‘Ik word gek van die salami’

Het bestaan van Jan Boskamp mag dan op het oog vrij overzichtelijk zijn, zelf kan hij soms een diepe zucht niet onderdrukken als hij een blik in zijn agenda werpt. De thuiswedstrijden van Feyenoord staan daarin met hoofdletters genoteerd, want die wil hij voor geen goud missen. Meestal is hij de rest van de week vooral druk met televisieoptredens bij zijn vaste werkgevers RTL, Ziggo Sport en VTM, maar daarnaast draaft hij geregeld op in andere shows. Boskamp krijgt wat dat betreft de gekste verzoeken.

In België vond hij zichzelf bijvoorbeeld eens terug naast de Vlaamse grappenmaker Lieven Scheire bij een uitzending van De Slimste Mens. Bij die quiz namen ze samen de rol van deskundige op zich, zoals Maarten van Rossem dat bij de Nederlandse versie van het programma in zijn eentje doet. Scheire had zich voor die uitzending voor de zekerheid uitgedost als American footballer, compleet met helm en beschermingsstukken, als voorzorgsmaatregel tegen de stoten die hij ongetwijfeld van zijn buurman zou gaan krijgen. Het enige wat verder van Jan Boskamp werd verwacht, was dat hij alles eruit zou gooien wat er ter plekke in hem opkwam, een functie die hem op het lijf was geschreven.

Ook in Nederland brengt zijn alsmaar groeiende populariteit Jan Boskamp soms op ongebruikelijke plaatsen. Johan Derksen kreeg hem bijvoorbeeld ooit zo gek om aan te schuiven bij Life 4 You, het inmiddels ter ziele gegane zondagmiddagprogramma van RTL4 dat bol stond van de gesponsorde gezelligheid. Het was een vreemd gezicht om de stoere voetballer te zien zitten in een bordkartonnen decor op de stoel waar normaal gesproken soapacteurs hun nieuwe projecten mogen aankondigen of anders Gordon of Gerard Joling hun platvloerse grapjes met een gemaakte glimlach de wereld in mogen sturen.

Bij wijze van rolbevestigende geste schoof presentatrice Irene Moors een schaal met bamihapjes voor de neus van Jan Boskamp. Ook vroeg ze: ‘Jan, schaam je je wel eens voor wat de mannen bij VI roepen? Wat vond je gênantig?’ Toen ze niet direct het antwoord kreeg waarop ze gehoopt had, draaide ze zich naar Carlo Boszhard en fluisterde: ‘Snapte hij mijn vraag nou?’

Jan Boskamp zat duidelijk niet op zijn gemak in de studio, wat niet alleen te maken had met het gebrek aan oprechte interesse van de presentatrice. Toen Carlo Boszhard aan het eind van de uitzending vroeg wat Boskamp zou vertellen als hij bij VI gevraagd zou worden naar zijn bezoek aan Life 4 You, maakte hij er zich daarom met een leugentje van af. ‘Ik zou zeggen dat jullie acht bamihapjes voor me klaar hadden gezet, maar dat ik er maar één in mijn mik gegooid heb,’ zei Boskamp toen. ‘En verder zou ik zeggen dat ik het heel gezellig vond.’

Hoewel Jan Boskamp na die uitzending besloot om nooit meer op te komen draven in programma’s waarin hij voor lul moest zitten, heeft hij er tegenwoordig nog steeds bijna een dagtaak aan om alle verzoeken te behandelen die voor hem binnenkomen. Als het geen televisieprogramma’s zijn die hem uitnodigen om een keer langs te komen, dan zijn het wel goede doelen die een ludieke actie hebben bedacht met hem in de hoofdrol.

De meeste van die verzoeken houdt hij bij voorbaat af, alleen verandert dat soms op het moment dat hem een mooie vergoeding in het vooruitzicht wordt gesteld. Hoewel in deze fase van zijn leven vooropstaat dat hij de dingen wil doen waar hij plezier aan beleeft, zet Jan Boskamp dat principe soms betrekkelijk eenvoudig opzij als hem een zak geld in het vooruitzicht wordt gesteld – helemaal als het om bedragen gaat waar hij zich als kleine jongen in het Oude Noorden niet eens een voorstelling van kon maken. Soms, als zijn agenda overloopt van de afspraken en het erop lijkt alsof hij het allemaal even niet meer ziet zitten, zegt hij: ‘Ik werk nog een paar jaar. Dan heb ik genoeg geld verdiend voor mijn kleinkinderen, daarna kap ik ermee.’

Het was de reden dat hij ja zei op een aanbod van een grote supermarktketen om samen met Wilfred Genee de hoofdrol te spelen in een reclamefilmpje. Eerder was een commercial met René van der Gijp voor een bekende opticien op het laatste moment niet doorgegaan. ‘We zouden ieder een gigantisch bedrag krijgen voor een ochtendje werk,’ zegt Boskamp. ‘Maar Reneetje had er geen zin in. Daar snapte ik niks van. Hij kent de waarde van geld niet meer.’

Een halfjaar eerder, op een zondagochtend in Bilthoven. Hoewel de plaatselijke supermarkt gesloten is, staat de parkeerplaats helemaal vol met auto’s. Wie goed zoekt, vindt ergens in de hoek een Nissan Juke met een Belgisch nummerbord.

Voor de ingang van de supermarkt staat op een bord de reden van de bedrijvigheid aangekondigd: filmopnamen. Zo is het te verklaren dat het binnen tussen de schappen met pindakaas en wasmiddelen wemelt van de cameramannen, regisseurs en andere mensen die er een sport van lijken te maken om zo veel mogelijk rinkelende attributen aan hun broekriem te hangen. Ze zijn druk bezig met het opbouwen van een filmset op de groenteafdeling, waar straks Jan Boskamp en Wilfred Genee een toneelstukje moeten opvoeren dat zal eindigen met een flinke stomp op de schouder van de presentator.

Totdat het zover is, krijgt Boskamp weinig mee van de lichte stress die binnen heerst. Hij heeft zichzelf op een bankje op de parkeerplaats genesteld, waar hij een door de catering verzorgd broodje hagelslag naar binnen duwt. Al weken eerder heeft Wilfred Genee hem gevraagd of hij mee wil doen in een spotje over gezonde voeding. ‘Ik dacht dat ik een beetje frikandellen moest vreten voor de camera en na een halfuur weer buiten zou staan,’ zegt hij nu. Dat ene halfuur is alleen al lang verstreken en frikandellen heeft hij ook nog niet gezien. Toch amuseert hij zich uitstekend, wat niet zo gek is gezien de vergoeding die hij voor vandaag in het verschiet heeft.

Het enige waar hij zich ondertussen druk om maakt, is of hij wel op tijd terug zal zijn in Brussel om de Belgische bekerfinale te kunnen zien, die ’s avonds wordt gespeeld. Dat zegt hij even later ook, als hij in een speciaal ingerichte bus op de parkeerplaats een laag poeder op zijn gezicht gesmeerd krijgt. Tegen de visagist: ‘Het kan een leuke partij worden. Als die twee ploegen maar willen voetballen.’

De visagist, overduidelijk niet bekend met het voetbalwoordenboek van Boskamp, knikt bezorgd. ‘Dat zal toch zeker wel?’

Zo verstrijkt langzaam de tijd totdat het moment daar is dat Jan Boskamp zich voor de camera moet melden. Even eerder heeft Wilfred Genee met een bloemkool in zijn handen al laten zien hoe het niet moet, tot genoegen van zijn collega. Die telde hardop mee met elke take die over moest. ‘Vijf-en-veertig keer, Wilfred,’ zegt Boskamp grijnzend als de opnameleider eindelijk tevreden is.

Een groter plezier had Genee hem niet kunnen doen, want net als in talloze voorgaande uitzendingen van VI is de presentator ook vandaag alweer begonnen over de Kabouter Plopfilm waarin Boskamp ooit in te zien was. Hoewel hij daarin maar vijf woorden hoefde uit te spreken – ‘Beste kabouters. Welkom in het circus!’ – moesten de opnamen een keer of twintig over. Bij de meeste takes was Boskamp al halverwege de eerste zin zijn tekst kwijt. Zelfs jaren later hoefde het woord ‘kabouter’ of ‘circus’ maar te vallen in VI, of de beelden van Boskamp als Kabouter Circusdirecteur werden direct weer gestart.

Vandaag heeft Jan Boskamp het zo mogelijk nog makkelijker dan die keer dat hij zich in een kabouterkostuum hees. Het belangrijkste dat voor deze commercial van hem verwacht wordt, is dat hij Wilfred Genee op het juiste moment tussen de tomaten moet duwen.

Voor het zover is, moet hij eerst drie pizza’s in de lucht houden en de aandacht van de presentator trekken met de woorden: ‘Hé radijssie!’ Na drie keer proberen legt de regisseur de opnamen stil.

‘Jan, je moet de pizza salami achter de margherita houden.’

Boskamp: ‘Ik word gek van die salami.’

Dan volgt de scène waar het allemaal om draait. Wilfred Genee moet daarbij net doen of hij een stel figuranten iets wijsmaakt over bloemkool, totdat plots Boskamp met zijn winkelkarretje voorbijschuift. Hoewel in het script staat dat hij de presentator vervolgens een subtiel tikje op de buik moet geven, besluit hij bij de eerste take direct zijn handelsmerk in de strijd te gooien: de beuk vol op de schouder. Even later moet hij Genee ook met twee pizza’s om zijn oren slaan. Zelfs de figuranten kunnen dan hun lachen niet meer inhouden. Genee, beteuterd: ‘Dit is helemaal niet leuk.’