog steeds niet zeker van of ze de eerstvolgende uitzending konden rekenen op zijn komst of niet. De ene helft van zijn teksten hadden ze niet verstaan, de andere helft niet begrepen.

Het waren slechts opstartproblemen, want Jan Boskamp werd al snel door iedereen die meewerkte aan het programma in de armen gesloten. Zelfs Johan Derksen, die de gewoonte heeft om iedere nieuwe gast die aan tafel niet het achterste van zijn tong laat zien een paar weken later tot zijn enkels af te zagen, vond het een uitstekend idee om de oer-Feyenoorder vaker uit te nodigen.

Hoe Jan Boskamp zo razendsnel zijn plek binnen het programma wist te veroveren, wordt aan het begin van deze avond enigszins duidelijk als hij op zijn geheel eigen wijze kennismaakt met de nieuwe ploeg redacteuren. Eerder op de dag had een van hen Boskamp al opgebeld met de mededeling dat de nieuwe aanwinsten van Feyenoord besproken zouden worden in de uitzending. Hoewel Boskamp toen alleen maar had geantwoord dat hij hoopte dat de jongens uit de eigen opleiding niet vergeten zouden worden, verscheen even later een ronkende aankondiging op het Twitteraccount van Voetbal Inside: ‘Vanavond is Jan Boskamp te gast die zijn vraagtekens zet bij het transferbeleid van @Feyenoord. 20:30 uur bij @RTL7.’

De analist had zich geen betere binnenkomer bij de nieuw geformeerde redactie kunnen wensen. ‘Effe met die gasten dollen,’ zegt hij vlak voordat hij voor het eerst dit seizoen de redactievloer op stapt. Daar zet hij de eerste de beste redacteur die hij nooit eerder heeft gezien direct met zijn rug tegen de muur. ‘Wie heeft er op internet gezet dat ik de transfers van Feyenoord afkraak?’ buldert hij, terwijl hij met zijn wijsvinger tevergeefs een gaatje probeert te boren in diens borstkas. ‘Ze hebben al gebeld uit Rotterdam, hoe ik dat in mijn hoofd haal! Dat hebben jullie weer klasse gedaan.’

De redacteur heeft Jan Boskamp duidelijk nooit in de weer gezien met zijn mobiele telefoon, anders zou hij zich op de eerste plaats afvragen hoe het in godsnaam mogelijk is dat hij daarmee op eigen kracht een Twitterbericht tevoorschijn heeft getoverd. In plaats daarvan stamelt de jongen iets over een afdeling ‘Digital’ die haar werk niet naar behoren heeft gedaan, maar Boskamp hoort dat al niet meer. Die heeft net de volgende redacteur met wie hij nog kennis moet maken aan zijn jas getrokken: ‘Hé schele, heb jij dat op internet gezet?’

Een paar uur later, als er weer een uitzending van het voetbalpraatprogramma tot een goed einde is gebracht en Wilfred Genee, René van der Gijp en Johan Derksen al lang met piepende banden het Mediapark hebben verlaten, is alleen Jan Boskamp nog samen met een ploegje redacteuren te vinden in het enige kantoor van RTL waar nog licht brandt. Daar staat op zijn verzoek de wedstrijd van FC Barcelona tegen ‘Bilbo’ (Athletic Bilbao) op, die precies na de uitzending is begonnen. Boskamp grijnst breed als de Basken op voorsprong komen door een fabelachtig doelpunt vanaf de middellijn. ‘Heb je het gezien?’ roept hij vanaf zijn bureaustoel tegen de nieuwe collega naast hem. Hij neemt een slok van zijn sinas en geniet met samengeknepen ogen in stilte van de herhaling. ‘Zeg schele,’ zegt hij dan tegen de redacteur die pas net weer een beetje kleur op zijn gezicht heeft gekregen. ‘De volgende keer dat ik die kant op ga, ga je mee, toch?’